32 802 Toepassing van de Wet open overheid

Nr. 82 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2024

Hierbij bied ik u een geactualiseerd overzicht in het kader van de motie Omtzigt c.s. (32 802-64) aan. Dit is het derde overzicht.

De motie Omtzigt c.s. verzoekt de regering om uw Kamer driemaandelijks met een lijst op de hoogte te stellen van Woo-verzoeken waarbij de rechter een termijn heeft opgelegd om een besluit te nemen, deze termijn wordt overschreden en het ministerie daardoor een dwangsom verschuldigd is.

Op 17 juli jl. en 2 oktober jl. zijn de eerste twee overzichten met uw Kamer gedeeld.1 Het bijgevoegde overzicht betreft een update van de op dat moment niet-afgehandelde Woo-verzoeken die op het overzicht van 2 oktober jl. stonden, aangevuld met nieuwe Woo-verzoeken waarbij de rechter een termijn heeft opgelegd om een besluit te nemen, die termijn is overschreden en ministeries een dwangsom verschuldigd waren (peildatum 31 december 2023).

Uit de nieuwe gegevens die ik van de ministeries heb ontvangen blijkt dat 22 van de 74 niet-afgehandelde Woo-verzoeken in het vorige overzicht inmiddels zijn afgehandeld. Daarnaast blijkt uit de door de ministeries aangeleverde gegevens dat het aantal Woo-verzoeken waarbij een dwangsom is verbeurd met 33 is toegenomen. Van deze 33 verzoeken waren er op 31 december jl. 12 afgehandeld. Uit deze inventarisatie blijkt zodoende dat er op 1 januari jl. in totaal nog 73 Woo-verzoeken bij de ministeries in behandeling waren waarbij een dwangsom is verbeurd.

Vervolg

Het volgende overzicht zal ik over drie maanden met uw Kamer delen. Daarnaast zal ook in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk gerapporteerd worden over de afhandeling van Woo-verzoeken in 2023. Deze rapportage wordt jaarlijks op Verantwoordingsdag aan uw Kamer aangeboden.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 32 802, nr. 73.

Kamerstukken II 2023/24, 32 802, nr. 78.

Naar boven