32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 20 MOTIE VAN HET LID ELISSEN

Voorgesteld 15 maart 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de voorstellen voor EU-wetgeving inzake bescherming persoonsgegevens (COM(2012) 9, COM(2012) 10, en COM(2012) 11) gevolgen zullen hebben voor Data Protection Authorities, zoals het Nederlandse College bescherming persoonsgegevens;

overwegende, dat de EU-wetgeving het Data Protection Authorities mogelijk maakt een beroep te doen op Data Protection Authorities in andere landen, zonder dat hier een vergoeding tegenover staat;

overwegende, dat het College bescherming persoonsgegevens in vergelijking met Data Protection Authorities in andere landen relatief veel deskundig personeel in dienst heeft;

overwegende, dat op basis van artikel 74, lid 2, van de ontwerp-verordening een toezichthouder door een rechter verplicht kan worden onderzoek te doen, hetgeen een aantasting van de discretionaire bevoegdheid van het CBP zou zijn;

verzoekt de regering zodanig in te zetten bij onderhandelingen dat Nederland door invoering van de EU-wetgeving in het kader van de bescherming van persoonsgegevens en het waarborgen van privacy geen onevenredige kosten gaat maken, dan wel indien zulks toch het geval is, vanuit EU-gelden gecompenseerd wordt;

verzoekt de regering tevens de discretionaire bevoegdheid van het CBP te handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Elissen

Naar boven