32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 191 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2015

Met mijn brieven van 17 december 2010 (Kamerstuk 22 894, nr. 294) en 25 juni 2013 (Kamerstuk 32 793, nr. 96) bent u geïnformeerd over mijn beleid om vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland te voorkomen of in ieder geval te vertragen. Invasieve exotische muggen kunnen verschillende infectieziekten zoals chikungunya en dengue (knokkelkoorts) overdragen.

In mijn brief van 25 juni 2013 heb ik aangegeven het voortouw te nemen bij de bestrijding van exotische muggen en in overleg met diverse partijen af te wegen of dit zo moet blijven. Ook gaf ik toen aan dat er voor preventieve maatregelen geen wettelijke grondslag is. Voor preventieve maatregelen is daarom destijds een convenant afgesloten met de gebruikte-bandensector. Dit is aan het einde van het muggenseizoen 2014 geëvalueerd. Op basis van overleggen met de gemeenten en een advies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kom ik tot een aantal beleidsaanpassingen, dat ik zal beschrijven voor wat betreft de rolverdeling, de preventie en de bestrijding in de toekomst.

Huidig beleid

Bij de monitoring van exotische muggen (waaronder de tijgermug) zijn in 2014 opnieuw muggen gevangen en/of larven aangetroffen. Eitjes van exotische muggen kunnen meekomen met de import van gebruikte banden of Lucky Bambooplantjes uit (tropische) gebieden waar deze muggen voorkomen. Ik heb op grond van de Warenwet maatregelen getroffen voor te importeren Lucky Bambooplantjes. Er zijn nog geen (preventieve) landelijke maatregelen verplicht voor bandenbedrijven.

Infectieziektebestrijding en maatregelen gericht op vectoren, zoals de tijgermug, zijn volgens de artikelen 2 en 6 van de Wet publieke gezondheid (Wpg) een verantwoordelijkheid van de gemeente. Artikel 47 van die wet biedt de gemeente de bevoegdheden om in zo’n geval op te treden. Daarvoor dient de invasieve exotische mug dan wel daadwerkelijk aanwezig te zijn op een locatie.

Omdat het hier om een relatief nieuw probleem ging dat zich landelijk voordeed en er beperkte kennis was over de te nemen maatregelen, zijn voorgaande jaren nadere afspraken gemaakt over de rolverdeling tussen gemeenten en het Rijk bij de bestrijding van exotische muggen. VWS, RIVM, NVWA en GGD’en hebben afspraken gemaakt over (de verantwoordelijkheden voor) preventie, de signalering van muggenoverdraagbare aandoeningen bij mens en dier, de monitoring van het voorkomen van invasieve exotische muggen en de bestrijding van deze muggen. Sinds 2013 is er een convenant met de bandensector met eisen ter voorkoming of beperking van de (herhaalde) insleep van exotische muggen bij bedrijven die handelen in gebruikte banden. In het convenant is bepaald dat de NVWA toezicht kan houden op het nakomen van de afspraken.

Rolverdeling

Doordat de bedrijven die handelen in gebruikte banden uit risicogebieden deze banden door heel Nederland verplaatsen, ben ik van mening dat het hier gaat om gemeentegrensoverschrijdende problematiek. Verder constateer ik naar aanleiding van gesprekken met de gemeenten over de vondsten van de afgelopen jaren op diverse bandenbedrijven en hoe daar in de toekomst mee om te gaan, dat de gemeentelijke afwegingen ter zake kunnen leiden tot andere uitkomsten dan ik in het kader van de volksgezondheid wenselijk acht. De beleidsvrijheid van gemeenten in deze maakt het Rijk te afhankelijk van de inzet van een gemeente als een invasieve exotische mug in de monitoring wordt aangetroffen.

Vertraging in handelen vind ik op dit dossier ongewenst, vooral met het oog op het nationale belang. Een centrale, landelijk uniforme aanpak vanuit het Rijk, opdat vestiging van invasieve exotische muggen zo lang mogelijk wordt voorkomen, is in mijn ogen daarom het meest effectief, te meer daar bij de NVWA de benodigde kennis ter zake aanwezig is. De VNG en GGD GHOR Nederland delen deze mening. Daarom vind ik het wenselijk dat exotische muggen die zich in Nederland nog niet hebben gevestigd en door middel van insleep Nederland bereiken, centraal worden bestreden. Dat zou dan onder mijn verantwoordelijkheid door de NVWA moeten geschieden.

Daarnaast vind ik het wenselijk dat de mogelijkheid ontstaat om in bepaalde situaties preventieve maatregelen te treffen, dus zonder dat de exotische mug daadwerkelijk aanwezig is. Hiertoe bereid ik een voorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid voor. Tot aan het realiseren van deze gewenste wetswijziging zal, in overleg met de betrokken gemeenten en de NVWA, door middel van een tijdelijke interventiestrategie op deze beleidswijziging worden voorgesorteerd.

Preventieve maatregelen

Voor preventieve maatregelen heb ik de afgelopen twee jaar met de sector van gebruikte banden een convenant afgesloten ter voorkoming of beperking van herhaalde insleep van exotische muggen. De invoering van het convenant is gepaard gegaan met een daling van het aantal vondsten. De NVWA houdt (op basis van het convenant) toezicht op het nakomen van de afspraken uit het convenant. Ook coördineert en verzorgt de NVWA de uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen indien in de monitoring een larf of mug wordt aangetroffen. In het convenant is bij het niet nakomen van de afspraken evenwel niet voorzien in sancties. De NVWA kan dus wel toezien maar niet handhaven. De NVWA kan ook de bestrijding niet afdwingen, omdat het bevoegde gezag hiervoor de gemeente is op grond van artikel 47 van de Wpg. Daarnaast kunnen preventieve maatregelen ter voorkoming van vestiging van een exotische mug op grond van dat artikel niet worden afgedwongen omdat er daadwerkelijk sprake moet zijn van de aanwezigheid van zo’n mug, wil er kunnen worden opgetreden door de gemeente.

De NVWA concludeert naar aanleiding van haar inspectiebevindingen op de bedrijven die handelen in gebruikte banden uit risicogebieden dat het, daar waar larven of muggen worden aangetroffen, schort aan het nakomen van de afspraken uit het convenant. De NVWA kan hier vervolgens niet op handhaven. Hoewel ook met (proportionele) wettelijke afdwingbare preventieve maatregelen een nulvangst van larven of muggen lastig is te realiseren, ben ik van mening dat zelfregulering op dit dossier niet afdoende werkt. Daarom ga ik de preventieve maatregelen uit het convenant een wettelijke grondslag geven.

Uitwerking

Ik heb met het wetsvoorstel voor ogen dat de Minister van VWS niet alleen feitelijk maar ook formeel verantwoordelijk wordt, zowel voor de preventie als de bestrijding van exotische vectoren in (het Europese deel van) Nederland. Daarnaast beoog ik dat de NVWA de mogelijkheid krijgt om te handhaven bij gebleken nalatigheid van de bedrijven en de eventuele kosten van noodzakelijk geachte maatregelen op de overtreder te verhalen.

In de Wpg, 3e tranche, die nu in consultatie is, wordt opgenomen dat de Minister zorg draagt voor de preventie en bestrijding van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vectoren, waaronder begrepen het nemen van preventieve maatregelen. Vooralsnog gaat het om de exotische muggen die door de European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) in haar guidelines worden aangewezen. Dat zijn naast de tijgermug (Aedes albopictus) ook de Amerikaanse rotspoelmug (Aedes atropalpus), de gelekoortsmug (Aedes aegypti) en de Aziatische bosmug (Aedes japonicus), Aedes koreicus, en de Aedes triseriatus.

Naar verwachting wijken de beoogde maatregelen niet af van wat nu al feitelijk aan maatregelen in het convenant is opgenomen, tenzij RIVM en NVWA in de toekomst meer of zwaardere preventieve maatregelen adviseren. De uitvoering van het beleid komt in handen van de NVWA. Aangezien tot de wetwijziging geen wettelijke grondslag is voor preventieve maatregelen, wordt het bestaande convenant met de gebruikte bandensector verlengd. Handhaving vindt in tussentijd plaats via de voornoemde tijdelijke interventiestrategie.

Aziatische bosmug

De NVWA heeft in 2012 en 2013 in een aantal volkstuincomplexen, op de begraafplaats en in een nabij water gelegen bosgebied in Lelystad de Aziatische bosmug, Aedes japonicus, aangetroffen. Dit is een mug die oorspronkelijk niet in Europa voorkomt. Bekend is dat deze mug de laatste jaren niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Slovenië en in België is aangetroffen. De mug werd door het RIVM en het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) beschouwd als een mug die geen belangrijke rol speelt bij de overdracht van ziektes. Studies lieten zien dat deze soort alleen in het laboratorium virussen kan overbrengen, buiten het laboratorium is dat nooit aangetoond. Ook bleek het niet mogelijk de Aziatische bosmug effectief te bestrijden zonder schade aan het milieu in de omgeving aan te brengen. Om deze redenen werd de mug niet actief bestreden.

Het Centrum Monitoring Vectoren (CMV), onderdeel van de NVWA, heeft in 2014 een uitgebreide monitoring gedaan naar het verspreidingsgebeid van Aedes japonicus in Lelystad waaruit blijkt dat het verspreidingsgebied heel beperkt is gebleven. De soort bevindt zich op dezelfde locaties als in 2013 en heeft zich niet verder verspreid. Daarmee zijn de inperkingsopties kansrijker dan tevoren gedacht.

Daarnaast blijkt uit recent onderzoek in de Verenigde Staten dat deze mug het La Crosse virus kan overdragen. Hiermee blijkt Aedes japonicus toch in een andere categorie thuis te horen, niet slechts «laboratoriumvector» maar een vector in het veld. Desalniettemin blijft het risico dat deze soort mug ziekteverwekkers overdraagt zeer laag.

Dit biedt mijns inziens voldoende reden om beleid te voeren waarin ik de verspreiding van Aedes japonicus wil beperken met een serieuze inzet van alle partijen, ook burgers. Zo moet verdere verspreiding van deze soort via banden in Nederland worden tegen gegaan en streef ik beheersing na in Lelystad.

Hiertoe wordt een aanpak van de bestrijding van Aedes japonicus ontwikkeld, waarbij ook in Lelystad de populatie beperkt wordt en met voorlichting aan de bevolking. Uiteraard zal dit in overleg met de gemeente en de GGD plaatsvinden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven