Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2022
Graag informeer ik u over de appreciatie van het kabinet bij de motie door de leden
van Haga en Smolders, die in stemming zal worden gebracht (Kamerstuk 26 643, nr. 876).
De motie verzoekt de regering om de online privacy van burgers en bedrijven te waarborgen
en hier strikt op toe te zien, gezien het belang van het recht op privacy.
Het kabinet is uiteraard gecommitteerd aan het beschermen van de grond- en mensenrechten
van iedereen die zich in Nederland bevindt. Dit is ook benadrukt in onze Hoofdlijnenbrief
digitalisering. Het recht op (online) privacy behoort eveneens tot de grondrechten;
het vloeit voort uit het grondrecht van bescherming van het privéleven en de persoonlijke
levenssfeer. Op dat terrein is een belangrijke stap gezet met de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG). Daardoor is er een versterking en uitbreiding van de privacyrechten
en zijn er nu duidelijke, stevige bevoegdheden voor alle Europese toezichthouders
zoals de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het kabinet zet zich er vanzelfsprekend voor in dat wet- en regelgeving in overeenstemming
is met de grond- en mensenrechten, en zal dat ook blijven doen. Als de motie mag worden
geïnterpreteerd dat deze het kabinet aanmoedigt om kritisch te blijven kijken naar
wetgevende voorstellen, nationaal en internationaal, dan kan ik deze oordeel Kamer
laten.
De motie roept voorts overheden op het recht op online privacy te respecteren. Graag
verwijs ik in dit verband naar de Kamerbrief d.d. 29 april jl. over monitoring sociale
media en naleving AVG door overheden (Kamerstuk 32 761, nr. 224). In deze brief heeft de Minister voor Rechtsbescherming, met de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties,
het belang onderstreept dat juist overheden de AVG naleven. Om te onderzoeken waarom
dit nog lang niet altijd goed gaat, is het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC) momenteel doende met onderzoek hiernaar. De resultaten worden na de zomer verwacht.
Ten slotte wijs ik nog graag op de motie Leijten/Bosman die de regering dan verzoekt
om namens Nederland in Europese onderhandelingen in te brengen dat zorgvuldigheid,
menselijke maat en privacy voor moeten gaan op snelheid en/of concurrentiebelangen1.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius