32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 321 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2018

Op 27 september 2017 stuurde mijn ambtsvoorganger het advies van de Gezondheidsraad (GR) over vaccinatie tegen rotavirus aan uw Kamer.1 De Gezondheidsraad adviseert om in ieder geval risicogroepen te vaccineren tegen rotavirus. De op de markt beschikbare vaccins worden oraal toegediend. Dat wil zeggen dat het vaccin wordt gegeven via druppels in de mond.

In mijn brief van 22 maart 2018 (Kamerstuk 32 793, nr. 291) heb ik u laten weten dat ik voor besluitvorming inzake het advies van de GR meer informatie wilde inwinnen bij betrokken partijen over de voor- en nadelen van mogelijke uitvoeringsroutes. Naar aanleiding van de aanvullende informatie heb ik besloten het advies van de GR op te volgen en rotavirusvaccinatie aan te bieden aan kinderen met een risicofactor. De vaccinatie voor risicogroepen wil ik opnemen in en aanbieden via het Rijksvaccinatieprogramma.

Toelichting

De Gezondheidsraad adviseert in ieder geval kinderen met een risicofactor, zoals vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en/of een aangeboren afwijking, te vaccineren. Zij hebben het meeste belang bij een rotavirusvaccinatie vanwege een grotere kans op een relatief ernstig verloop van de infectie. De GR staat ook positief tegenover algehele vaccinatie. De reden hiervan is dat juist ook de meest kwetsbare risicokinderen die (nog) niet gevaccineerd kunnen worden dan door groepsimmuniteit worden beschermd. Zoals ik ook in mijn brief van 22 maart heb aangegeven is dit volgens de Gezondheidraad niet kosteneffectief bij de huidige vaccinprijs. Ook is het de vraag of de vaccinatiegraad voldoende zal zijn om het groepsbeschermende effect te doen ontstaan.

Naast de kosteneffectiviteit heb ik ook de relatieve onbekendheid van het orale rotavirusvaccin meegewogen. Nu de terughoudendheid bij ouders om te vaccineren toeneemt2, lijkt het mij raadzaam om niet direct grote wijzigingen door te voeren in het Rijksvaccinatieprogramma. Daarom wil ik conform het advies van de GR beginnen met de introductie van vaccinatie bij de kinderen die daar het meeste baat bij hebben en kosteneffectief is. Op de website van het RIVM is meer informatie te vinden over de rotavirusvaccinatie.3

Vervolgproces

Ik vraag het RIVM nu te starten met het implementatieproces in overleg met betrokken partijen. Het streven is om dan in het voorjaar van 2019 te starten met het aanbieden van de rotavirusvaccinatie. Na twee jaar wil ik de voortgang evalueren en verkennen of het zinvol is om over te gaan op algehele vaccinatie via het Rijksvaccinatieprogramma.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven