32 769 Herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Financiële Autoriteit woningcorporaties (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN

Ontvangen 11 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 1, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een puntkomma, aan de alfabetische rangschikking het volgende begrip en de daarbij behorende omschrijving toegevoegd:

woonvisie:

woonvisie, bedoeld in artikel 42, 0-de lid.

II

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 42 als volgt gewijzigd:

1. Vóór het eerste lid worden twee leden ingevoegd, luidend:

  • 0. De gemeenteraad stelt een woonvisie vast, waarin het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid voor de eerstvolgende vijf kalenderjaren is neergelegd. De gemeente voert overleg daarover met andere gemeenten, voor zover die gemeenten daarbij een rechtstreeks belang hebben.

  • 01. Voordat de gemeenteraad een woonvisie vaststelt, stelt hij huurdersorganisaties en toegelaten instellingen die in de gemeente werkzaam zijn in de gelegenheid hun zienswijzen omtrent de voorgenomen woonvisie aan hem kenbaar te maken. De huurdersorganisaties en toegelaten instellingen kunnen binnen vier weken nadien hun zienswijzen aan de gemeenteraad doen toekomen.

2. In het eerste lid wordt «het volkshuisvestingsbeleid dat geldt in» vervangen door: de woonvisie van.

III

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 43, eerste lid, «het volkshuisvestingsbeleid dat in die gemeenten geldt» vervangen door: de woonvisie van die gemeenten.

IV

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 44 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «het in de betrokken gemeenten geldende volkshuisvestingsbeleid» vervangen door: de woonvisie van de betrokken gemeenten.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing, indien een toegelaten instelling op de in het eerste lid bedoelde datum niet over de betrokken woonvisie beschikt.

V

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 61c, tweede lid, «het in die gemeenten geldende volkshuisvestingsbeleid» vervangen door: de woonvisie van die gemeenten.

VI

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIa

De gemeenten stellen binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van deze wet een woonvisie vast als bedoeld in artikel 42, 0-de lid, van de Woningwet.

Toelichting

Dit amendement regelt dat elke gemeente verplicht een woonvisie opstelt. Op deze manier wordt de binding van de toegelaten instelling met de lokale gemeenschap versterkt en is er een duidelijke basis voor het overleg tussen gemeenten en toegelaten instelling. Er worden geen vormvereisten gesteld aan de woonvisie. De inhoud van de woonvisie behoort tot de gemeentelijke autonomie. Wel krijgen huurdersorganisaties en toegelaten instellingen die werkzaam zijn binnen de gemeente de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Woningmarkten functioneren in toenemende mate regionaal. Daarom regelt dit amendement ten slotte dat er bij de opstelling van de woonvisie overleg plaatsvindt met andere gemeenten die een rechtstreeks belang hebben.

Indien de gemeente nalaat uitvoering te geven aan de verplichting tot het opstellen van een woonvisie, kunnen op basis van de Wet revitalisering generiek toezicht de normale toezichtarrangementen gelden. Dit betekent dat de provincie dan in plaats van de desbetreffende gemeente de woonvisie kan vaststellen.

Ortega-Martijn

Naar boven