32 768 Implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 november 2011

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Na hoofdstuk 1.2 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 1.3 DERDE LANDEN

Artikel 1.7

Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf kan ondernemers die niet binnen de Europese Unie gevestigd zijn van deelname aan een aanbestedingsprocedure uitsluiten, tenzij dit niet is toegestaan op grond van een voor Nederland verbindend verdrag of besluit.

B

In artikel 2.2, tweede en derde lid, worden de woorden «en het Besluit aanbestedingen speciale sectoren» vervangen door: of het Besluit aanbestedingen speciale sectoren.

C

In artikel 3.15, onderdeel C, worden de woorden «het besluit» telkens vervangen door: het Besluit.

Toelichting

Artikelen

Onderdeel A

In de nota naar aanleiding van het verslag heb ik naar aanleiding van vragen van leden van de fracties van de PvdA en CDA over het beleid ten aanzien van derde landen aangekondigd dat aan het wetsvoorstel een artikel wordt toegevoegd. Daaraan geef ik, mede namens de Minister van Defensie, door middel van deze nota van wijziging gevolg. Het voorgestelde artikel bepaalt dat ondernemers gevestigd buiten de Europese Unie (zogenoemde derde landen) van deelname aan een aanbestedingsprocedure uitgesloten kunnen worden. Dat is enkel niet toegestaan indien een voor Nederland verbindend besluit of verdrag zich daar tegen verzet. Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag nader is toegelicht is een belangrijk voor Nederland verbindend besluit de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten op ondernemers van derde landen. Volgens die Overeenkomst mag daarvan op grond van XXIII, eerste lid, worden afgeweken voor opdrachten op het gebied van defensie en veiligheid indien wezenlijke veiligheidsbelangen in het geding zijn. Voor een nadere toelichting wordt hier verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag.

Onderdelen B en C

Deze onderdelen betreffen een verbetering van twee technische onvolkomenheden.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven