Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 32793 nr. 731 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 32793 nr. 731 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2024
De afgelopen tijd zien we diverse zorgwekkende signalen over daling van de vaccinatiegraad en uitbraken van infectieziekten. Uit onderzoeken in Amsterdam en Den Haag blijkt dat de vaccinatiegraad in sommige wijken scherp gedaald is. Ditzelfde beeld komt uit een onderzoek naar de vaccinatiegraad in Zeeland. Het vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma staat onder druk. Deze constatering is niet nieuw, maar de recente signalen en de uitbraken van mazelen en kinkhoest onderstrepen de urgentie van het probleem. Het is aan het kabinet om er alles aan te doen om het vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma te verhogen en te voorkomen dat de volksgezondheid verder onder druk komt te staan. In deze brief formuleer ik diverse acties om het beleid dat ik de afgelopen jaren heb ingezet te versterken en te versnellen.
Voordat ik de voorstellen toelicht, is het noodzakelijk vast te stellen wat de waarschijnlijke oorzaken zijn van de dalende vaccinatiegraad. Daarbij constateer ik drie hoofdredenen:
1) Preventieparadox1: we zien dat juist doordat vaccins zo goed werken, en vele ziekten waartegen gevaccineerd wordt uit het straatbeeld zijn verdwenen, de noodzaak van vaccineren voor steeds meer mensen onduidelijk is.
2) Dalend vertrouwen2: we zien dat het vertrouwen in de overheid in algemene zin en in vaccinaties is gedaald. Deze tendens is versterkt tijdens de COVID-19-pandemie.
3) Verandering van mediagebruik en verspreiding desinformatie3: we zien dat steeds meer mensen hun informatie uit andere bronnen halen dan de folder, brief of website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Internet in algemene zin vormt een steeds belangrijkere bron voor informatie en ook de rol van sociale media hierin is groot. Op internet en sociale media is veel desinformatie over vaccinaties te vinden en soms is het lastig de juiste- van de onjuiste informatie te onderscheiden.
Hoe groot de urgentie van de dalende vaccinatiegraad ook moge zijn, we moeten erkennen dat het vraagstuk over het verhogen van vertrouwen in vaccinaties, zodat mensen uiteindelijk een vaccinatie halen, over gedrag gaat. Dat maakt dat hier geen quick fixes zijn. Desalniettemin zie ik mogelijkheden extra in te zetten op het verhogen van het vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma en het verstevigen van de informatievoorziening daarover. Daarmee wil ik de vaccinatiegraad positief beïnvloeden.
Direct aan de slag met tien acties
In deze brief presenteer ik tien acties die het vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma verhogen. Deze acties sluiten aan bij de actielijnen van de aanpak «Vol vertrouwen in vaccinaties»: het bewaken en het versterken van het vertrouwen, het verstevigen van de informatievoorziening en het vergroten van de toegankelijkheid4. Ik versterk de actielijnen op de volgende fronten: 1) wijkgerichte aanpak: betrekken van de gemeenschap, 2) professionals in actie, 3) Twijfeltelefoon: directe hulp bij vragen, 4) Versterken betrouwbare online informatie, 5) brede aanpak tegen desinformatie, 6) mobilisatie van zorgprofessionals en influencers tegen desinformatie, 7) internationale acties desinformatie, 8) onderzoek: meer inzicht in keuzes en hoe deze beter te ondersteunen, 9) belang van goede data en 10) verder versterken (informatie)positie kinderopvang.
Sinds 2019 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het RVP. In steeds meer gemeenten wordt ingezet op een wijkgerichte aanpak. Dat de vaccinatiegraad verschilt tussen Amsterdam en Amersfoort is duidelijk, maar we zien meer dan voorheen verschillen binnen gemeenten toenemen. Dat maakt een wijkgerichte aanpak relevanter. Ook uit de COVID-pandemie zijn goede voorbeelden opgedaan op dit punt, zoals het inzetten van informatieteams in wijken. Daarnaast is het inzetten van sleutelfiguren in gemeenten een belangrijke actie om het vertrouwen in vaccinaties te vergroten.
Ik verwacht van alle gemeenten dat zij meer gaan inzetten op een wijkgerichte aanpak en dat goede voorbeelden – zoals bijvoorbeeld gezien in Amsterdam – door andere gemeenten worden overgenomen, passend bij de lokale situatie. Ook breng ik op korte termijn wethouders, GGD’en en JGZ-organisaties uit verschillende gemeenten bij elkaar. Ik daag hen uit geleerde lessen met elkaar uit te wisselen en de wijkgerichte aanpak te versterken.
Ik zie dat gemeenten en JGZ-organisaties al veel werk verzetten om de daling van de vaccinatiegraad te keren. Hiervoor ben ik hen zeer erkentelijk. Zo ondersteunen JGZ-professionals ouders en jeugdigen bij vaccinatietwijfel. Ook wordt ingezet op laagdrempelige toegankelijkheid, bijvoorbeeld met meer flexibele contactmomenten in de avonduren of systematische opvolging, wanneer een afspraak wordt gemist. Ik stimuleer JGZ-organisaties zoveel mogelijk te leren van opgedane ervaringen in andere regio’s en zo meer ouders en jeugdigen te bereiken.
In samenwerking met gemeenten gaan JGZ-organisaties diverse maatregelen versterken om de vaccinatiegraad te verhogen, zoals doelgroepgerichte informatie en op maat gemaakte informatie met sleutelfiguren. Ook de nabijheid van vaccinatielocaties en de plek waar de locatie zich bevindt (bijvoorbeeld dichtbij scholen) zijn potentiële succesfactoren om de vaccinatiegraad te verhogen. Samen met de JGZ-organisaties zet ik de komende tijd vol in op deze kansen.
De Twijfeltelefoon van het ErasmusMC geeft betrouwbare en onafhankelijke informatie over diverse onderwerpen zoals HPV-vaccinatie en anticonceptie. Ik vind het belangrijk dat de Twijfeltelefoon ook voor vragen over het RVP beschikbaar is. Daarom is het RIVM een samenwerking aangegaan met De Twijfeltelefoon. De Twijfeltelefoon zal vanaf de zomer ook vragen over het RVP behandelen. Ook zal vanuit reguliere herinneringsbrieven naar deze service verwezen worden.
Communicatie is een belangrijk onderdeel van het RVP. Het RIVM voert in opdracht van VWS de communicatie rond het RVP uit. Ouders hebben andere informatiebehoeften dan in het verleden en het is belangrijker dan ooit oog te hebben voor specifieke doelgroepen die met reguliere middelen en kanalen niet bereikt worden en om samen te werken met partijen die in goed contact staan met deze doelgroepen.
Ik heb gesproken met het RIVM en zal op basis daarvan de volgende acties op het gebied van online informatie versterken:
• Het RIVM zal de meest gestelde vragen over mazelen en kinkhoest op sociale mediakanalen adresseren en handelingsperspectieven bieden. Daarbij besteedt het RIVM ook aandacht aan wat ouders kunnen doen als hun kinderen niet gevaccineerd zijn. Bijvoorbeeld contact vermijden met mensen die verkouden zijn.
• Om de bewustwording over uitbraken van mazelen en kinkhoest te vergroten, worden actuele cijfers gepubliceerd bij de online informatie over deze infectieziekten op de website van het RIVM.
• Daarnaast bevat de website van het Rijksvaccinatieprogramma5 informatie voor mensen die twijfelen, zoals informatie over misstanden (o.a. autisme) en bijwerkingen. Deze informatie zal worden aangepast op basis van de vragen en thema’s die bij de Twijfeltelefoon en de beroepspraktijk ter sprake komen.
• Communicatie over het RVP richting ouders start al tijdens de zwangerschap. Tijdens de zwangerschap is vaak een grote informatiebehoefte bij aanstaande ouders. Daarom heeft het RIVM ervaringsverhalen middels «branded content» over kinkhoest6 en maternale kinkhoestvaccinatie7 op (online) platforms zoals «Ouders van nu» voor zwangeren gedeeld. In gesprek met het RIVM heb ik hen aangespoord deze aanpak voort te zetten en meer soortgelijke content te delen.
• Verder wordt de digitale Groeigids van de GGD uitgebreid met informatie over vaccinaties en ouders zullen pushberichten ontvangen over vaccinaties via de app.
• Het RIVM gaat gesprekken voeren met kinderopvangorganisaties en sleutelfiguren voor lastig bereikbare doelgroepen om informatie over vaccinaties te verspreiden. Deze inspanningen worden ondersteund door het ontwikkelen van laagdrempelige online content.
Des- en misinformatie is een groeiend probleem in de samenleving. Tijdens de coronapandemie is desinformatie over vaccinaties nóg zichtbaarder geworden. Sinds een aantal jaar neemt het kabinet maatregelen om de impact van desinformatie te verminderen. Zo is in december 2022 de Rijksbrede strategie voor een effectieve aanpak van desinformatie herzien8. De strategie van het kabinet tegen desinformatie kent diverse actielijnen, waaronder preventie en het verstevigen van de informatiepositie. Preventieve acties hebben als doel te voorkomen dat desinformatie impact heeft en zich verspreidt. Acties op het verstevigen van de informatiepositie hebben als doel het bewustzijn over desinformatie bij mensen te vergroten. De voortgang op de strategie wordt binnenkort met uw Kamer gedeeld in de «Voortgangsbrief Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie» van het Ministerie van BZK.
Ook op het gebied van vaccineren is desinformatie aanwezig. Dit vind ik een groot probleem en mogelijke bedreiging voor de volksgezondheid. Daarom ga ik verkennen welke handelingsperspectieven de Reclame Code Commissie, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en KNMG hebben om toegankelijkheid tot de juiste informatie te vergroten en mis- en desinformatie te verminderen. Ook kijk ik naar de mogelijkheid of vrijwillige afspraken met techplatforms zinvol kunnen zijn, bijvoorbeeld over onderschriften bij berichten die desinformatie bevatten of aanbevelingen bij berichten die medisch geverifieerde informatie bevatten.
We weten uit onderzoek dat het beschikbaar stellen van de juiste informatie vele malen beter werkt in het tegengaan van desinformatie dan het ontkrachten van desinformatie (prebunken in plaats van debunken)9. Daarnaast weten we dat voor een grote groep mensen de zorgverlener een belangrijke en betrouwbare bron van informatie is. Vanuit de COVID-pandemie hebben we geleerd dat het vertrouwen in zorgprofessionals hoog is en dat mensen zich het meest gehoord voelen door zorgprofessionals. Ik ben dan ook zeer verheugd over initiatieven zoals «Dokters Vandaag», waarbij zorgprofessionals via sociale media de juiste medische informatie verspreiden.
Ik heb goede gesprekken gevoerd met deze initiatieven en ik constateer dat het belangrijk is dat we op korte termijn deze hoogwaardige en betrouwbare informatie vanuit artsen gaan opschalen. We zien dat de informatiebehoefte groot is en dat een zeer groot aantal zorgorganisaties en -professionals wil aansluiten om betrouwbare informatie te delen. Ook wordt onderzocht hoe het opschalen gefaciliteerd kan worden van initiatieven waarbij onafhankelijke artsen op sociale media antwoord geven op medische vragen.
Vrijwel alle EU-lidstaten kampen met de tendens van de dalende vaccinatiegraad, die mede door desinformatie wordt veroorzaakt. Nederland zal deze problematiek in gremia als de Health Security Committee aankaarten en ervoor pleiten dat namens de EU gesprekken worden gevoerd met Big Tech bedrijven om alerter en kritischer te zijn op desinformatie op sociale media, die de volksgezondheid ondermijnt.
Momenteel voert het RIVM het langlopende onderzoeksprogramma SocioVax uit. Dit programma richt zich op de volgende drie doelen:
• Inzicht in waarom mensen zich wel of niet laten vaccineren;
• Inzicht in wat werkt om mensen beter te kunnen informeren en ondersteunen bij vaccinatiekeuzes en om vaccineren zo toegankelijk mogelijk te maken;
• Inzichten delen met professionals, die zich bezighouden met deze vraagstukken.
Bovendien voert het RIVM onderzoek uit naar de relatie tussen demografische gegevens beschikbaar in de CBS omgeving en de vaccinatiegraad. Dit onderzoek kan gemeenten ondersteunen bij het ontwikkelen van een meer gerichte aanpak in wijken met een lagere vaccinatiegraad.
Ik zal de eerste resultaten van dit onderzoek voor de zomer met uw Kamer delen en hier vervolgacties op inzetten.
Sinds 1 januari 2022 is de registratie van het informed consent voor gegevensuitwisseling ingevoerd voor het RVP. Deze informed consent houdt in dat uitdrukkelijke toestemming moet worden gegeven voor de uitwisseling van gepersonaliseerde vaccinatiegegevens tussen de JGZ en het RIVM.
Het percentage vaccinaties waarvoor geen toestemming is geregistreerd lag in 2023 gemiddeld voor alle vaccinaties samen rond de 4%. Hoewel dit percentage relatief laag ligt, heeft het wel invloed op de nauwkeurigheid van de voorlopige opkomstcijfers. Het is daarom niet goed mogelijk op basis van de laatste cijfers te concluderen of er sprake is van een daling, een stabilisatie of – wat ik niet verwacht – zelfs een stijging van de vaccinatiegraad10. Voor de zomer van 2024 verwacht ik een nieuw vaccinatiegraad rapport van het RIVM met uw Kamer te kunnen delen. In de Verzamelwet gegevensverwerking VWS II is een wijziging opgenomen ten aanzien van de registratie van het informed consent, zodat de nauwkeurigheid van de opkomstcijfers verbetert. Spoedige behandeling van dit wetsvoorstel is van belang, zodat we de vaccinatiegraad adequaat kunnen meten en de wijkgerichte aanpak hierop kunnen baseren.
Over het vraagstuk van vaccinaties en kinderopvang informeer ik u mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
De dalende vaccinatiegraad leidt ook tot zorgen over de veiligheid van kinderen op de kinderopvang. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun kind(eren) veilig is op de kinderopvang. Het Rijksvaccinatieprogramma zorgt ervoor dat kinderen en hun omgeving beter beschermd zijn tegen diverse ziektes.
Daarom roepen we ouders op om zijn of haar kinderen (waar mogelijk) te laten vaccineren.
De vraag die we veel horen, is of kinderopvangorganisaties een weigeringsbeleid mogen voeren. En in welke situaties. De Raad van State oordeelt dat kinderopvangorganisaties een vrijheidsmarge hebben om een weigeringsbeleid te voeren. Dit kan alleen onder strikte voorwaarden. Zo mag een kinderopvangorganisatie niet discrimineren en moet de organisatie voldoen aan de privacyregelgeving (AVG). Om kinderopvangorganisaties te helpen bij deze afweging, gaat de Minister van SZW een juridisch afwegingskader delen11. Deze wordt op korte termijn beschikbaar gesteld. Ook houden we zicht op internationale jurisprudentie en andere ontwikkelingen over weigeringsbeleid bij kinderopvangorganisaties in andere EU-landen. De Minister van SZW zal zelf ook verder in gesprek gaan met het RIVM over het weigeringsbeleid in relatie tot kinderopvang.
Enige tijd geleden zijn gesprekken gevoerd en bijeenkomsten georganiseerd met betrokken organisaties, waaronder de sectorpartijen voor de kinderopvang en overige betrokken stakeholders (waaronder het RIVM, GGD GHOR NL en Jeugdartsen), over de rol die de kinderopvang kan spelen in de communicatie richting ouders over vaccineren12. In die gesprekken kwam naar voren dat kinderopvangorganisaties hier vaak al aandacht aan besteden, bijvoorbeeld tijdens het intakegesprek. Een uitkomst van de gesprekken is verder dat de kinderopvangbranche zal bijdragen aan de voorlichting van ouders over het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Daarom ontwikkelen zij een informatieve flyer. De sector steunt het RVP en verwijst ouders naar informatie van het RIVM. Ook voor de flyer geldt dat deze binnenkort beschikbaar komt.
Huidige aanpak
Vol vertrouwen in vaccinaties
De aanpak van de vaccinatiegraad heeft een lange geschiedenis. In november 2018 is voormalig Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gestart met het actieplan «Verder met Vaccineren». In dit actieplan zijn meerdere maatregelen aangekondigd en ingezet om de destijds dalende vaccinatiegraad te verhogen. In juli 2022 is de vervolgaanpak «Vol vertrouwen in vaccinaties» inzake het vaccinatiebeleid gestart. Deze aanpak richt zich op drie actielijnen: 1) het bewaken en het versterken van het vertrouwen, 2) het verstevigen van de informatievoorziening en 3) het vergroten van de toegankelijkheid. Zoals ook bleek uit het meest recente vaccinatiegraadrapport van 29 juni 202313 is de vaccinatiegraad – na een tijdelijke opleving vlak voor de COVID-19 pandemie – verder gedaald. In de afgelopen Kamerbrieven van 29 juni 2023 en 5 februari 2024 over de vaccinatiegraad is aangegeven dat dit een zorgelijke ontwikkeling is, omdat de kans op uitbraken van infectieziekten hierdoor toeneemt. De gedaalde vaccinatiegraad hangt waarschijnlijk samen met de uitbraken die we nu zien. Goed om te vermelden is dat de vaccinatiegraadcijfers zoals deze bijvoorbeeld recent over de verschillende wijken van Den Haag gepubliceerd zijn, komen uit het vaccinatiegraadrapport dat is gepubliceerd in 2023 en gaat over kinderen die grotendeels al voor 2022 werden gevaccineerd. Dit zijn de meest recente cijfers op wijkniveau.
Tot slot
De gedaalde vaccinatiegraad voor vaccinatieprogramma’s waardoor ziekte kan worden voorkomen is zorgelijk. Het is en blijft van groot belang dat mensen vertrouwen hebben in vaccinaties en het RVP. Dit zorgt ervoor dat de samenleving zo goed mogelijk beschermd is tegen infectieziekten en de gevolgen daarvan. Ik sta voor het belang van preventief vaccinatie-aanbod door de overheid en goede informatievoorziening hierover. Met de acties uit deze brief bouw ik voort op een lijn die al eerder is ingezet en doe ik de toezegging gestand die ik in het Vragenuur van 19 maart jl. heb gedaan. Vertrouwen van burgers ten aanzien van vaccinaties moet voorzichtig weer worden opgebouwd, waar dit de afgelopen periode beschadigd is. Ik informeer uw Kamer voor de zomer over de voortgang op de tien ingezette acties.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32793-731.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.