32 780 A Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 23 juni 2011

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Snijder-Hazelhoff

De griffier van de commissie,

Sneep

1

Kunt u een meerjarig totaaloverzicht met toelichting geven van alle budgetverschuivingen die in het kader van de Voorjaarsnota zijn doorgevoerd als gevolg van het sluiten van het bestuursakkoord water, waarin ook duidelijk wordt hoe de veronderstelde bijdragen van waterschappen in de begroting zijn verwerkt?

In het bestuursakkoord water is vastgelegd dat er voortaan bij Hoogwaterbeschermingsprogramma sprake is van een gemende verantwoordelijkheid met een 50/50 financiering door rijk en waterschappen. Wat betreft de bijdrage van de waterschappen is in de Spoedwet (wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de zorgplicht voor de muskusrattenbestrijding en van financiële bijdragen aan verbetering van primaire waterkeringen van de waterschappen) is vastgelegd dat de bijdrage van de waterschappen als ontvangst in de begroting worden opgenomen.

Wat betreft het rijksdeel geldt dat in de begroting 2011 de noodzakelijke middelen in de periode 2011 tot en met 2020 niet gedekt zijn. Het kabinet heeft daarom besloten om een deel van de verlengde planhorizon van het Infrastructuurfonds dat bestemd is voor het in te stellen Deltafonds bij de oplossing van dit kasprobleem te betrekken. Het benodigde budget van € 1,2 miljard voor de periode 2011 – 2020 wordt via het generale beeld naar voren gehaald (kasschuif). Daarmee is veiliggesteld dat het lopende HWBP 2 kan worden afgerond en dat ook een start gemaakt kan worden met versterking van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen die in de derde toetsing worden afgekeurd.

Een uitgebreid overzicht van de financiële consequenties van het bestuurakkoord voor het HWBP is opgenomen in de nadere toelichting op het onderdeel «Financiering van een beheersbaar programma voor de waterkeringen» van het Bestuursakkoord Water (bijlage bij Kamerstuk 27 625, nr. 204).

2

Kunt u toelichten wat de gevolgen zijn voor het programma beheer en onderhoud hoofdwegen nu daar in het kader van een kasschuif in 2011 € 100 mln. extra beschikbaar komt, maar in 2012 250 mln. en 2013 75 mln. op het budget gekort wordt, zoals blijkt uit de verticale toelichting bij de Voorjaarsnota?

In de vertikale toelichting is deze kasschuif als volgt toegelicht:

Om het kasritme van de Staat te optimaliseren, vindt er bij Voorjaarsnota een kasschuif plaats. Het betreft diverse technische boekingen die via de begroting van I&M (XII) lopen. Naast de bedragen 2011 tot en met 2013 bestaat de kasschuif uit een verhoging in de jaren 2014 en 2015 met respectievelijk € 75 en 150 mln, waarmee de kasschuif over de jaren heen budgettair neutraal is. De kasschuif is via Hoofdstuk XII aangebracht binnen het infrastructuurfonds op het hoofdwegennet, artikelonderdeel planstudies voor tracébesluit. De kasschuif heeft geen invloed op de onderliggende projectprogrammering. Naast het feit dat deze kasschuif geen gevolgen heeft voor het programma beheer en onderhoud hoofdwegen, zijn er ook geen gevolgen voor het aanleg programma hoofdwegen.

3

Kunt u een totaaloverzicht geven van alle mutaties die samenhangen met de hernieuwde toerekening van apparaatskosten Rijkswaterstaat (RWS), waarin duidelijk wordt dat dit een budgettair neutrale operatie is?

Onderstaand treft u aan het totaaloverzicht van alle mutaties die samenhangen met de herstructurering van de bekostiging van RWS. Het budgettair neutrale blijkt uit de regel «eindtotaal» welke op -0- sluit.

4

Kunt u toelichten hoe de grote technische mutaties voor beheer en onderhoud op de artikelen 11, 12 en 15 zijn verwerkt? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de 699 mln. op artikel 12.01 voor zover dit bedrag niet naar 12.06 apparaatskosten RWS is verschoven?

Als gevolg van de nieuwe bekostiging is in de begroting van het Infrastructuurfonds op de artikelen 11, 12, 15 en 16 een nieuw artikelonderdeel toegevoegd waar de apparaatskosten van het betreffende netwerk separaat worden weergegeven.

Dit betekent dat op de reeds bestaande artikelonderdelen enkel nog de externe kosten ten behoeve van dat netwerk opgenomen zijn. De dekking voor apparaatskosten is van deze artikelonderdelen afgehaald en op basis van de personele capaciteit per netwerk toegerekend aan het nieuwe artikelonderdeel apparaatskosten RWS. Daarnaast is de dekking voor directe kosten, die ten behoeve van een netwerk maar niet ten behoeve van een specifiek product worden gemaakt (bv meetinformatie) overgeheveld naar de reeks overige netwerkgebonden kosten. De niet aan de netwerken toe te rekenen apparaatskosten worden niet omgeslagen over deze netwerken, maar separaat weergegeven op artikel 18 van het IF.

De mutatie van € 699 mln. euro op artikelonderdeel 12.02 Beheer en Onderhoud betreft de totale mutatie op dit artikelonderdeel. Hiervan betreft bijna € 500 mln. een technische mutatie samenhangend met de nieuwe bekostigingssystematiek . Dat bedrag is verdeeld over de artikelen over 12.06 netwerkgebonden kosten HWN (v.w.b. de apparaatskosten van RWS ten behoeve van het hoofdwegennet) en 18.08 Netwerkoverstijgende kosten RWS (v.w.b. de niet specifiek aan het Hoofdwegennet toe te rekenen kosten). De resterende mutatie van circa € 200 mln. betreft vrijwel geheel de betalingsversnelling beheer en onderhoud.

5

Kunt u de mutaties op artikel 11.03.01, onderdeel «Dijkversterking en Herstel Steenbekleding» nader toelichten? Hoe hoog is het positieve saldo over 2010 dat hier is bijgeschreven, en hoe verhoudt dit zich tot de in de Slotwet 2010 genoemde 3 mln.?

Het totale voordelige saldo v.w.b. het onderdeel «Dijkversterking en Herstel Steenbekleding»over 2010 betrof € 16,8 mln. Dit is opgebouwd uit een bij najaarsnota 2010 verwerkt verwacht positief saldo van € 19,8 mln. en een neerwaartse bijstelling daarvan in de slotwet van € 3 mln.

6

Kunt u de mutaties op artikel 11.03.02, onderdeel «Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren» nader toelichten? Hoe verhoudt de verhoging met 55 mln. op dit onderdeel zich tot de in het regeerakkoord afgesproken verlaging?

Deze mutatie staan los van de in het regeerakkoord afgesproken verlaging. Die verlaging is in de MN 2011 reeds meerjarig verwerkt.

Het bedrag van € 55 mln. bestaat uit voor ruim € 60 mln. uit doorwerking van het positieve saldo uit 2010 en een verlaging van ruim € 5 mln. als gevolg van een overboeking naar andere artikelonderdelen in verband met de herziene bekostigingswijze van het apparaat van RWS.

7

Is het waar dat met name de post «Beheer en Onderhoud» (artikel 12.02) grotendeels is verlaagd als gevolg van de nieuwe begrotingssystematiek? Zo ja, waarom sluiten de bedragen niet aan op de wijzigingen in de post «Netwerkgebonden kosten», daar er structureel minder geld beschikbaar voor lijkt het hoofdwegennet?

Het grootste deel van de mutatie op artikel 12.02  Beheer en Onderhoud heeft inderdaad betrekking op de nieuwe bekostigingssystematiek. Een andere belangrijke mutatie op dit artikel betreft de betalingsversnelling Beheer en Onderhoud.

Als gevolg van de nieuwe bekostigingssystematiek heeft er een herverdeling over de netwerken plaatsgevonden van de apparaatskosten op basis van de concrete personele inzet. Daarnaast worden de niet aan de netwerken toe te rekenen apparaatskosten niet meer omgeslagen over deze netwerken, maar separaat weergegeven op artikel 18 van het IF. Als gevolg hiervan zijn de totale meerjarenreeksen per netwerk gewijzigd en lijkt er optisch minder geldbeschikbaar te zijn voor het hoofdwegennet. De conversie heeft echter zowel budgettair als productieneutraal plaatsgevonden en dus geen effect op de eerder afgesproken prestaties per netwerk.

8

Kunt u toelichten hoe het mogelijk is dat op artikel 12.04 de begroting voor het project 2e Coentunnel met in totaal 77 mln. wordt verlaagd, terwijl u tijdens het algemeen overleg Tunnelveiligheid van 25 mei jongstleden juist een tegenvaller aankondigde? Welke geplande activiteiten worden, nu de begroting voor dit jaar voor dit project bijna wordt gehalveerd, niet in 2011 uitgevoerd?

De gepresenteerde afboeking van € 77 mln. betreft voor € 49 mln. een technische mutatie in het kader van de bekostiging van het apparaat van RWS en voor € 28 mln. de doorwerking van een budgetmutatie voor werkzaamheden die reeds in 2010 zijn uitgevoerd. Deze mutaties hebben geen relatie met de eerder dit jaar gemelde budgettaire tegenvaller en vertraging van dit project.

9

Kunt u de mutaties op artikel 12.05 nader toelichten? Hoeveel bedraagt hier de lening vanuit 12.03.01? Waaruit bestaat de verhoging van het budget met 84 mln.?

De mutaties voor artikel 12.05 zijn hieronder meerjarig inzichtelijk gemaakt.

10

Kunt u de verschuiving van 200 mln. op artikel 12.02 toelichten? Kan gesteld worden dat met het vooruitbetalen van 200 mln. op het basispakket beheer en onderhoud hoofdwegen in 2010 weliswaar onderuitputting «op papier» is voorkomen, maar dat in feite in 2010 voor 200 mln. minder gedaan is aan wegonderhoud dan voorzien?

In de memorie van toelichting bij de Najaarsnota 2010 (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 565 A (wet van 27 januari 2011, Stb. 77.)) is aangegeven dat om het kasritme van de Staat te optimaliseren, € 200 mln. ten behoeve van het basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet, die voorzien was voor 2011, al in 2010 vooruit wordt betaald. Er is in 2010 dus niet voor € 200 mln minder gedaan aan wegonderhoud. Deze vooruitbetaling heeft geen invloed heeft op de programmering/realisatie van het wegonderhoud.

11

Kan worden gesteld dat het bedrag van 219,3 mln. apparaatskosten dat op artikel 18 terecht is gekomen, de overheadkosten betreffen van Rijkswaterstaat als geheel, die niet toegerekend kunnen worden aan een bepaald beleidsterrein? Kunt u een nadere uitsplitsing geven van dit bedrag? Waaruit bestaan de kosten (61,9 mln.) die op het algemene artikel 18 zijn bijgeboekt onder de noemer »overige netwerkoverstijgende kosten»?

Het bedrag van € 219,3 mln. op artikelonderdeel 18.08.01 bestaat voor een belangrijk deel uit overheadkosten. Naast de overheadkosten zijn hier ook de kosten voor netwerkoverstijgende taken opgenomen. Dit betreffen uitvoeringstaken, dus primaire productie, die niet specifiek aan één netwerk kan worden toegerekend.

De overige netwerkoverstijgende kosten op artikel 18.08.02 (€ 61,9 mln.) betreffen de kosten, die niet tot de apparaatskosten gerekend kunnen worden maar wel netwerkoverstijgend zijn (en dus niet aan de individuele netwerken kunnen worden toegerekend). Hierbij moet worden gedacht aan zaken als generieke ICT ten behoeve van de werkzaamheden aan de verschillende netwerken.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dijksma, S.A.M. (PvdA), Gent, W. van (GL), Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), voorzitter, Slob, A. (CU), Aptroot, Ch.B. (VVD), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), Koppejan, A.J. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Ouwehand, E. (PvdD), Rouwe, S. de (CDA), Bashir, F. (SP), Mos, R. de (PVV), Tongeren, L. van (GL), Monasch, J.S. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Dijkgraaf, E. (SGP), Veldhoven, S. van (D66), Koolmees, W. (D66), ondervoorzitter, Jong, L.W.E. de (PVV), Huizing, M.E. (VVD), Leegte, R.W. (VVD) en Werf, M.C.I. van der (CDA).

Plv. leden: Groot, V.A. (PvdA), Braakhuis, B.A.M. (GL), Houwers, J. (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Lucas-Smeerdijk, A.W. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Gerven, H.P.J. van (SP), Haverkamp, M.C. (CDA), Bontes, L. (PVV), Thieme, M.L. (PvdD), Bochove, B.J. van (CDA), Ulenbelt, P. (SP), Agema, M. (PVV), Grashoff, H.J. (GL), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Jacobi, L. (PvdA), Staaij, C.G. van der (SGP), Ham, B. van der (D66), Verhoeven, K. (D66), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Boer, B.G. de (VVD), Lodders, W.J.H. (VVD) en Koopmans, G.P.J. (CDA).

Naar boven