32 800 Maatregelen op het gebied van autobelastingen («Autobrief»)

Nr. 23 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2014

Met deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot de aangekondigde Autobrief 2.0. Het kabinet heeft in de brief «Keuzes voor een beter belastingstelsel» (Kamerstuk 32 140, nr. 5) aangegeven binnen het domein autobelastingen in te zetten op een vereenvoudiging waarmee al voor de stelselherziening zou kunnen worden begonnen. Tijdens de algemene financiële beschouwingen (Handelingen II 2014/15, nr. 5, item 6 en Handelingen II 2014/15, nr. 6, items 4 en 9) hebben verschillende leden van uw Kamer gevraagd hierover met de Kamer in gesprek te gaan en aangegeven de inzet op het autodossier te willen betrekken bij de bredere stelseloperatie. Een prompte, eenzijdig door het kabinet opgestelde autobrief zou de wens van uw Kamer in mijn ogen geen recht doen. Op basis hiervan heb ik ervoor gekozen de autobelastingen mee te nemen in de bredere draagvlakpeiling rond de stelselherziening. Dat betekent dat ik de Autobrief 2.0 niet, zoals ik eerder heb toegezegd, dit kwartaal aan uw Kamer kan aanbieden, maar medio 2015.

Dit uitstel vereist enkele wetswijzigingen voor het tussenjaar 2016. Zonder deze noodzakelijke aanpassingen zouden de verlaagde bijtellingspercentages voor elektrische voertuigen en de vrijstelling in de MRB voor zeer zuinige auto’s in 2016 komen te vervallen. Verder vereisen de snelle technologische ontwikkelingen op het terrein van CO2-uitstoot net als de afgelopen jaren een aanscherping voor het jaar 2016 om de belastinginkomsten op peil te houden en meer marktverstoring te voorkomen. Om zich tijdig te kunnen voorbereiden op wijzigingen in de autobelastingen in 2016 hebben de autorijder en de autobranche echter eerder duidelijkheid nodig dan rond de zomer van 2015. Daarom kom ik op korte termijn met een nota van wijziging op het Belastingplan 2015 met noodzakelijke aanpassingen voor het tussenjaar 2016. Bovendien moet de beoogde fiscale stimulering voor 2016 in lijn worden gebracht met de maatschappelijk breed gedragen afspraken voor de mobiliteitssector uit het SER-energieakkoord. Het kabinet kiest voor een nota van wijziging zodat de branche voldoende voorbereidingstijd krijgt voor 2016.

Tegelijkertijd biedt deze aanpak de mogelijkheid om uitgebreid met uw Kamer van gedachten te wisselen over de fundamentele vraag hoe de autobelastingen er in de toekomst uit moeten zien en welke rol zij moeten spelen in de totale stelseloperatie. De toegezegde evaluatie van de autogerelateerde belastingen voeg ik bij de voorstellen voor 2016. Deze evaluatie laat zien dat de stimulering op basis van CO2-uitstoot effectief is geweest. Inmiddels is de CO2-uitstoot van nieuwverkochte auto's in Nederland de laagste in Europa en het aandeel (semi-) elektrische auto's het hoogste. Tegelijkertijd toont de evaluatie aan dat de efficiëntie van het beleid in de loop der jaren flink is teruggelopen.

Het kabinet blijft zich in de tussentijd inzetten om te komen tot een aanpak waarmee de ambities op het gebied van verduurzaming gehaald worden zonder eenzelfde intensiteit van nationaal fiscaal beleid in de toekomst. Alleen zo kunnen wij in de toekomst onze gezamenlijke ambities realiseren om te komen tot een vereenvoudiging van het stelsel van autobelastingen. Ik kijk er naar uit om deze discussie met uw Kamer te voeren. Daarbij is en blijft mijn ambitie onverminderd om een bijdrage te leveren aan de stabiliteit van de belastinginkomsten, minder complexiteit, minder marktverstoring en lagere uitvoeringslasten.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven