32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 104 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 oktober 2013

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 25 juni 2013 inzake beleid invasieve exotische muggen (Kamerstuk 32 793, nr. 96).

De op 6 september 2013 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van 18 oktober 2013 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

Adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de minister

6

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling de brief over beleid invasieve exotische muggen gelezen. Zij hebben nog enkele vragen.

De minister geeft aan dat betrokken organisaties in Nederland inmiddels goede afspraken hebben over (de verantwoordelijkheid voor) de signalering van muggenoverdraagbare aandoeningen bij mens en dier, de monitoring van het voorkomen van invasieve exotische muggen en de bestrijding van deze muggen indien noodzakelijk. Kan de minister deze afspraken nader toelichten?

Totdat fabrikanten van biociden een toelatingsaanvraag in Nederland indienen, zal muggenbestrijding door de overheid in onverwachte situaties plaatsvinden op basis van vrijstellingen afgegeven door de minister van Infrastructuur en Milieu. Kan de overheid op deze wijze snel en adequaat ingrijpen indien de situatie daarom vraagt?

De minister geeft aan dat Lucky Bamboo plantjes niet meer op de huidige wijze kunnen worden geïmporteerd uit derde landen, zoals China. Zijn er andere manieren waarop deze plantjes alsnog geïmporteerd kunnen worden binnen de geldende wet- en regelgeving, of is het niet langer mogelijk voor handelaren om deze plantjes in Nederland te importeren?

Bij het schetsen van het internationale verband geeft de minister aan dat delen van de problematiek rondom preventieve maatregelen en biociden vrij specifiek zijn voor Nederland. Is dit wat de minister betreft aanleiding om aanpassingen te overwegen in het nationale kader van wet- en regelgeving, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

Inleiding

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister waarin de potentiële gezondheidsbedreigingen van invasieve exotische muggen worden geschetst en waarin zij aangeeft hoe getracht wordt vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland te voorkomen. Deze leden hebben ook kennisgenomen van het feit dat invasieve exotische muggen onbedoeld meekomen naar Nederland via de import van producten uit landen waar deze muggen gevestigd zijn, waaronder Lucky Bamboo en gebruikte banden, en dat het complex is om te voorkomen dat invasieve exotische muggen zich permanent in Nederland vestigen omdat er geen effectieve preventieve maatregelen bekend zijn.

RIVM-advies

De leden van de PvdA-fractie vinden het zorgwekkend om uit het RIVM-advies te vernemen dat, hoewel er ervaring is opgedaan met de monitoring en bestrijding van invasieve exotische muggen in Nederland en samenwerking tussen relevante partijen tot stand is gekomen, ervaren knelpunten slechts ten dele of nog niet zijn opgelost. Welke van deze knelpunten zijn nog actueel en welke activiteiten zijn ondernomen om ze te verhelpen?

Hoever zijn de internationale ontwikkelingen met betrekking tot een adequate behandeling of een vaccin voor de relevante overdraagbare infectieziekten?

Biociden

De leden van de fractie van de PvdA vragen hoe er voor wordt gezorgd dat producenten een aanvraag indienen om hun producten toe te laten in Nederland. Welke concrete inspanningen worden hiervoor door Nederland verricht? En wat zijn, gezien de negatieve kosten/baten-verhouding voor producenten, de reële verwachtingen voor Nederland?

Welke mogelijkheden worden er gezien om de benodigde biociden snel in Nederland toe te laten via de per 1 september 2013 ingaande Europese Biociden Verordening? Hoe wordt hierop ingespeeld? Kunnen producenten een goedkopere toelatingsaanvraag doen voor Nederland dan het geval was onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden?

In hoeverre zijn vrijstellingen om exotische muggen te bestrijden met nog niet toegelaten biociden, afgegeven door de minister van Infrastructuur en Milieu op basis van de criteria van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, toereikend voor het oplossen van de problematiek omtrent import van Lucky Bamboo en gebruikte banden? Indien de mogelijkheden niet toereikend blijken, zijn de Warenwet en haar besluiten in staat om import van deze producten te

verbieden als deze import risico’s voor vestiging van invasieve exotische muggen met zich meebrengt? In hoeverre veranderen de mogelijkheden voor vrijstelling van biociden en/of het verbieden van import van risicoproducten als de Europese Biociden Verordening van kracht wordt?

Gebruikte banden

De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre er controle is op naleving van de gemaakte afspraken in het convenant, onder andere het droog invoeren en opslaan van banden uit risicogebieden.

Genoemde leden vragen hoe het kan dat er dit voorjaar, ondanks de bekende gevaren, nog banden zijn geïmporteerd die niet voldoen aan de afspraken zoals opgesteld in het convenant en zij vinden het zorgwekkend dat er de komende tijd wellicht nog meer Aziatische tijgermuggen worden gevonden. Waarom kan de minister van Infrastructuur en Milieu geen vrijstelling afgeven om niet volgens het convenant geïmporteerde gebruikte banden te behandelen met (nog niet toegelaten) biociden?

Welke extra controlemaatregelen zijn er genomen om relevante bedrijven te monitoren op de aanwezigheid van de invasieve exotische muggen en welke bestrijdingsmaatregelen zijn er genomen bij bedrijven waar de mug gesignaleerd is?

Welke communicatie gaat er uit naar omwonende burgers indien invasieve exotische muggen gesignaleerd zijn? Hoe worden zij geïnformeerd over de mogelijke gevaren, preventieve en bestrijdingsmaatregelen? Wordt er voor deze burgers een rol beoogd voor de signalering van invasieve exotische muggen en waar kunnen ze iets melden? En wordt er nagegaan in hoeverre de informatie burgers heeft bereikt en of zij de informatie hebben begrepen?

Deze leden vragen in hoeverre een evaluatie van het convenant na de zomer van 2014 mogelijk is, aangezien larven van de mug de Nederlandse winter kunnen overleven.

Internationaal

De leden van de fractie van de PvdA vinden het zorgwekkend dat invasieve exotische muggen zich gevestigd lijken te hebben in Zuid-Europa en langzaam oprukken naar het noorden, terwijl er geen uniform Europees beleid is om verdere verspreiding van de mug te voorkomen. In hoeverre is er concrete samenwerking met buurlanden?

Deze leden hebben vernomen dat de problematiek rondom preventieve maatregelen en biociden vrij specifiek is voor Nederland. Waarin verschilt Nederland van andere landen waar invasieve exotische muggen een reële bedreiging vormen?

In hoeverre is er kennisuitwisseling met landen die met dezelfde problematiek als Nederland te maken hebben? Welke lessen zijn hieruit geleerd en worden de leerpunten al toegepast?

Genoemde leden zijn blij dat er door Nederland actief steun wordt gevraagd van buurlanden, maar zij vragen in hoeverre er breed wordt ingestoken op de noodzaak van een gezamenlijke, internationale aanpak. Waarom voelen buurlanden geen tot minder urgentie, ook als duidelijk is dat de mate van succes van nationaal beleid nauw samenhangt met de inzet van nabijliggende landen?

Dengue in Caribisch Nederland

De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre het meereizen van eitjes/larven van Caribisch Nederland naar Nederland een reële bedreiging vormt.

Bestrijding in de toekomst

De leden van de fractie van de PvdA hebben vernomen dat de minister het voortouw heeft genomen in de preventie en bestrijding van invasieve exotische muggen omdat het om een relatief nieuw probleem gaat. Zij vragen wel welke criteria gebruikt worden om te bepalen of dit zo zal blijven.

Hoe wordt de verslechtering van de situatie in omringende landen in de gaten gehouden? Welke contacten zijn er op dit gebied?

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister waarin zij haar beleid schetst om vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland te voorkomen. Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog aanvullende vragen.

De leden van de PVV-fractie verbazen zich over de redenering van de minister dat er geen import meer zal plaatsvinden van Lucky Bamboo omdat de importeurs niet aan de verplichting van het Warenwetbesluit kunnen voldoen. Het Warenwetbesluit verplicht importeurs een biocide te gebruiken, maar deze biocide is niet toegelaten of er is geen vrijstelling voor. Voor het bestrijden van tijgermuggen bij bandenbedrijven zijn er echter wel vrijstellingen verleend voor het gebruik van een aantal biociden. Waarom wel voor de bandenbedrijven maar niet voor de importeurs van Lucky Bamboo, zo vragen deze leden. En wie of wat zal de importeurs van Lucky Bamboo weerhouden om de biociden te gebruiken die de bandenbedrijven ook gebruiken? Het Warenwetbesluit bepaalt immers niet welk biocide gebruikt moet worden. De leden van de PVV-fractie vragen ook waarom er zoveel tijd verstreek, namelijk ruim twee weken, tussen de vondst van de tijgermug bij het bandenbedrijf in Oss en het verlenen van de vrijstelling voor de bestrijdingsmiddelen. Kan de minister dit uitleggen? Tot slot willen de leden van de PVV-fractie graag weten hoe waterdicht het convenant is dat is afgesloten met de bandenbedrijven. Hebben alle bandenbedrijven dit convenant ondertekend? Hoe vrijblijvend is het convenant? Hoe wordt de naleving gecontroleerd en wat zijn de sancties bij overtreding? Deze leden krijgen hierop graag een nadere toelichting.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen naar aanleiding van de brief van de minister over het beleid invasieve exotische muggen. De minister geeft aan dat met het in de brief geschetste beleid de vestiging van invasieve exotische muggen in ieder geval de komende tientallen jaren voorkomen kan worden. Hoe verhoudt zich dat tot de berichten van de afgelopen tijd dat de exotische tijgermug aangetroffen is in de gemeenten Almere, Oss, Weert en Montfoort, zo vragen de leden van de CDA-fractie. De tijgermug is in deze gemeenten bij bandenbedrijven aangetroffen. Genoemde leden vragen of de desbetreffende banden wel of niet onder de convenantafspraken vallen. Tevens vragen zij aan de minister of het niet verstandig is om eerder het convenant te evalueren dan na de zomer van 2014. Indien het convenant niet werkt, is de minister dan van mening dat er een wettelijke grondslag voor preventieve maatregelen moet komen?

Voor het bestrijden van zowel larven als volwassen exotische muggen zijn verschillende soorten biociden nodig. De benodigde bestrijdingsmiddelen zijn echter niet toegelaten in Nederland, omdat producenten de middelen niet voor toelating hebben aangeboden. Wanneer verwacht de minister een toelatingsaanvraag? Heeft de minister nog andere middelen dan alleen het aandringen bij de fabrikanten op een spoedige toelatingsaanvraag?

De minister geeft aan dat Lucky Bamboo plantjes niet meer op de huidige wijze uit derde landen geïmporteerd kunnen worden. Betekent dit dat geen enkele import van Lucky Bamboo plantjes meer mogelijk is? Indien geen enkele vorm van import meer mag, bestaat er dan een gevaar van illegale handel?

De leden van de CDA-fractie vragen ook wat mensen moeten doen die door de exotische tijgermug gestoken zijn. Welke behandeling is voorhanden en is er bij artsen voldoende kennis omtrent de behandeling?

De minister dringt onder meer bij de Europese Commissie aan op een Europese aanpak. Bij welke raden heeft zij dit onderwerp de afgelopen drie jaar ter sprake gebracht?

De leden van de CDA-fractie vinden het verstandig dat de minister tot nu toe het voortouw heeft genomen, omdat het een relatief nieuw probleem is. Gezien de vele onzekere factoren (geen bestrijdingsmiddelen, nog geen toelatingsaanvragen, het ontbreken van een wettelijke grondslag voor preventiemaatregelen voor de handel in gebruikte banden, ontbreken van een Europese aanpak) kunnen deze leden zich indenken dat de minister voorlopig nog het voortouw houdt.

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetsbeleid om vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland te voorkomen en te vertragen. Deze leden zijn van mening dat met het oog op de volksgezondheid een effectief (Europees) beleid ter bestrijding van dit soort muggen, waaronder ook de tijgermug valt, noodzakelijk is. Zij hebben voorts nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie constateren dat er op dit moment slechts beperkte wetenschappelijke kennis is over effectieve preventieve maatregelen voor het voorkomen van vestiging van invasieve exotische muggen. Deze leden vragen de minister op welke wijze zij deze wetenschappelijke kennis wil vergroten. Ondersteunt de minister speciale onderzoeksprogramma’s die hierop zijn gericht? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie stellen vast dat het beleid van de minister zich met name richt op de import van Lucky Bamboo en gebruikte banden. Deze leden vragen de minister of zij in kaart heeft gebracht of er nog andere risicovolle producten in Nederland zijn. Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten? Zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie constateren dat infectieziektebestrijding en maatregelen gericht op het bestrijden van invasieve exotische muggen op basis van de Wet publieke gezondheid in principe een verantwoordelijkheid van de gemeenten zijn. Heeft de minister in kaart gebracht welke gemeenten een hoger risico lopen, omdat daar bedrijven gevestigd zijn die handelen in gebruikte banden en Lucky Bamboo? Deze leden vragen of de minister inmiddels contact heeft gehad met dit soort risicogemeenten. Op welke wijze wil de minister deze gemeenten betrekken bij haar beleid ten aanzien van invasieve exotische muggen? En op welke wijze worden de GGD’en betrokken bij dit proces?

II. REACTIE VAN DE MINISTER

Onderstaand vindt u de antwoorden op vragen naar aanleiding van mijn brief over mijn beleid op invasieve exotische muggen (Kamerstuk 32 793, nr. 96). Ik heb de antwoorden gegroepeerd in vijf onderwerpen:

  • Preventie en bestrijding van tijgermuggen bij bandenbedrijven

  • Lucky Bamboo

  • Biociden

  • Internationaal

  • Overige vragen

Preventie en bestrijding van tijgermuggen bij bandenbedrijven

De leden van de fracties van PvdA, PVV en CDA stellen vragen over het convenant over preventieve maatregelen bij bandenbedrijven. Het convenant is ondertekend door het Algemeen bestuur van vereniging VACO (Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche). Sinds eind juni geldt dat handelaren die gebruikte banden uit risicogebieden importeren, deze droog moeten invoeren en droog moeten opslaan. De afspraken in het convenant zijn het resultaat van een zoektocht naar effectieve én haalbare preventieve maatregelen. In het voorjaar vonden daarover nog gesprekken plaats, en zijn banden nog verhandeld zonder toepassing van de preventieve maatregelen die nu onder de convenantafspraken vallen. Voor bedrijven betekenen de maatregelen namelijk een aanpassing in de bedrijfsvoering. De NVWA gaat de komende tijd controleren of bandenbedrijven zich aan de convenantafspraken houden en we bekijken hoe transparantie en toezicht verbeterd kunnen worden. Ook ga ik na wat de invloed is van de recente uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over handhaving door de provincie bij bandenbedrijven op basis van de Wet milieubeheer.

Deze zomer zijn op verschillende bandenbedrijven Aziatische tijgermuggen aangetroffen en bestreden door de NVWA. Hoewel het kan dat er nog eitjes van Aziatische tijgermuggen zijn ontwikkeld tot volwassen muggen, uit banden uit risicogebieden die voor het ingaan van het convenant niet droog zijn opgeslagen, gaat de NVWA na of er ook andere oorzaken zijn. Ik zal de bestrijding in het najaar met betrokkenen evalueren. Er zal altijd een zeker risico blijven dat wij Aziatische tijgermuggen aantreffen bij bedrijven die handelen in gebruikte banden. Ik verwacht echter na nog een muggenseizoen waarin preventieve maatregelen gelden, te kunnen evalueren of de convenantafspraken zichtbaar helpen om de insleep van Aziatische tijgermuggen te voorkomen, doordat de grootste risico’s voor introductie en verspreiding weg worden genomen. Het convenant is nog pril (4 maanden) en derhalve is meer tijd nodig om te kunnen beoordelen wat de effecten ervan zijn. We evalueren na het komende muggenseizoen.

De leden van de VVD-fractie vragen naar de afspraken rondom monitoring, signalering en bestrijding van invasieve exotische muggen in Nederland. De leden van de PvdA-fractie vragen naar de bestrijdingsactiviteiten. Monitoring van muggen in Nederland vindt plaats door het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA. Signalen worden gemeld aan het RIVM, die een regiefunctie vervult bij de bestrijding van invasieve exotische muggen. Als een patiënt een muggenoverdraagbare aandoening oploopt in Nederland komt dit signaal via de GGD bij het RIVM. Het RIVM adviseert over bestrijding in specifieke gevallen. De monitoring en bestrijding op bandenbedrijven deze zomer heeft plaatsgevonden volgens de standaardprocedures van de NVWA en het RIVM, die zijn vastgelegd in draaiboeken (online terug te vinden in het RIVM advies «Preventie en bestrijding van exotische muggen in Nederland» en het draaiboek «Vondst exotische mug» van de NVWA). De NVWA coördineert bestrijdingsactiviteiten bij de betrokken bedrijven, onder andere opdrachtverstrekking aan dierplaagbestrijdingsbedrijven en gezamenlijke communicatie met GGD’en richting gemeenten en omwonenden. Er wordt op een besmet bedrijf gedurende enkele weken bestreden met biociden gericht tegen volwassen muggen en larven. In enkele gevallen werden volwassen muggen of larven aangetroffen rondom het bandenbedrijf. Het RIVM heeft hier apart over geadviseerd en bestrijding op deze locaties is aangepast en geïntensiveerd. Omwonenden ontvangen een folder over de bestrijdingsacties. Deze folder is in te zien op de site van de NVWA. Voor vragen kunnen omwonenden altijd terecht bij de GGD. Ik heb geen signalen ontvangen uit vragen aan GGD en NVWA, dat er onduidelijkheid zou bestaan bij omwonenden over de informatieverstrekking. Iedereen kan het overigens melden als zij denken een tijgermug te hebben gezien, hiervoor is informatie opgenomen op de site van de NVWA. De NVWA volgt de meldingen op waarvan het aannemelijk wordt geacht dat het daadwerkelijk om een Aziatische tijgermug gaat, met monitoringsactiviteiten op de locatie om de melding te kunnen bevestigen.

Lucky Bamboo

De leden van de fracties van de VVD, PvdA en CDA stellen vragen over alternatieve manieren om Lucky Bamboo te verhandelen. Doordat de minister van I&M geen vrijstelling meer afgeeft voor het benodigde biocide, kunnen bedrijven volgens het Warenwetbesluit niet meer op de huidige wijze Lucky Bamboo verhandelen, namelijk rechtstreeks uit derde landen zoals China. Bedrijven kunnen wel een ander effectief biocide of middel laten onderzoeken en registreren. Bedrijven kunnen de planten via een andere EU-lidstaat importeren, dit vind ik echter geen wenselijke ontwikkeling. De NVWA blijft op de bedrijven monitoren op de aanwezigheid van tijgermuggen. Ik verken daarnaast de mogelijkheden om het huidige Warenwetbesluit uit te breiden voor handel vanuit de EU. Ik verwacht niet dat er een illegale handel ontstaat.

Biociden

De leden van de fractie van de VVD, PvdA en PVV stellen soortgelijke vragen over vrijstellingen voor het gebruik van niet toegelaten biociden om muggen te bestrijden. Deze vrijstellingen worden afgegeven door de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M).

De leden van de VVD-fractie vragen of er op deze wijze snel en adequaat ingegrepen kan worden, en de leden van de PVV-fractie vragen naar de tijd tussen de vondst van een tijgermug en het verlenen van een vrijstelling. Zodra de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) een tijgermug aantreft in de monitoring volgt eerst een moleculaire bevestiging. Vervolgens meldt de NVWA de bevestigde vondst aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM stelt met experts een op de situatie aangepast bestrijdingsadvies op. Op basis van dit advies geef ik opdracht tot bestrijding en vraag ik bij de eerste vondst een vrijstelling voor 120 dagen aan voor de benodigde middelen bij mijn collega van I&M. Deze procedure is nodig voor een goed onderbouwd advies en afweging, de ervaring leert ook dat daar tijd voor is. In de tussenliggende tijd starten het RIVM en de NVWA overigens reeds met de voorbereidingen voor de bestrijding.

De leden van de PvdA- en PVV-fractie vragen naar de specifieke toepassing van de vrijgestelde bestrijdingsmiddelen. Ik wil nogmaals benadrukken dat de huidige vrijstellingen alleen gelden voor het gebruik van biociden voor muggenbestrijding in opdracht van de overheid in de open ruimte, zoals een terrein van een bandenbedrijf. De vrijstelling is niet van toepassing voor preventief gebruik door handelaren van zowel Lucky Bamboo als gebruikte banden, om de ontwikkeling van muggeneitjes tot volwassen muggen te voorkomen. Preventief gebruik is immers geen onvoorziene situatie; één van de wettelijke criteria voor het verlenen van een vrijstelling. De handelaren zullen dan ook alternatieve preventieve maatregelen moeten nemen, zoals het droog invoeren en opslaan van gebruikte banden uit risicogebieden.

De leden van de PvdA- en CDA-fractie vragen naar de toelating van de benodigde biociden in Nederland. Het is de verantwoordelijkheid van producenten en betrokken sectoren om middelen toegelaten te krijgen op de markt. Ik heb bij de betrokken sectoren aangedrongen om met de producenten te onderhandelen over een aanvraag. Omdat in dit geval de overheid dezelfde middelen nodig heeft om muggen te bestrijden in de open ruimte, ben ik ook zelf in overleg met producenten. Tot op heden heb ik hen niet kunnen bewegen een toelatingsaanvraag in Nederland in te dienen. Omdat de middelen ook elders in Europa gebruikt worden voor muggenbestrijding, verwacht ik dat de middelen in een andere EU-lidstaat geregistreerd worden. Met de komst van de Europese Biociden Verordening is het mogelijk voor de producent om via een wederzijdse erkenning van een toelating in een andere EU-lidstaat een toelating in Nederland aan te vragen, dit is goedkoper dan het apart indienen van een aanvraagdossier onder de oude nationale wetgeving. Ik kan van de producenten geen reële tijdsinschatting krijgen voor toelating in Nederland, zij dragen hiervoor verschillende redenen aan waarop ik geen invloed heb.

De leden van de fracties van de VVD en PvdA vragen naar de specifieke problematiek rondom biociden in Nederland ten opzichte van andere Europese landen. Daar zijn verschillende redenen voor. De Europese Biociden verordening is per september 2013 van kracht. Deze voorziet in een op Europees niveau gemeenschappelijk beoordelen van de werkzame stoffen (de in een biocide aanwezige stoffen die zorgen dat bepaalde schadelijke organismen, in dit geval de muggen, worden bestreden). Nadat een Europese goedkeuring heeft plaatsgevonden, krijgen toelatingshouders twee jaar de tijd om nationale toelatingen hiermee in lijn te brengen. Met de Biociden verordening en voorgaande richtlijn is op Europees niveau gekozen voor een gefaseerde harmonisatie. Hierdoor blijven gedurende de overgangssituatie verschillen in de toelatingssituatie tussen de lidstaten bestaan. Nederland hanteerde op het moment van vaststelling van de Richtlijn (begin 1998) al een uitgewerkt systeem voor de beoordeling van alle producttypen van biociden en moet dit systeem blijven hanteren voor middelen die nog niet Europees zijn geharmoniseerd. Andere lidstaten kennen veelal een systeem waarin niet alle producttypen een toelating nodig hebben of kennen beperkte toelatingseisen. In het «WHO Regional Framework for surveillance and control of invasive mosquito vectors and re-emerging vector-borne diseases» van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), staat een passage over mogelijke biocidenproblematiek in Europese landen, omdat ik daar speciaal aandacht voor heb gevraagd. Daarnaast ga ik met de Europese Commissie overleggen over de invloed van de biocidenwetgeving op de beschikbaarheid van biociden die overheden nodig hebben voor volksgezondheidsdoeleinden.

Internationaal

De leden van de fracties van de VVD en PvdA vragen waarin de problematiek van preventieve maatregelen in Nederland verschilt van andere landen waarin invasieve exotische muggen een bedreiging vormen. Ten eerste zijn er landen in Europa die al te maken hebben met vestiging van invasieve exotische muggen in delen van het land; aandacht is dan niet volledig gericht op preventieve maatregelen om vestiging te voorkomen. Ten tweede vindt de import van Lucky Bamboo in de EU tot nu toe alleen plaats via Nederland, waardoor hier al langer aandacht en kennisopbouw is rondom insleep en bestrijding van Aziatische tijgermuggen. Tenslotte zijn preventieve maatregelen een voorzorgsmaatregel om infectieziekte-uitbraken in de toekomst te voorkomen. Niet alle landen geven hier, onder andere vanwege bezuinigingen, prioriteit aan.

De leden van de PvdA- en D66-fractie vragen naar kennisuitwisseling. In het kader van het inmiddels aangenomen WHO Regional Framework over invasieve exotische muggen, vindt kennisuitwisseling plaats met buurlanden en kennisuitwisseling in de toekomst is ook meegenomen in het uiteindelijke stuk van de WHO. Het RIVM neemt daarnaast ook actief deel aan internationale wetenschappelijke netwerken over invasieve exotische muggen, zoals VBORNET van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Het ECDC ontwikkelde reeds surveillancerichtlijnen. Tenslotte stimuleert de Duitse overheid de ontwikkeling van bestrijdingsrichtlijnen, in samenwerking met de WHO en de European Mosquito Control Association waar ook Nederland een bijdrage aan levert.

De leden van de CDA-fractie stellen dat ik bij de Europese Commissie aan moet dringen op een Europese aanpak. Ik heb echter gekozen voor een andere route, namelijk de Europese afdeling van de WHO, omdat de problematiek breder is dan de EU. Inmiddels heeft de EU zijn steun uitgesproken voor het eerdergenoemde Regional Framework, op de jaarlijkse vergadering van de Europese afdeling van de WHO. Ik ben voornemens de Europese afdeling van de WHO verder te ondersteunen bij het vervolg van het raamwerk.

Overige vragen

De leden van de PvdA-fractie vragen naar de aanbevelingen uit het RIVM advies. De aanbevelingen betroffen preventieve maatregelen tegen de insleep van invasieve exotische muggen, het beschikbaar maken van biociden en het bevorderen van een internationale aanpak. Alle drie de onderdelen zijn in de kamerbrief en hierboven besproken.

De leden van de PvdA-fractie vragen naar internationale ontwikkeling van een vaccin. Er zijn enkele studies verschenen over experimenten met een vaccin tegen dengue (knokkelkoorts), tot nu toe is er echter nog geen zicht op een vaccin wat op de markt zal komen. De leden van de CDA-fractie vragen wat mensen moeten doen die zijn gestoken door een Aziatische tijgermug en welke behandeling voorhanden is. Ten eerste wil ik benadrukken dat Aziatische tijgermuggen niet gevestigd zijn in Nederland, en dat wij aangetroffen muggen bij bandenbedrijven altijd bestrijden, waardoor de kans dat mensen door een Aziatische tijgermug worden gestoken in Nederland erg klein is. Een steek van een Aziatische tijgermug is op zichzelf ongevaarlijk. De kans dat een geïmporteerde mug besmet is met een virus is zeer klein, waarmee de kans dat mensen gestoken worden en vervolgens ook ziekte ontwikkelen nihil is. Omwonenden ontvangen informatie over de Aziatische tijgermug en de bestrijding, en kunnen voor vragen altijd terecht bij de GGD. Bij de ontwikkeling van symptomen kunnen patiënten zich tot de huisarts wenden. Er zijn geen adequate medicijnen voorhanden tegen relevante overdraagbare infectieziekten zoals dengue, behandeling berust op het bestrijden van de symptomen.

De leden van de D66-fractie vragen naar eventuele andere risicovolle producten in Nederland. Uit de wetenschappelijke literatuur is bekend dat Lucky Bamboo en gebruikte banden een hoog risico vormen voor de insleep en verspreiding van invasieve exotische muggen. Daarop heeft de NVWA een intensieve monitoring opgezet bij deze bedrijven. Het Centrum Monitoring van de NVWA monitort daarnaast ook in de haven van Rotterdam, op Schiphol en in risicogebieden vlakbij de grens met Duitsland en België. Ook kijkt de NVWA naar het voorkomen van allerlei inheemse muggen verspreid door Nederland. In deze monitoring is er in Lelystad een andere soort invasieve exotische mug (Aedes japonicus) aangetroffen, ook wel Aziatische bosmug genoemd. Nader onderzoek naar deze eerste vondst laat zien dat de mug al langere tijd en wijder verspreid voorkomt. Een zorgvuldige risicobeoordeling laat zien dat er geen aanwijzingen zijn dat deze mug een risico vormt voor de volks- of diergezondheid. Ook de lokale overlast door deze muggenpopulatie is waarschijnlijk beperkt. Naar verwachting zal actieve bestrijding onevenredige schade aan het milieu aanrichten. Alles overwegend zal er daarom geen actieve bestrijding van deze muggenpopulatie gaan plaatsvinden. GGD Flevoland, de NVWA en het RIVM zullen gezamenlijk met ons de communicatie richting het publiek vormgeven.

De leden van de PvdA-fractie vragen naar mogelijke insleep van eitjes/larven van Caribisch Nederland naar continentaal Nederland. De Aziatische tijgermug komt in Caribisch Nederland niet voor. Wel komt de gelekoortsmug voor, maar deze kan zich niet vestigen in een gematigd klimaat als Nederland. Voor zover bij mij bekend vindt geen handel van hoogrisicogoederen plaats vanuit Caribisch Nederland, en als er banden worden verhandeld vallen deze onder het convenant, dus ik zie daar geen grote bedreiging.

De leden van de fracties van de PvdA en D66 vragen naar de verantwoordelijkheid voor bestrijding van invasieve exotische muggen. Deze verantwoordelijkheid ligt, op basis van de Wet Publieke Gezondheid, bij de gemeenten. Ik heb nu het voortouw genomen. In overleg met o.a. de Vereniging Nederlandse Gemeenten en GGD Nederland verken ik criteria die bepalen of dit zo moet blijven. Bedrijven die handelen in gebruikte banden uit hoogrisicogebieden, waar bestrijding plaatsvond, zijn bekend bij de betrokken gemeente aangezien de NVWA altijd samen met de GGD de gemeente informeert alvorens te bestrijden. Ik zal (enkele) betrokken gemeenten vragen om deel te nemen aan ons overleg met de VNG.

Naar boven