32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2013

In december 2010 heb ik uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 22 894, nr. 294) dat ik, samen met betrokken partijen en op basis van adviezen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de rollen en verantwoordelijkheden voor muggenbestrijding uit zou werken. In deze brief schets ik mijn beleid om vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland te voorkomen of in ieder geval te vertragen.

Invasieve exotische muggen, waaronder de Aziatische tijgermug, kunnen diverse potentieel ernstige ziekten zoals knokkelkoorts (dengue) overdragen en daarom bestrijden wij deze muggen. Voor veel infectieziekten die via muggen worden overgedragen is geen adequate behandeling of vaccin beschikbaar. Het voorkómen van vestiging van exotische muggen is daarom een voorzorgsmaatregel om infectieziekte-uitbraken te voorkomen zoals die zich bijvoorbeeld in 2012 in Madeira hebben voorgedaan, waarbij meer 2000 gevallen van dengue gemeld zijn.

Eitjes van invasieve exotische muggen komen onbedoeld mee met de import van bepaalde goederen uit gebieden waar de muggen gevestigd zijn. Sinds 2006 worden er maatregelen genomen tegen Aziatische tijgermuggen die in kassen met geïmporteerde Lucky Bamboo plantjes werden aangetroffen en in de zomer van 2010 werden in de monitoring van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor het eerst Aziatische tijgermuggen aangetroffen op terreinen van bedrijven die handelen in gebruikte banden.

RIVM advies

Eind vorig jaar heeft het RIVM het beleidsadvies «Preventie en bestrijding van exotische muggen in Nederland» opgeleverd (te vinden op de site www.rivm.nl). Op mijn verzoek voert het RIVM de regie met betrekking tot muggenoverdraagbare aandoeningen, inclusief de bestrijding van invasieve exotische muggen. De afgelopen jaren zijn er in de zomermaanden invasieve exotische muggen aangetroffen en bestreden, waardoor er ervaring is opgedaan met de samenwerking met alle betrokken partijen rondom monitoring en bestrijding van deze muggen. Betrokken organisaties in Nederland hebben inmiddels goede afspraken over (de verantwoordelijkheden voor) de signalering van muggenoverdraagbare aandoeningen bij mens en dier, de monitoring van het vóórkomen van invasieve exotische muggen en de bestrijding van deze muggen indien noodzakelijk.

Uit het RIVM advies blijkt dat de problematiek complex is. Er is beperkte wetenschappelijke kennis over effectieve preventieve maatregelen voor het voorkómen van vestiging van invasieve exotische muggen. Bovendien zijn de afgewende risico’s en ziektelast door deze maatregelen moeilijk in te schatten. Voor het bestrijden van muggen zijn biociden (bestrijdingsmiddelen) nodig die op dit moment niet toegelaten zijn in Nederland. Tenslotte zijn muggenoverdraagbare aandoeningen een grensoverschrijdend gevaar, de mate van succes van nationaal beleid hangt mede af van inzet van andere landen in Europa. Vestiging van Aziatische tijgermuggen in de toekomst is wellicht niet te voorkómen als de mug vanuit gevestigde gebieden in Zuid-Europa oprukt. Hieronder ga ik in op de maatregelen die ik op dit moment proportioneel acht.

Biociden

Voor het bestrijden van zowel larven als volwassen exotische muggen zijn verschillende soorten biociden nodig. De benodigde bestrijdingsmiddelen zijn echter niet toegelaten in Nederland omdat producenten de middelen niet voor toelating hebben aangeboden. Sinds 2006 worden in Nederland deze niet toegelaten biociden gebruikt op basis van een vrijstelling. Ik heb de betrokken sectoren (de Lucky Bamboo handelaren en de handelaren in banden) aangespoord om de producenten te bewegen om de middelen te registreren. Nederland heeft met een kleine afzetmarkt echter geen prioriteit bij de producenten.

Ik ben zelf ook in overleg getreden met de producenten van biociden omdat de overheid dezelfde middelen nodig heeft om muggen te bestrijden bij dreiging van een infectieziekte-uitbraak. Tot op heden heeft de producent echter nog geen toelatingsaanvraag ingediend. Werkzame stoffen van biociden moeten Europees geregistreerd moeten worden. Vervolgens kan per lidstaat regulier of via wederzijdse erkenningen een nationale toelating voor een middel verkregen worden. Per 1 september 2013 vervangt de Europese Biociden Verordening de huidige Nederlandse Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De benodigde biociden zullen naar verwachting (Europees) beschikbaar komen, het is echter afhankelijk van de producenten welke middelen, wanneer en in welk land eerst toegelaten worden. Ik zal bij de fabrikanten blijven aandringen op spoedige toelatingsaanvraag in Nederland. Tot die tijd zal muggenbestrijding door de overheid in onverwachte situaties, inclusief bij aangetroffen exotische muggen bij bandenbedrijven, plaatsvinden op basis van vrijstellingen afgegeven door de minister van Infrastructuur en Milieu.

Lucky Bamboo

Eén van de aanbevelingen uit het RIVM advies is het terugdringen van herhaalde insleep van exotische muggen via de handel in Lucky Bamboo plantjes en gebruikte banden. Voor Lucky Bamboo bestaat reeds langer regelgeving onder de Warenwet (Warenwetbesluit Lucky Bamboo), die handelaren verplicht deze plantjes na import uit China preventief met effectieve toegelaten middelen te behandelen in een afgesloten ruimte alvorens deze verder te verhandelen.

Inmiddels is de laatst afgegeven vrijstelling voor het preventief gebruik van larviciden bij Lucky Bamboo bedrijven verlopen, en kan de minister van I&M op basis van de criteria van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden geen nieuwe vrijstellingen meer voor dit preventieve gebruik afgeven. Bij gebrek aan alternatieve effectieve middelen, kunnen Lucky Bamboo handelaren niet meer aan het Warenwetbesluit Lucky Bamboo voldoen en kunnen de plantjes niet meer op de huidige wijze worden geïmporteerd uit derde landen, in dit geval China.

Gebruikte banden

Voor handel in gebruikte banden bestaat vooralsnog geen wettelijke grondslag voor preventieve maatregelen. Uit het advies van het RIVM blijkt dat er weinig preventieve maatregelen zijn die bewezen effectief zijn. Bovendien is niet met zekerheid aan te geven hoeveel maatregelen kosten en opleveren aan mate van risicoreductie. Ik ben daarop in overleg met de sector getreden om te komen tot haalbare maatregelen waarmee het risico op insleep zoveel mogelijk wordt beperkt. Dit heeft geleid tot een convenant waarmee de sector zich o.a. committeert aan het droog invoeren en opslaan van banden uit risicogebieden (gedefinieerd als gebieden waar de Aziatische tijgermug gevestigd is), aangezien de eitjes in water kunnen uitkomen/ontwikkelen tot larven. Met het sluiten van dit convenant is naar mijn mening een belangrijke stap gezet om de insleep en verspreiding van Aziatische tijgermuggen via gebruikte banden te voorkomen. Het convenant wordt binnenkort gepubliceerd in de Staatscourant. Dit voorjaar zijn er banden verhandeld die nog niet onder de convenantafspraken vallen, waaromheen wellicht deze zomer nog Aziatische tijgermuggen gevonden zullen worden. We zullen daarom pas na de zomer van 2014 evalueren of met het convenant de insleep van Aziatische tijgermuggen wordt voorkomen.

Internationaal

Een laatste aanbeveling uit het RIVM advies is het bevorderen van een samenhangende Europese aanpak voor de preventie en bestrijding van exotische muggen. Uit een internationale verkenning blijkt dat andere Europese landen verschillend vormgegeven of zelfs geen nationaal beleid hebben op dit onderwerp. Ook uit de reactie op door Nederland gestelde vragen in het Gezondheidsbeveiligingscomité (Health Security Committee), voorgezeten door de Europese Commissie, blijkt het ontbreken van een Europese aanpak niet als urgent probleem wordt gevoeld door andere lidstaten. In samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heb ik op de World Health Assembly in 2011 een eerste side-event georganiseerd om aandacht te vragen voor het beleidsvraagstuk invasieve exotische muggen in Europa. Nederland heeft vervolgens een voortrekkersrol genomen door met de WHO in 2012 een internationale conferentie te organiseren, waarbij experts uit verschillende landen alsmede de Europese Commissie aanwezig waren. In navolging van deze conferentie financier ik uit het partnerprogramma met de WHO de ontwikkeling het «Regional Framework for surveillance and control of invasive mosquito vectors and re-emerging vector-borne diseases». Dit framework staat op de agenda van de jaarlijkse vergadering van de Europese afdeling van de WHO in september 2013. Ik vraag hier actief aandacht en steun voor van onze buurlanden, en ga ervan uit dat Nederland gebaat is met deze aandacht voor monitoring en bestrijding in de Europese regio. Het wordt mij echter ook duidelijk dat delen van eerdergenoemde problematiek rondom preventieve maatregelen en biociden vrij specifiek zijn voor Nederland.

Dengue in Caribisch Nederland

Sinds oktober 2010 zijn Bonaire, St. Eustasius en Saba toegevoegd als bijzondere gemeenten van Nederland. De situatie op deze eilanden is anders dan in het Europese deel van Nederland. Dengue, en muggen die dengue overdragen, komen in Caribisch Nederland endemisch voor. Op verzoek van het bestuurscollege van Bonaire heeft het RIVM in 2012 advies uitgebracht over de bestrijding van dengue ter plaatse. Op dit moment bereid ik een besluit voor over het instellen van een meldplicht voor dengue in Caribische Nederland, als ondersteuning van het huidige bestrijdingsbeleid. U wordt hierover apart bericht.

Bestrijding in de toekomst

Infectieziektebestrijding en maatregelen gericht op vectoren, zoals de Aziatische tijgermug, zijn volgens de Wet publieke gezondheid een verantwoordelijkheid van de gemeente. Omdat het hier om een relatief nieuw probleem gaat dat zich voordoet op een beperkt aantal locaties en er beperkte kennis is over de te nemen maatregelen, heb ik tot nu toe het voortouw genomen bij de bestrijding. Ik zal in overleg met VNG en andere betrokkenen afwegen of dit, met de oplevering van het RIVM advies en het ontwikkelde beleid, zo moet blijven.

Ik verwacht dat vestiging van invasieve exotische muggen met het in deze brief geschetste beleid in ieder geval de komende tientallen jaren voorkomen kan worden. Met dit beleid geef ik invulling aan de motie van het lid Waalkens c.s. uit 2009 die verzoekt om een nultolerantie van Aziatische tijgermuggen. Ontwikkelingen in Europa kunnen dit beleid beïnvloeden. Ik blijf bij de WHO, buurlanden en de EC aandringen op een Europese aanpak. Als de situatie in omringende landen verslechtert, zal ik in overleg met betrokkenen en uw Kamer afwegen tot wanneer de ingezette maatregelen in Nederland nog proportioneel worden geacht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven