32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 107 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2013

Hierbij stuur ik u de uitkomsten van de evaluatie van het Centrum Gezond Leven (CGL) dat onderdeel vormt van het RIVM1. Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijk bureau. Het onderzoeksrapport geeft een goed beeld van de inhoud van en waardering voor de programma’s door relevante partijen.

Achtergrond

Het CGL is in 2008 opgericht nadat drie jaar eerder door IGZ was geconstateerd dat

  • a) het veld van gezondheidsbevorderende instellingen was versnipperd en

  • b) bestaande interventies en kennis onvoldoende gedeeld werden.

Het gevolg was dat lokale professionals onvoldoende gebruik maakten van bestaande kennis en interventies.

In mei 2007 is Uw Kamer geïnformeerd over het doel en de taken van het CGL (Kamerstuk 22 894 nr. 124). Het Centrum kreeg als taak het gebruik van landelijk ontwikkelde evidence based interventies (gezond gedrag stimulerende programma’s en maatregelen) en best practices te bevorderen. Daarnaast diende het CGL professionals in de directe leefomgeving van mensen zoals huisartsen, werkers in zorginstellingen waaronder de thuiszorg, leraren, e.d. te ondersteunen met een inzichtelijk aanbod van kennis en interventies.

Het CGL werkt in vier settings: Gezonde Gemeente, Gezonde Wijk, Gezonde School en Gezond Werk. De meest bekende en gewaardeerde activiteiten van het CGL zijn het LokelGezondleven.nl en de interventiedatabase, waaraan een erkenningtraject is gekoppeld om de effectiviteit van interventies transparant te maken en de toepassing daarvan in de praktijk te bevorderen.

Naast deze reguliere werkzaamheden voert het CGL enkele additionele projecten of programma’s uit zoals het ondersteuningsprogramma Professionals Gezond Versterkt en de #Jeugdimpuls.

De vier genoemde settings blijken een logische keuze: ze komen bijvoorbeeld ook als domeinen terug in het Nationaal Programma Preventie.

Uitkomsten evaluatie

Uit het onderzoek komt naar voren dat het CGL zich stevig op de kaart heeft gezet:

  • het CGL heeft een positieve bijdrage geleverd aan het bieden van overzicht en samenhang in leefstijlinterventies;

  • door de komst van het CGL is de kwaliteit van de beschikbare kennis, materialen en interventies op het gebied van gezondheidsbevordering verbeterd;

  • vooral het erkenningtraject van interventies heeft gezorgd voor een kwaliteitsimpuls en draagt bij aan meer structurele aandacht voor kwaliteitsverbetering in het werkveld;

  • het CGL is goed zichtbaar in de diverse settings, in het bijzonder in die van school en gemeente;

  • de ondersteuning die het CGL biedt op het gebied van gezondheidsbevordering en preventie wordt door de professionals gewaardeerd.

Overigens heeft het CGL onlangs een convenant getekend samen met vier andere partijen (NJI, NCJ, NJI en Movisie) waarin partijen afspraken vastleggen voor de harmonisering van hun erkenningtraject in de periode 2013–2018. Dit betekent een belangrijke stap naar meer kwaliteit en effectiviteit van jeugd-, sport- sociale en leefstijlinterventies.

Op grond van het bovenstaande concludeer ik dat het CGL de doelstellingen die VWS destijds bij de oprichting voor ogen stonden in grote lijnen heeft bereikt.

Ik ben dan ook tevreden met de uitkomsten van de evaluatie en wil geen essentiële wijzigingen aanbrengen in de huidige doelstellingen en de (uitvoering van) rollen en taken.

Uiteraard zijn er ook verbeterpunten. Ik heb het CGL gevraagd samen met zijn partners, met name de thema-instituten op het gebied van leefstijl, voorstellen te doen voor een betere bekendheid en toegankelijkheid van de database met interventies. Ook heb ik bij het CGL gevraagd om samen met partners te bepalen wat de gezamenlijke opgave is voor de komende jaren en welke resultaten zij willen bereiken. Daarnaast neem ik de aanbeveling ter harte dat VWS de aansturing van het CGL en de thema-instituten nog kan verbeteren door meer interne afstemming en scherpere sturing op resultaten.

Tot slot wil ik mijn waardering uitspreken voor de wijze waarop het CGL de afgelopen jaren zijn complexe taak heeft ontwikkeld en uitgevoerd. De uitkomsten van de evaluatie geven handvatten om de rollen van alle betrokken partijen te verbeteren. Gezien de snelle ontwikkelingen in het werkveld en bij de overheden zal ik over vijf jaar opnieuw een dergelijke evaluatie laten uitvoeren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven