32 757 Bouwbesluit

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2018

Op 27 maart jl. heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij gevraagd te reageren op een brief van de firma Duofor te Dongen d.d. 6 maart 2018 die betrekking heeft op CE-markering en private keurmerken op bouwproducten.

De heer P. van de firma Duofor geeft in zijn brief aan dat hij als fabrikant van producten voor constructievloeren al jaren oneerlijke concurrentie ondervindt van bedrijven die zich niet aan de geldende regelgeving houden door private keurmerken op hun product aan te brengen of producten ten onrechte te voorzien van de CE-markering. Hij geeft aan dat cliënten vaak nog steeds producten met een privaat keurmerk verlangen als deze al de verplichte CE-markering dragen.

Naar zijn mening kan daaraan pas een einde komen door krachtdadig handhavend optreden van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Zoals ik in mijn brief van 28 april 2016 (Kamerstuk 32 757, nr. 134) heb aangegeven dienen bouwproducten die onder de Europese Verordening bouwproducten vallen CE-gemarkeerd te worden. De prestaties van het product op de «essentiële kenmerken» dienen in een bij het product gevoegde «prestatieverklaring» aangegeven te worden. Met het aanbrengen van de CE-markering bevestigt de fabrikant in dit geval dat de prestatieverklaring correct tot stand gekomen is en de prestaties van het product zijn gemeten met behulp van de op grond van de Verordening in Europese normen (EN-normen) vastgelegde geharmoniseerde testmethoden.

De Verordening bepaalt dat elke vorm van informatie over de prestaties van een bouwproduct met betrekking tot de essentiële kenmerken slechts ter beschikking gesteld mag worden indien zij in de prestatieverklaring is vermeld en gespecificeerd (art. 4 lid 2 van de Verordening) en dat de CE-markering het enige merkteken is dat verklaart dat het bouwproduct in overeenstemming is met de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken (art. 8 lid 3 van de Verordening). Een privaat keurmerk moet hier rekening mee houden.

De ILT ziet toe op een correcte naleving van de Verordening bouwproducten. Wanneer de ILT een concreet handhavingsverzoek ontvangt, dan zal deze actie ondernemen om te beoordelen of in casu daadwerkelijk sprake is van overtreding van de Verordening.

Ik vind het van belang dat partijen in de bouwsector goed op de hoogte zijn van de betekenis van de CE-markering voor bouwproducten en de informatie die de prestatieverklaring bevat. In voorlichting hierover wordt voorzien via de websites van de rijksoverheid, de Europese Commissie en het door de overheid opgerichte Contactpunt Bouwproducten (www.contactpuntbouwproducten.nl). Daarnaast zorgt onder meer het Communicatieforum CE-markering voor verspreiding van informatie over CE-markering en de Verordening bouwproducten in het veld (www.kwaliteitbouwproducten.nl).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven