Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2022
Er is met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzocht om
kopieën van de Weekberichten Internetmonitoring van de NCTV waarin namen van personen
worden genoemd in de periode van 2017 tot en met heden. In verband met de (gedeeltelijke)
openbaarmaking van documenten over dit onderwerp wil ik uw Kamer attenderen op dit
besluit (zie bijlage)1. De (gedeeltelijk) openbaar gemaakte documenten zijn te vinden bij het besluit op
rijksoverheid.nl.
Publicatie onder de Wob
Omtrent dit Wob-verzoek wil ik uit belang van transparantie benadrukken dat de documenten
die beschikbaar zijn gesteld, zijn getoetst aan de Wob-criteria zoals die nu wettelijk
gelden. Vanaf 1 mei 2022 treedt nieuwe wetgeving in werking, de Wet Open Overheid
(Woo). Nieuwe verzoeken die in de toekomst worden gedaan, worden onder de Woo getoetst.
Weekberichten en internetmonitoring
Over internetmonitoring door de NCTV en de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens
is onder meer op 12 april 20212 een brief naar uw Kamer gestuurd naar aanleiding van berichtgeving van NRC. Daarin
is toegelicht dat de NCTV bij het maken van analyseproducten sinds 2006 ook gebruik
maakt van internetmonitoring.3
Bij internetmonitoring wordt uitsluitend gekeken naar open bronnen, waaronder social
media, zodat onderzocht kan worden of er een bepaald fenomeen of een bepaalde trend
bestaat of aan het ontstaan is met relevantie voor de nationale veiligheid. Internetmonitoring
is niet gericht op het doen van onderzoek naar personen. Om trends en fenomenen op
het terrein van terrorismebestrijding en nationale veiligheid goed in te schatten
is het bij internetmonitoring onvermijdelijk gebleken dat openbare uitingen van relevante
spelers (personen en organisaties) in beeld komen. Dat komt ook naar voren in de Weekberichten
zoals die nu bij het Wob-besluit zijn gepubliceerd.
Internetmonitoring werd tussen 2017 en begin 2021 ook gebruikt als bouwsteen voor
de Weekberichten Internetmonitoring. Deze berichten hadden tot doel om vroegtijdig
inzicht te bieden in ontwikkelingen met betrekking tot thema’s als (gewelddadig) extremisme,
radicalisering en polarisatie. Deze werden van duiding voorzien en gedeeld met partners
binnen overheid.
Mede door het project Taken en Grondslagen (2020–2021) is de NCTV tot de conclusie
gekomen dat een steviger juridische grondslag wenselijk is voor de coördinatie- en
analysetaken waarin tevens een begrenzing in de werkwijze wordt aangebracht. Die constatering
heeft ook zijn weerslag op de juridische basis van eerder opgestelde Weekberichten
waarin persoonsgegevens zijn vermeld. Deze weekberichten zijn na februari 2021 niet
meer opgesteld. Het wetsvoorstel bevat waarborgen ten aanzien van pseudonimisering
en de verwerking van persoonsgegevens uit openbare bronnen. Een één-op-één voortzetting
van de werkwijze uit het verleden is hiermee uitgesloten. Dat geldt dus ook ten aanzien
van de Weekberichten Internetmonitoring, zoals hierboven beschreven.
Hiermee wordt de zichtbaarheid van persoonsgegevens in analyseproducten nog verder
beperkt.
Wetsvoorstel
Het Kabinet heeft naar aanleiding van debat (Handelingen II 2020/21, nr. 88, item 26) met de Tweede Kamer en de motie van het lid Michon-Derkzen (Kasmerstuk 30 821, nr. 138), een wetsvoorstel aan uw Kamer voorgelegd om de NCTV te voorzien van een grondslag
voor de verwerking van persoonsgegevens voor de uitoefening van de taken van de NCTV.
Het wetsvoorstel begrenst wat wel en niet mogelijk is ter uitvoering van de taken.
Het wetsvoorstel biedt een grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens voor
het coördineren van (de uitvoering van) beleid en maatregelen op het terrein van terrorismebestrijding
en nationale veiligheid. Daarnaast gaat het ook om het verwerken van persoonsgegevens
ten behoeve van duidingen van trends en fenomenen zoals het Dreigingsbeeld Terrorisme
Nederland (DTN). Dit wetsvoorstel is momenteel in behandeling bij uw Kamer.
Tot het wetsvoorstel is aangenomen en in werking kan treden zijn alle activiteiten
rond monitoring van open bronnen waarvoor een wettelijke grondslag ontbreekt, gestaakt.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius