32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 243 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2022

Graag informeer ik uw Kamer over de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de moties en toezeggingen naar aanleiding van het debat van 2 juni jl. over de werkwijze van de NCTV (Handelingen II 2021/22, nr. 87, debat over de werkwijze van de NCTV).

Ten aanzien van het wetsvoorstel «Verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid» zijn tijdens het debat nadere vragen gesteld en moties aangenomen.1 Zo ook de motie van Kamerlid Van der Werf (D66) die uitspreekt dat de analysetak van de NCTV niet meer eigenstandig onderzoek doet naar of informatie verzamelt over personen of organisaties en dit overlaat aan de daarvoor al bestemde diensten.2 In het najaar stuur ik uw Kamer de Nota naar aanleiding van het verslag, hierin zal ik de uitwerking van deze motie betrekken. Dit geldt eveneens voor de door mij overgenomen motie van BIJ1 die het Kabinet oproept om de bevoegdheden van de NCTV op geen enkele manier uit te breiden3, en de overgenomen motie van BBB om de NCTV niet tot een derde inlichtingendienst te ontwikkelen.4 Eveneens zal ik mijn toezeggingen bij gelegenheid van de nota naar aanleiding van het verslag uitvoeren die betrekking hebben op het verduidelijken van taken, bevoegdheden en waarborgen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen.

Motie loskoppeling crisisstructuur

Graag licht ik in deze brief ook de uitwerking van de motie van BBB toe, die het Kabinet oproept om te onderzoeken op welke wijze de functies die de NCTV binnen de nationale crisisstructuur vervult losgekoppeld kunnen worden van de analysefuncties bij de NCTV.5 Om op deze vraag een antwoord te geven is de opdracht gegeven aan een ambtelijke werkgroep onder leiding van Secretaris-generaal Dronkers van het Ministerie van Infrastructuur en waterstaat. Met deze opzet is enerzijds de vereiste kennis verzekerd over de NCTV en de crisisstructuur, tegelijk is zo de onafhankelijkheid geborgd door iemand van buiten het ministerie de leiding te geven over het proces. Ik verwacht u na het zomerreces een nadere stand van zaken te geven ten aanzien van de beantwoording van deze vraag. Hoewel het huidige wetsvoorstel niet ziet op de organisatie van de crisisstructuur en – kort gezegd – enkel regels vastlegt voor de verwerking van persoonsgegevens door de NCTV, in het kader van de coördinatie en analyse gericht op terrorismebestrijding en bescherming van de nationale veiligheid, zal ik de uitkomsten van het onderzoek betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel.

Publicatie schikking

Ten aanzien van de toezegging over publicatie van de schikking die de NCTV met Farmers Defence Force heeft getroffen in een civiele procedure naar aanleiding van Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 52 kan ik u als volgt berichten. Op 17 juni jl. heb ik de kamer middels een brief over de schikking geïnformeerd en de schikking openbaar gemaakt na een verzoek op grond van de Wet open overheid.6 Hiermee is ook deze toezegging voldaan aan Kamerlid Van der Plas (BBB).

Herstelbericht en publieke informatievoorziening

Tijdens het debat is ook met uw Kamer gesproken over het verzenden van een herstelbericht aan ontvangers van de Weekberichten en het ter inzage leggen van de verzendlijst bij de Tweede Kamer. De motie van het lid Markuszower (PVV) hierover is in het debat door mij overgenomen (Kamerstuk 32 761, nr 228). Inmiddels heeft de NCTV aan de ontvangers van de meest recente verzendlijst (lijst van 1 maart 2021) een bericht gestuurd. Hierin is benadrukt dat er in de Weekberichten ook persoonlijke afwegingen en duidingen terugkwamen en dat dit niet had gemoeten.

Verzendlijst

De verzending van het herstelbericht naar aanleiding van de handelwijze van de NCTV is zoals aangegeven uitgevoerd op basis van de meest recente verzendlijst. De verzendlijst is door de jaren heen een continu veranderend document geweest op basis van collegiale contacten en de behoefte van ontvangers om hier op enig moment wel of geen gebruik van te maken. Omdat niet alle verzendlijsten bewaard zijn gebleven en geadresseerden voor een deel ook niet meer over het destijds beschikbare emailaccount beschikken, bijvoorbeeld door wisseling van baan, is het niet mogelijk om een uitputtende lijst van ontvangers samen te stellen. De meest recente lijst geeft uw Kamer echter wel een goed beeld van de organisaties waar ontvangers van de Weekberichten werkten. Dat hoeft uiteraard niet te betekenen dat de gehele organisatie bekend was met de inhoud van de verzonden berichten. Deze verzendlijst wordt, zoals toegezegd in de Kamer, op organisatieniveau ter inzage gelegd. Daarnaast wordt het bericht ook verzonden aan algemene emailadressen van de betreffende organisaties, als het emailadres van de (voormalig) werknemer niet meer in gebruik is. Om zoveel mogelijk ontvangers uit het verleden te bereiken en maximale transparantie te betrachten ten aanzien van zaken die in het verleden niet goed zijn gegaan, is een herstelbericht ook op de NCTV website geplaatst zodat deze informatie publiekelijk toegankelijk is voor een ieder.

Excuus- en herstelbericht

De motie van de Kamerleden Van der Plas (BBB) en Van Haga (Groep Van Haga) roept specifiek op om excuus aan te bieden aan personen die onrechtmatig zijn gevolgd.7 Het is van belang om het begrip «volgen» in dit kader nader te duiden. Zoals eerder gesteld richt de NCTV zich op de algemene ontwikkeling van een dreigingsthema. Welke richting gaat het op met rechts-extremisme? Wat gebeurt er op het gebied van jihadistisch terrorisme? Om die vragen te beantwoorden is het opstellen van persoonsdossiers niet nodig en gebeurt het daarvoor bedoelde volgen ook niet. Er zijn concluderend dus ook geen persoonsdossiers of registers van personen of namen die benaderd zouden kunnen worden voor het in de motie genoemde doel.

Om desondanks tegemoet te komen aan de intentie van de motie om uit te spreken dat in het verleden zaken niet goed zijn gegaan, is een herstelbericht ten aanzien van de Weekberichten publiekelijk geplaatst op de website van de NCTV. In dit bericht wordt betreurd dat in een aantal Weekberichten normatieve stellingnames zijn gedaan over personen. In aanvulling op dit herstelbericht heb ik op de website van de NCTV aangegeven hoe personen die dit willen, middels een inzageverzoek, zich kunnen vergewissen of ze op één of andere wijze voorkomen in de stukken van de NCTV. Op deze manier is naar mijn oordeel ten volle tot uiting gebracht dat ik het uiten van normatieve stellingnames over personen afkeur.

Inzageverzoeken en procedures

In het debat van 2 juni jl. heeft uw Kamer ook geïnformeerd naar de stand van zaken met betrekking tot de toezegging van mijn ambtsvoorganger om burgers wier persoonsgegevens ten onrechte waren gebruikt, daar waar mogelijk proactief over te informeren. Voor het antwoord hierop wil ik in de eerste plaats verwijzen naar de brief van 2 november 2021 die hier aandacht aan besteedt. Dit vraagstuk raakt ook aan het punt van de besproken inzageverzoeken. In de brief van 2 november 2021 is over beide punten het volgende vermeld: «Sinds het verschijnen van de Kamerbrieven van 12 april en 21 mei en het Kamerdebat van 15 juni heeft de NCTV een groot aantal inzageverzoeken op grond van de AVG ontvangen. Mensen die willen weten of hun gegevens door de NCTV zijn verwerkt, kunnen bij het ministerie terecht. Elk van deze verzoeken wordt zorgvuldig afgehandeld en mondt uit in een aan de verzoeker gericht besluit op zijn verzoek. De hierboven geschetste ontwikkelingen zullen, gegeven de omstandigheden van elk afzonderlijk geval, worden meegewogen bij een beoordeling van alle lopende verzoeken.» Voorts wil ik herhalen, zoals eerder in deze brief is beschreven en ook is gewisseld in het debat van 2 juni jl., dat de NCTV niet de mogelijkheid heeft om gericht personen te benaderen, omdat de NCTV geen persoonsdossiers bij houdt. Men kan echter wel altijd een verzoek tot inzage doen.

In aanvulling op de informatie die reeds op website rijksoverheid.nl8 te vinden is, wordt bekeken of de procedure voor inzage nog toegankelijker gemaakt kan worden voor burgers. In het najaar zal ik u hier nader over informeren. Hiermee ben ik ook ingegaan of het verzoek van de Kamerleden van DENK, om in te gaan op het verzoek om duiding van de procedure voor burgers.

Met bovenstaande toelichting heb ik uw Kamer mee willen nemen in de ontwikkelingen ten aanzien van de opvolging van moties en toezeggingen. Voor een deel komen we hier nader op terug in de Nota naar aanleiding van het verslag en de behandeling van het wetsvoorstel. Hierin betrek ik ook de toezegging aan het lid Hermans (VVD) zoals gedaan in het debat over de maatschappelijke onrust rondom de stikstofcrisis op 30 juni jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 99, Debat over de maatschappelijke onrust rondom de stikstofcrisis), om de ervaringen van deze crisis mee te nemen in de nadere behandeling van het wetsvoorstel. Het is voor alle partners in het veiligheidsdomein een evident gemis dat social media buiten het zicht van de analyse en duiding valt in de aanpak van de crisis. Dit heeft bovendien het effect dat het debat over verstoringen in de samenleving minder goed gevoerd kan worden. Deze voorbeelden zal ik zoals toegezegd meenemen bij de behandeling van het wetsvoorstel.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Handelingen II 2021/22, nr. 87, Debat over de werkwijze van de NCTV.

X Noot
2

Motie van het lid Van der Werf cs. over geen eigenstandig onderzoek doen door de analysetak van de NCTV naar organisaties of personen, (Kamerstuk 32 761, nr. 227).

X Noot
3

Motie van het lid Sylvana Simons over de bevoegdheden van de NCTV op geen enkele manier uit te breiden, (Kamerstuk 32 761, nr. 234).

X Noot
4

Motie van het lid Van der Plas over waarborgen dat de NCTV zich niet ontwikkelt tot een derde inlichtingendienst (Kamerstuk 32 761, nr. 238).

X Noot
5

Motie van het lid Van der Plas over het loskoppelen van de analysefunctie van de NCTV, (Kamerstuk 32 761, nr. 237).

X Noot
6

Kamerbrief over schikking Farmers Defence Force (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 152)

X Noot
7

Motie van de leden Van der Plas en Van Haga over excuus maken aan iedereen die door de NCTV onrechtmatig werd gevolgd (Kamerstuk 32 761, nr. 239).

Naar boven