32 769 Herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Financiële Autoriteit woningcorporaties (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting)

Nr. 15 Herdruk1 AMENDEMENT VAN HET LID BERNDSEN

Ontvangen 11 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 19 als volgt gewijzigd:

1. Aan het vierde lid wordt, onder vervanging van «, of» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma, en vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, of», een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de toegelaten instelling daarom schriftelijk heeft verzocht.

2. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4a. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een verzoek als bedoeld in het vierde lid, onderdeel c.

3. In het zesde lid wordt na «eerste lid» ingevoegd: of vierde lid, onderdeel c,.

II

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 20 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na «besluit tot intrekking van de toelating» ingevoegd: , genomen op grond van artikel 19, vierde lid, onderdeel a of b,.

2. In het derde lid wordt na «besluit tot intrekking van de toelating» ingevoegd: , genomen op grond van artikel 19, vierde lid, onderdeel a of b,.

3. Toegevoegd wordt een lid, luidende:

  • 6. Bij een besluit tot intrekking van de toelating op grond van artikel 19, vierde lid, onderdeel c, kan Onze Minister, in het belang van het bestemd blijven van vermogen van de toegelaten instelling voor het behartigen van het belang van de volkshuisvesting, een geldsom van haar vorderen. De geldsom valt toe aan de autoriteit. Onze Minister stelt de autoriteit in de gelegenheid haar zienswijze omtrent de hoogte van de geldsom aan hem kenbaar te maken. De autoriteit kan binnen vier weken haar zienswijze aan hem doen toekomen. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent de berekening van de geldsom, en kunnen nadere voorschriften worden gegeven ter uitvoering van dit lid.

III

In artikel I, onderdeel B, wordt aan artikel 26, eerste lid, onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, en vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door «, en», een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • k. het bij Onze Minister indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 19, vierde lid, onderdeel c.

IV

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 58, eerste lid, tweede zin, aanhef, na «19, tweede lid,» ingevoegd: 20, zesde lid,.

Toelichting

Dit amendement opent de mogelijkheid voor toegelaten instellingen om op eigen verzoek uit het stelsel te treden.

Toegelaten instellingen kunnen momenteel niet op eigen verzoek uit het stelsel treden. De indiener is van mening dat deze mogelijkheid wel moet bestaan zodat de sector zich kan aanpassen aan veranderende situaties. Daarnaast biedt het uittreden op eigen verzoek de mogelijkheid om te komen tot een kleinere sector voor sociale huisvesting.

In artikel 19, vierde lid, van het voorgestelde hoofdstuk 4 inzake toegelaten instellingen, wordt een opsomming gegeven van de gevallen waarin de toelating kan worden ingetrokken. Daar wordt de mogelijkheid aan toegevoegd dat woningcorporaties op eigen verzoek kunnen uittreden. De minister heeft de mogelijkheid om hier een afweging over te maken. Ook andere stakeholders zoals de huurders, de autoriteit en de gemeente worden om advies gevraagd bij uittreding.

Tegelijkertijd regelt dit amendement dat aan de instelling verstrekte middelen en daaruit behaalde voordelen weer aan de overheid worden overgedragen.

Berndsen


X Noot
1

Herdruk in verband met het vermelden van het juiste opschrift.

Naar boven