32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 746 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2024

Sinds 2023 is er sprake van een toename van het aantal meldingen van mazelen wereldwijd en in Europa. Het is de verwachting dat het aantal meldingen in Europa nog verder zal stijgen als gevolg van de suboptimale vaccinatiegraad voor mazelen in verschillende EU-landen. De kans op introductie van mazelen in Nederland is verhoogd, er zijn al enkele introducties geweest.

Op 28 maart 2024 riep de directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM een Outbreak Management Team (OMT) bijeen om te adviseren over mazelen. Het advies is bijgevoegd. Het OMT bestaat uit deskundigen met specifieke expertise op het gebied van mazelen. De deelnemerslijst is bijgevoegd. Het doel van dit OMT is om voorbereidingen te treffen voor maatregelen bij een mazelenuitbraak rekening houdend met nieuwe inzichten en ontwikkelingen sinds de vorige epidemie in 2012–2013.

De overgrote meerderheid van de bevolking in Nederland is nog steeds goed beschermd tegen mazelen, door vaccinatie of eerder doorgemaakte infectie. Door de veranderde context met een dalende vaccinatiegraad en nieuwe risicogroepen, onder andere in de grote steden, is het moeilijk te voorspellen hoe de verspreiding van mazelen zal verlopen. Op basis van kennis van voorgaande uitbraken en uitgaand van een vergelijkbaar verspreidingspatroon verwacht het OMT een nieuwe mazelenuitbraak in de orde van grootte van 2.400–2.800 meldingen als de uitbraak in 2024 plaatsvindt en 3.100–3.200 meldingen als de uitbraak in 2025 plaatsvindt.

OMT advies

Het OMT adviseert het Ministerie van VWS om tijdelijk een extra voorraad BMR- vaccins aan te laten houden voor inhaalvaccinaties en eventuele vervroegde vaccinatie bij een epidemie. Zij adviseert het RIVM om de LCI-richtlijn voor postexpositieprofylaxe voor kinderen jonger dan 14 maanden aan te passen. Samengevat wordt geadviseerd kinderen jonger dan 6 maanden die contact hebben gehad met iemand met mazelen immuunglobuline te geven, kinderen van 9 maanden en ouder vervroegde vaccinatie en om voor kinderen tussen 6 en 9 maanden een maatwerkadvies op te stellen. Het OMT adviseert de GGD om indien een kind op een kinderdagverblijf mazelen heeft gekregen contact tussen kinderen uit verschillende groepen tot een minimum te beperken, en bij een grotere mazelenuitbraak in een kindercentrum vervroegde vaccinatie te overwegen voor kinderen in de leeftijd van 6 tot 14 maanden uit andere groepen op dezelfde locatie. Zij adviseert de Jeugdgezondheidszorgorganisaties (JGZ-organisaties) om laagdrempelig inhaalvaccinaties aan te bieden. Het advies is dat JGZ-organisaties en gemeenten de mogelijkheid om niet-gevaccineerde kinderen tegen mazelen te laten vaccineren vooral onder de aandacht te brengen in persoonlijke gesprekken door zorgverleners en door middel van een wijk of doelgroepgerichte benadering. Tenslotte adviseert het OMT specifieke zorginstellingen om de vaccinatiestatus van hun personeel na te gaan en zo nodig op peil te brengen.

BAO advies

Het BAO, dat op 18 april bijeen geweest is, herkent en omarmt de adviezen van het OMT. Het BAO benadrukt dat de daling van de vaccinatiegraad en uitbraken van infectieziekten een breder probleem is dan alleen mazelen. Ook kinkhoest is op dit moment een probleem. Maatregelen tegen de dalende vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma moeten dus ook breder ingezet worden, en vragen een lange termijn aanpak. Daarbij moeten ook de taakverdeling en financiering helder zijn tussen gemeenten, de rijksoverheid, het RIVM en de GGD-en.

Er is bezorgdheid bij ouders met kinderen op de kinderopvang. Het OMT adviseert specifiek maatregelen voor een kinderopvang waar een besmetting heeft plaatsgevonden maar geen algemene maatregelen voor de kinderopvang. Het BAO geeft aan dat de kinderopvang bereid is om een rol te spelen bij het informeren van ouders over de mogelijkheden ten aanzien van vaccinatie.

Het OMT adviseert specifiek over maatregelen ten aanzien van de vaccinatie van medewerkers die met kwetsbare doelgroepen in aanraking komen. Het BAO voegt toe dat ook informatievoorziening richting werkgevers nuttig kan zijn, waaronder ook specifiek naar arbeidsmigranten.

Beleidsreactie

Ik heb het RIVM gevraagd om na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor extra vaccinaties vanuit de huidige voorraad, en om na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor de aankoop van extra BMR-vaccins en mij daarover te adviseren. Het RIVM past in de LCI-richtlijn het postexpositieprofylaxebeleid voor zuigelingen aan en stemt dit af met de GGD’en, evenals de maatregelen rondom één of meer mazelenpatiënten bij een kindercentrum. Ik zal de vertegenwoordigers van zorginstellingen op de hoogte stellen van het advies van het OMT met betrekking tot voorzorgsmaatregelen voor personeel dat in aanraking komt met kwetsbare personen en samen met SZW nagaan of er nog nadere communicatie nodig is.

Het allerbelangrijkste advies richt zich echter op ouders: laat uw kind vaccineren als het daarvoor in aanmerking komt. Iedereen onder de 18 heeft recht op vaccinaties volgens het rijksvaccinatieprogramma, ook als u eerder besloten heeft die vaccinatie niet te nemen. Mazelen is geen onschuldige ziekte, een deel van de kinderen met mazelen krijgt longontsteking, de weerstand tegen andere ziekten is een tijd lang verslechterd en dan is er nog de zeldzame, dodelijke complicatie van een hersenontsteking die op lange termijn kan ontstaan. We zien ook problemen met andere infectieziekten die door vaccinatie voorkomen kunnen worden. We kunnen onze kinderen daartegen beschermen. Het OMT adviseert hierin te ondersteunen door de JGZ-organisaties inhaalvaccinaties laagdrempelig aan te laten bieden en hier wijk- of doelgroepgericht op in te zetten.

Ik begrijp dat er ouders zijn die zich zorgen maken over hun kinderen die nog niet gevaccineerd kunnen worden, en liefst een eerdere vaccinatie willen. Het OMT geeft aan dat de nadelen daarvan groter zijn dan de voordelen. Het is belangrijk dat ouders kinderen die ziek zijn thuishouden en het kinderdagverblijf of de school informeren als hun kind mazelen heeft. Dan kan het kindcentrum, samen met de GGD, de juiste maatregelen treffen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft u in zijn laatste brief over de acties vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma1 geïnformeerd over tien acties waarmee extra ingezet wordt op het verhogen van de vaccinatiegraad. Tijdens het debat daarover zijn ook een aantal moties aangenomen die gericht zijn op het verhogen van de vaccinatiegraad, zoals het sturen van een herhaaloproep aan ongevaccineerden en het in kaart brengen welke opties er zijn om de toegankelijkheid van vaccinaties te verbeteren. Wij zullen de OMT en BAO adviezen op dit punt meenemen in de uitwerking van dit plan.

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra


X Noot
1

Kamerstukken, vergaderjaar 2023–2024, 32 793, nr. 731

Naar boven