Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32780-VI nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32780-VI nr. 4 |
Vastgesteld 14 juli 2011
De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
De Roon
De griffier van de commissie,
Nava
1
Waarom wordt in de artikelsgewijze toelichting slechts verwezen naar het overzicht van belangrijkste uitgaven en ontvangstenmutaties en wordt bij de afzonderlijke beleidsartikelen niet ingegaan op de belangrijkste mutaties?
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften opgesteld door het ministerie van Financiën worden alle mutaties boven de € 5 mln. maar onder de € 10 mln. toegelicht bij de betreffende artikelen. Alle mutaties boven de € 10 mln. worden in de tabel belangrijkste mutaties toegelicht. Deze laatste mutaties nog eens opnemen onder de artikelen heeft weinig toegevoegde waarde.
2
Kan alsnog meer specifiek voor de afzonderlijke onderdelen van de verschillende beleidsartikelen een toelichting worden gegeven op de omvangrijkste mutaties?
Conform de door het ministerie van Financiën opgestelde Rijksbegrotingsvoorschriften zijn de toelichtingen op de omvangrijkste mutaties in een apart hoofdstuk van de suppletoire wet opgenomen.
3
Kan een «p x q»-onderbouwing van het gestegen beroep op de rechter worden gegeven en de budgettaire vertaling daarvan? Welk deel van de uitgaventoename wordt opgevangen uit de reserves van de rechtspraak?
Voor het jaar 2011 zal naar verwachting het aantal civiele zaken met ongeveer 50 000 stijgen, bestuurszaken bij de rechtbank (exclusief belasting en vreemdelingen) met 7 500. Voor het jaar 2011 waren hierdoor 56 000 respectievelijk 5 000 zaken budgettair niet gedekt. Met het ontbreken van dekking van 6 000 zaken was al rekening gehouden, dit zou uit beschikbare reserves worden bekostigd. Bij dit type zaken horen kostprijzen van € 885 respectievelijk € 1 995 conform het prijsakkoord 2011–2013.
Bij de overige productcategorieën zijn het relatief kleine mutaties, zowel positief als negatief. In totaal gaat het om een bedrag van circa € 61 mln., waarbij € 25 mln. wordt gedekt door het ministerie. De overige € 36 mln. worden door de Rechtspraak gedekt uit de bij de Rechtspraak beschikbare reserves.
4
Hoe succesvol is de tweede carrièreregeling?
De Regeling arrangementen tweede carrière na substantieel bezwarende functies bij DJI (hierna: de regeling) is op 1 januari 2009 ingevoerd. Van 1 januari 2009 tot 1 juni 2011 hebben 371 mensen gebruik gemaakt van deze regeling. Uitgangspunt van de regeling is dat 230 medewerkers structureel per jaar van een arrangement gebruik maken.
5
Hoeveel bedraagt de geraamde stijging van de civiele zaken precies?
Voor het jaar 2011 gaat het om (afgerond) 50 000 civiele zaken bij de rechtbank.
6
Hoeveel bedraagt de geraamde stijging van de bestuursrechtzaken precies?
Voor het jaar 2011 gaat het om (afgerond) 7 500 bestuurszaken bij de rechtbank (exclusief belasting en vreemdelingen).
7
Hoeveel euro’s moeten in totaal worden bijgedragen, dus inclusief de Rechtspraak, om de toename van het aantal zaken te dekken?
In totaal gaat het om een bedrag van circa € 61 mln., waarbij € 25 mln. wordt gedekt door het ministerie. De overige € 36 mln. worden door de Rechtspraak gedekt uit de bij de rechtspraak beschikbare reserves.
8
Bestaan de (snelle) interventieteams al? Zo ja, sinds wanneer? Wat zijn de ervaringen tot nu toe?
Op dit moment houdt het OM samen met de politie in vijf parketten (Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam en Den Bosch) een pilot met de werkwijze ZSM. Deze pilot is eind februari van start gegaan in Utrecht. Met ZSM wordt beoogd dat er binnen 6 uur na aanhouding een beslissing wordt genomen over de wijze van afdoening. De executie wordt zo mogelijk meteen gestart. Daarvoor zitten de verschillende partners met elkaar aan tafel en breidt het OM zijn werktijden uit naar 16 uur per dag, 7 dagen in de week. Bovendien wordt door de ZSM-werkwijze de administratieve last sterk teruggedrongen en wordt het strafrecht waar nodig selectief ingezet. Dankzij ZSM is in de vijf parketten waar de pilot momenteel loopt meer dan de helft van de aangeleverde zaken versneld afgedaan. In totaal gaat het tot medio mei om ongeveer 4 800 zaken. Eind 2011 wordt de pilot geëvalueerd op basis daarvan wordt besloten of en hoe ZSM landelijk geïmplementeerd wordt.
9
Hoe komt het dat er meerkosten (€ 41,6 mln.) zijn dan geraamd van de regelingen Substantieel Bezwarende Functies en Tweede carrière?
De uitvoering van de regelingen Substantieel Bezwarende Functies (SBF) en tweede carrière stelt DJI voor hogere kosten. Enerzijds hebben minder personeelsleden die in aanmerking komen voor de SBF-regeling gekozen voor de tweede carrière regeling. Hierdoor zijn de SBF-kosten hoger dan geraamd. Anderzijds heeft relatief jong personeel wel gekozen voor de tweede carrière regeling, die hier volgens de criteria ook voor in aanmerking komen. Daardoor, en omdat het personeel kiest voor een duurste variant zijn ook de kosten van de tweede carrière regeling hoger dan geraamd. DJI heeft nu hogere kosten door het inwerkingtreden van de SBF-regeling en extra kosten voor de personeelsleden die gebruik maken van de tweede carrière regeling. Overigens wordt door DJI beleid ontwikkeld om deze kosten te drukken.
10
Hoeveel criminele organisaties worden op dit moment aangepakt? Hoeveel criminele organisaties zijn er in totaal in beeld?
De kabinetsambitie ziet op een verdubbeling van het aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden in de periode tot eind 2014. Daarbij wordt de globale schatting over het percentage aangepakte criminele samenwerkingsverbanden die in 2009 is gemaakt, als ijkpunt gehanteerd. Uit die grofmazige inventarisatie die eind 2009 heeft plaatsgevonden bleek dat van de serieuze signalen over georganiseerde criminaliteit op de prioritaire thema’s ongeveer 20% werd opgepakt door politie en OM.
Criminele organisaties zijn niet altijd vastomlijnde groepen, maar vaak fluïde samenwerkingsverbanden die sterk wisselen in samenstelling en duur van die samenwerking. Simpelweg «tellen» van aantallen criminele samenwerkingsverbanden (csv’s) is een te beperkte benadering die geen recht doet aan de werkelijkheid. Om tot een steeds beter beeld en een gerichtere aanpak te komen, die recht doet aan dit gegeven, wordt de komende jaren verder gewerkt aan intelligence en zicht op zaken.
11
Waar is de intensivering bij de verdubbeling gepakte criminele organisaties nog meer voor bestemd behalve voor het Vastgoed Intelligence Centre?
De intensivering wordt daarnaast voornamelijk aangewend voor extra personele inzet (ca 70 fte oplopend tot ca 95 fte structureel vanaf 2014). Deze extra inzet heeft betrekking op extra personeel bij het OM voor (a) de aansturing van de extra rechercheteams, waarmee de misdaadgroepen worden aangepakt, (b) een 24 uursvoorziening ten behoeve van het coördineren van de betrokken departementen als het gaat om de bescherming van de vitale infrastructuur; (c) de versterkte coördinatie van de aanpak van de georganiseerde criminaliteit, (d) het mobiliseren van de programmatische aanpak (betrekken van partners) in het opsporingsonderzoek en (e) de bestrijding van horizontale fraude.
12
Wat voor soort personeel wordt bedoeld bij de «high impact crime»?
Het betreft officieren van Justitie en assistent officieren van Justitie.
13
Wat voor investeringen in ICT zijn nodig bij het bestrijden van de «high impact crime»?
Hierbij valt te denken aan ICT die nodig is voor de innovatie van forensische opsporing.
14
Wat is de reden dat het budget van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2010 niet volledig is uitgeput?
In 2010 was de verwachting dat als gevolg van o.a. opgelegde taakstellingen VenJ op een tekort zou afstevenen. Ter voorkoming hiervan zijn tijdig maatregelen genomen, zoals het instellen van een (selectieve) vacature- en verplichtingenstop. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen; VenJ heeft het voorziene tekort kunnen ombuigen tot een bescheiden overschot.
15
Waarop is de verwachting gebaseerd dat de inwerkingtreding van de nieuwe Wet griffierechten burgerlijke zaken de griffieontvangsten met 5% doet stijgen?
Bij het totstandkomen van de nieuwe Wet griffierechten burgerlijke zaken werd indertijd verwacht dat de griffierechtontvangsten met 5% zouden stijgen. Onlangs is deze verwachting op basis van herijkte ramingsmodellen opwaarts bijgesteld. Dit veroorzaakt, in combinatie met de verwachte instroomstijging, een meevaller van circa € 25 mln. op de griffierechtontvangsten in 2011.
16
Kunnen de eerste realisatiecijfers van dit jaar met betrekking tot de inwerkingtreding van de nieuwe Wet griffierechten burgerlijke zaken worden gegeven?
De eerste 4 maanden van het jaar is er ongeveer € 20 mln. per maand aan griffierechtontvangsten gerealiseerd. Dit bevestigt het beeld dat de geraamde meevaller van € 25 mln. gerealiseerd zal worden.
17
Op welke manier slaat de daling van strafrechtzaken terug in de begroting?
De daling van strafzaken zit besloten in de totale raming van benodigde middelen voor de rechtspraak. Zo vormt de daling van het aantal strafrechtzaken de gedeeltelijke dekking voor de stijging bij Civiel- en Bestuurszaken.
18
Klopt het dat in 2010 voor 719 000 euro van het beschikbare budget van 1,6 mln. euro aan aanvragen voor forensische onderzoeken gehonoreerd? Wat gebeurt er met het restant van dit budget? Wat is het budget voor 2011?
Het klopt dat in 2010 voor € 715 000 aan aanvragen voor forensisch onderzoek is gehonoreerd. In 2010 zijn 90 aanvragen gedaan, waarvan er 85 door de Landelijke Toetsingscommissie (LTC) zijn toegewezen en 5 zijn afgewezen. Als gevolg van het beperkte aantal aanvragen resteerde in 2010 een bedrag van circa € 1 mln. dat niet is besteed aan projecten in het kader van het experiment. Dit bedrag is alternatief aangewend ter uitvoering van taken van het Openbaar Ministerie en het departement.
19
Is de regering met het oog op transportcriminaliteit voornemens om zowel de officier van justitie als de ladingdiefstallenteams na 2011 te continueren?
Op basis van de criminaliteitsbeeldanalyse en de resultaten van de landelijk officier en het bovenregionaal rechercheteam in Zuid-Nederland wordt later dit jaar bezien of de opgebouwde expertise voldoende geborgd kan worden in de staande organisaties, ofwel dat verlenging van de officier van Justitie gewenst of noodzakelijk is.
Het ladingdiefstallenteam zal straks binnen het totaal van de nationale politie moeten worden georganiseerd en maakt onderdeel uit van de totale prioriteitstelling van de politie.
20
Wat is het budget voor het zsm-project? Waar wordt 20,4 mln. euro precies aan besteed? Op welke termijn valt een daling van de uitgaven te verwachten?
Het budget voor het zsm-project is € 20,4 mln en heeft betrekking op de post «veiliger op straat»» zoals vermeld in de tabel «belangrijkste suppletoire mutaties» van de 1e suppletoire begroting. Er wordt geen daling van de uitgaven verwacht. Zoals in de toelichting bij deze tabel is vermeld wordt de vrijgespeelde capaciteit ingezet ter versterking van de beoordelingscapaciteit en daarmee de versnelling van de doorlooptijden.
21
Welke wijziging is inmiddels ingevoerd naar aanleiding van de met algemene stemmen aangenomen motie over een gerichte verhoging van de tarieven voor verkeersboetes (32 500 VI, nr. 41)?
In de brief d.d. 14 december (TK vergaderjaar 2010–2011, 29 398, 32 500 VI, nr. 259) is gemeld dat de aanpassingen aan het stelsel van boetetarieven worden meegenomen bij de reeds geplande tariefsverhoging van 1 januari 2012. In de brief over de uitvoering van de tijdens de behandeling van de Justitiebegroting aangenomen moties (32 500 VI, nr. 84), is toegezegd dat uw Kamer medio 2011 nader geïnformeerd wordt over de manier waarop de regering precies uitvoering geeft aan deze motie. Inmiddels is duidelijk dat dit rond augustus 2011 plaatsvindt.
22
In hoeverre lopen de «hot spots» van verkeersongelukken samen met de locaties waar de meeste verkeershandhaving plaatsvindt? In zoverre het merendeel van de verkeershandhaving voornamelijk buiten deze «hot spots» plaatsvindt, wat is daarvan de reden?
De «hotspots» van verkeersongelukken worden door het regionaal OM, politie en wegbeheerders beschreven in regionale verkeershandhavingsplannen. Op basis van deze regionale analyse van ongevallen en verkeersgedrag worden afspraken gemaakt over de locaties die in aanmerking komen voor verkeershandhaving. Daarenboven worden ook afspraken gemaakt over de in te zetten mensen en middelen (voor snelheidscontroles o.a. radarapparatuur, laserguns, videovoertuigen etc.). De inzet van de verkeershandhaving geschiedt dus met name op die locaties waar een verhoogd risico aanwezig is, maar is ook op overige locaties gericht op het bevorderen van de verkeersveiligheid. Immers, verkeershandhaving is een van de manieren om een betere naleving van de verkeersregels af te dwingen.
23
Hoe hoog is de aan de Rode Draad verstrekte of nog te verstrekken subsidie over het jaar 2011?
In het kader van het traject van de Wet regulering prostitutie is aan de Rode Draad een subsidie verstrekt van € 200 000 voor activiteiten tot en met 2012. Aan de Rode Draad is een voorschot verleend ter hoogte van 80% van het te subsidiëren bedrag. Uitbetaling resterende 20% zal bij vaststelling subsidie in 2012 plaatsvinden.
24
Zijn er Europese landen bekend waar verkoop van zogenaamde «nep dope» strafbaar is? Zo ja, welke landen zijn dat? Welke ervaringen zijn er in die landen met de strafbaarstelling?
Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft hier geen onderzoek naar gedaan. Derhalve is niet bekend of en zo ja, op welke wijze nep dope in andere Europese landen strafbaar is gesteld en wat de ervaringen hiermee zijn.
25
Welk budget is beschikbaar in 2011 voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel uitgesplitst in B9-opvang en de opvang van slachtoffers met de Nederlandse nationaliteit?
In 2011 is een budget van € 650 000 beschikbaar gesteld voor een pilot voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel. In het kader van de pilot worden zowel «B9-slachtoffers» als slachtoffers met een Nederlandse nationaliteit opgevangen. Het bedrag is niet specifiek toegedeeld of gesplitst naar typen slachtoffers.
26
Met betrekking tot de aanpassing schadefonds geweldsmisdrijven, welk bedrag wordt begroot dat op daders wordt verhaald?
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven verstrekt een tegemoetkoming aan slachtoffers van een geweldsmisdrijf in die gevallen waarin het slachtoffer niet op andere wijze de geleden schade vergoed kan krijgen, dus ook niet door de dader(s). In die gevallen waarin het slachtoffer een tegemoetkoming heeft ontvangen en het CJIB alsnog (een deel van) de schade na een door de rechter opgelegde schadevergoedingsmaatregel op de dader(s) weet te verhalen, vindt verrekening tussen CJIB en SGM plaats. Naar verwachting wordt in 2011 minder dan € 0,5 mln. verhaald op daders (ultimo mei 2011 is € 180 000 gerealiseerd).
27
Wat is de toelichting bij de vermindering van uitvoering jeugdbescherming met 22 248 mln. euro?
De vermindering van de budgetten voor uitvoering jeugdbescherming wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere capaciteitsbehoefte bij de bureaus jeugdzorg dan geraamd. Ik verwijs u naar de toelichting op punt 6 van de tabel 2.1 belangrijkste uitgaven en ontvangstenmutaties uit de 1e suppletoire begroting. Daarnaast is ook het budget van de Raad voor de Kinderbescherming naar beneden bijgesteld in verband met een lagere capaciteitsbehoefte dan geraamd (€ 1,7 mln.). Tenslotte hebben er diverse budgetoverhevelingen plaatsgevonden van en naar operationele doelstelling 14.2.5 «Overig» ten behoeve van veiligheidshuizen, de BES-eilanden en het programma Jeugdcriminaliteit (€ 1,5 mln.).
28
Hoeveel agenten zijn 45 jaar en ouder per 31 december 2010?
De operationele sterkte van de politie bedroeg op 31 december 2010 49 745 fte’s. Hiervan was op dat moment 21 736 fte’s 45 jaar of ouder.
29
Hoeveel AT-medewerkers (fte) werken er binnen de politie per 31 december 2010?
Per 31 december 2010 werkten er 16 406 fte’s als AT-medewerkers binnen de 26 politiekorpsen.
30
Hoeveel medewerkers (fte) zijn er binnen de politieorganisatie die zich niet met de zogenaamde basis politiezorg oftewel het primaire proces bezighouden, maar ook niet formeel tot de AT-medewerkers behoren (in totaal en uitgesplitst per korps)? Wanneer dit niet bekend is, hoe komt dat?
De niet-operationele sterkte van de 26 korpsen per 31 december 2010 bestond voor 7625 fte’s uit AT-medewerkers en voor 1521 fte’s uit executieven die als volgt over de korpsen zijn verdeeld:
31
Hoeveel executieven (fte) werken er binnen de politie per 31 december 2010?
Dit kabinet heeft een operationele sterkte afgesproken van 49 500. Zoals aangegeven in mijn brief d.d. 15 juni 2011 bedroeg dit eind 2010 49 745. Het aantal executieven werkzaam bij de politie bedroeg 37 286. Voor nadere informatie wordt verwezen naar het jaarverslag Nederlandse Politie 2010.
32
Wat is de reden dat 12.7 mln. euro extra wordt uitgegeven aan de effectieve besturing van het VenJ apparaat? Wat moet onder effectieve besturing van het VenJ apparaat worden verstaan?
De belangrijkste mutaties op dit onderdeel, zijn het al genoemde budget voor Vredesmissies (€ 6 mln.), en de door Financiën uitgekeerde prijsbijstelling (€ 2,3 mln.).
Daarnaast is budget vrijgespeeld voor de Digitale Werkplek Rijksdienst (€ 2,1 mln.) en de invoering van de Rijkspas (€ 1,4 mln.). Het restant (€ 0,9 mln.) heeft betrekking op een groot aantal kleine mutaties.
Onder de post effectieve besturing van het VenJ apparaat staan voornamelijk apparaatsuitgaven die niet direct zijn toe te rekenen aan één van de operationele doelstellingen zoals bijvoorbeeld invoering P-direkt en de Digitale Werkplek Rijksdienst en het personeel van het bestuursdepartement.
33
Is een effectievere besturing van het VenJ apparaat niet beter gediend door meer te kijken hoe beter en zorgvuldiger om kan worden gegaan met het budget, dan dat er geld bij wordt gedaan?
Twee mutaties hebben betrekking op innovatie binnen de Rijksoverheid te weten: Digitale Werkplek Rijksdienst en de Rijkspas. Op langer termijn moeten deze projecten zorgen voor flexibele werkomstandigheden waardoor de kosten omlaag gaan. Hierbij moet gedacht worden aan lagere beheerskosten voor ICT en lagere huisvestingskosten.
34
Naast de genoemde € 6,5 mln. ten behoeve van civiele vredesmissies, waaruit bestaan de overige uitgaven van de in totaal € 12.7 mln. voor de effectieve besturing van het VenJ apparaat?
Zie antwoord vraag 32.
Samenstelling:
Leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Arib, K. (PvdA), Çörüz, C. (CDA), Koopmans, G.P.J. (CDA), Roon, R. de (PVV), voorzitter, Brinkman, H. (PVV), Vermeij, R.A. (PvdA), ondervoorzitter, Raak, A.A.G.M. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Dibi, T. (GL), Toorenburg, M.M. van (CDA), Peters, M. (GL), Berndsen, M.A. (D66), Nieuwenhuizen-Wijbenga, C. van (VVD), Schouw, A.G. (D66), Marcouch, A. (PvdA), Steur, G.A. van der (VVD), Recourt, J. (PvdA), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Helder, L.M.J.S. (PVV), Taverne, J. (VVD) en Schouten, C.J. (CU).
Plv. leden: Dijkgraaf, E. (SGP), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Bochove, B.J. van (CDA), Sterk, W.R.C. (CDA), Dille, W.R. (PVV), Elissen, A. (PVV), Smeets, P.E. (PvdA), Kooiman, C.J.E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Karabulut, S. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Smilde, M.C.A. (CDA), Voortman, L.G.J. (GL), Pechtold, A. (D66), Burg, B.I. van der (VVD), Dijkstra, P.A. (D66), Kuiken, A.H. (PvdA), Liefde, B.C. de (VVD), Spekman, J.L. (PvdA), Azmani, M. (VVD), Bontes, L. (PVV), Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD) en Slob, A. (CU).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32780-VI-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.