32 710 XVI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2010

Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 8 juni 2011

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2010 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamerstuk 32 710 XVI, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop 7 juni 2011 gegeven antwoorden, zijn hierna afgedrukt

De voorzitter van de commissie,

Smeets

De griffier van de commissie,

Teunissen

1

Kan inzicht gegeven worden in de effectiviteit van de subsidies die door VWS verstrekt worden?

In de Algemene Wet Bestuursrecht is bepaald dat subsidieregelingen iedere vijf jaar geëvalueerd worden. De Tweede Kamer wordt over de uitkomsten van de evaluaties geïnformeerd. Zo heeft VWS in oktober 2010 het rapport: Zorgopleidingen in de polder, Evaluatie Opleidingenfonds en CBOG aan de Kamer aangeboden. Andere recente voorbeelden zijn de evaluatie van de subsidieregeling PGO en de subsidieregeling schippersinternaten.

2

De ARK stelt vast dat het subsidiebeheer voor het twaalfde jaar op rij niet op orde is. Hoeveel geld is door het ministerie de afgelopen twaalf jaar besteed aan het op orde brengen van het subsidiebeheer?

De uitgaven aan verbeteringen zijn gedaan binnen het reguliere budget. De uitgaven voor verbeteringen van het subsidiebeheer zijn niet apart geadministreerd.

3

De minister heeft een herziene versie van het verbeterplan t.a.v. het subsidiebeheer opgesteld. Vanwege welke elementen heeft dit herziene verbeterplan geleid tot een positief oordeel van de ARK en het intrekken van het bezwaar? Wordt er een garantie gegeven dat de problematiek – die tenslotte al 12 jaar duurt – nu wel wordt aangepakt?

De Algemene Rekenkamer is van mening dat de voorgenomen verbeteracties voldoende aansluiten op de geconstateerde problemen, voldoende concreet zijn en een realistisch tijdpad hebben. De plannen en voorgenomen verbeteracties zijn zodanig dat de Algemene Rekenkamer besloten heeft het bezwaar niet te handhaven. Tevens vindt de Algemene Rekenkamer het positief dat in het plan is toegezegd dat in het trainingsprogramma expliciet aandacht zal worden besteed aan het leren van fouten uit het verleden.

VWS rapporteert uiterlijk 1 oktober 2011 aan de Tweede Kamer over de voortgang van het verbeterplan. De Algemene Rekenkamer zal de rapportage van VWS beoordelen en daarover uiterlijk 1 november 2011 aan de Tweede Kamer rapporteren.

4 en 42

De ARK constateert een lichte toename van het aantal fouten ten opzichte van de naleving van Europese aanbestedingsregels. Kan dit met cijfers onderbouwd worden?

Welk percentage van de totale aanbestedingen van het ministerie zijn niet conform de Europese aanbestedingsregels?

De Algemene Rekenkamer constateert in 2010 voor het kerndepartement van VWS een bedrag van € 19,7 miljoen aan fouten en voor € 4,7 miljoen aan onzekerheid over de rechtmatigheid. In 2009 constateerde de Rekenkamer kerndepartement € 8,1 miljoen onrechtmatigheden. Het totaal aan Europese aanbestedingen is in 2010 circa € 126 miljoen geweest. Het percentage dat daarmee niet conform de Europese aanbestedingsregels is gegaan is 19%.

5 en 9

Op welke wijze zal de informatiebeveiliging onderdeel van het risicomanagement van het ministerie gaan vormen?

Kunt u aangeven hoe het ministerie meer inzicht in en grip wil krijgen op de mate van naleving van de voorschriften voor informatiebeveiliging en de Wet bescherming persoonsgegevens?

Binnen VWS wordt informatiebeveiliging als vast onderwerp opgenomen in de planning & control- cyclus waarin periodiek de voortgang van de bedrijfsvoering wordt besproken. Met directies worden managementafspraken gemaakt over de te realiseren acties. Vooraf aan de periodieke bespreking rapporteert de directie Bedrijfsvoering de voortgang van de afgesproken acties. De directie FEZ zal toezien op het goed functioneren van de cyclus en de realisatie van de afgesproken acties.

6 en 10

Op welke wijze zal het aandeel extern personeel dit jaar van 17.4% naar 13% worden afgebouwd?

Kunt u toelichten hoe u het percentage inhuur van extern personeel, dat is toegenomen tot 17,4%, terug wilt dringen naar het maximum van 13%?

VWS heeft zodanige afspraken gemaakt dat de inhuur door de kern in 2011 maximaal op 10% komt. Sommige onderdelen van de kern zitten onder de 10% en dat blijft ook zo. Voor de baten-lastendiensten is het halen van de norm niet eenvoudig zonder een afname van taken en meer ambtelijk personeel. Met alle baten-lastendiensten voert VWS overleg om tot weloverwogen afbouw te komen. Inzet is om ook bij de baten-lastendiensten een substantiële vermindering van de inhuur externen te realiseren in 2011.

7, 8, 24, 25, 26 en 46

Op welke wijze zal de interne controle worden versterkt?

Kunt u toelichten hoe u het subsidiebeheer van het kerndepartement, dat onvoldoende op orde en onvoldoende verbeterd is, wilt verbeteren? Welke doelen zijn er in dit geval gesteld?

Wat voor manieren zijn er om de problemen rond het subsidiebeheer op het ministerie van VWS op te lossen?

Kunt u aangeven hoe u de interne controle binnen het departement, bedoeld om fouten of risico’s op fouten in de interne bedrijfsvoering tijdig op te sporen en aan te pakken, te verbeteren?

Welk beleid wordt er op het ministerie van VWS gevoerd aan interne controle op het subsidiebeheer? In hoeverre wordt er nu misbruik en oneigenlijk gebruik gemaakt van instellingssubsidies van de subsidieregeling PGO?

Wat zijn de doelstellingen in het plan van aanpak ter verbetering van het subsidiebeheer op het ministerie van VWS?

Er is een plan van aanpak opgesteld om het subsidiebeheer te verbeteren. Het plan van aanpak beschrijft de uit te voeren activiteiten inclusief het tijdpad en de verantwoordelijkheden. Op basis van dit plan van aanpak met de voorgenomen verbeteracties heeft de Algemene Rekenkamer besloten het bezwaar niet te handhaven.

De interne controle wordt versterkt door middel van personele uitbreiding. De procescontrole op de subsidieverlening en –vaststelling is in februari aangescherpt. DG’s rapporteren frequent over de voortgang van het subsidieproces en dossiers die dreigen de wettelijke termijn te overschrijden komen onder verscherpt toezicht te staan van FEZ. De planning en controlcyclus is aangescherpt, de interne controle bij de Directie Bedrijfsvoering versterkt en informatiesystemen zijn gereed gemaakt voor de invoering van het Uniform Subsidiekader.

Doelstelling van de verbeteracties is het verbeteren van het subsidiebeheer van VWS en een positief oordeel van de Algemene Rekenkamer hierover.

VWS zal uiterlijk 1 oktober 2011 aan de Tweede Kamer rapporteren over de voortgang van het verbeterplan. De Algemene Rekenkamer rapporteert uiterlijk 1 november haar oordeel aan de Tweede Kamer.

De Algemene Rekenkamer geeft in zijn nota van bevindingen aan dat het zelf opgeven van ledentallen door PGO organisaties misbruik- en oneigenlijk gebruikgevoelig is. Bij het aanvragen van een instellingssubsidie PGO dient de aanvrager een opgaaf te doen van het aantal leden en contributie op een peildatum (1 april). De gegevens over aantal leden en contributie gelden als parameter voor de berekening van de hoogte van de instellingssubsidie. Het CIBG baseert zich bij de verlening op de opgaaf van de subsidieaanvrager.

Echter, een door het CIBG ingeschakelde accountant neemt jaarlijks een steekproef onder dertig organisaties. Tot dusverre kan uit deze steekproeven niet worden afgeleid dat op dit punt sprake is van onjuiste rapportage van aantallen leden en donateurs door organisaties.

11, 44 en 45

Waardoor zijn er in 2010 minder verbeteringen van het subsidiebeheer gerealiseerd dan aanvankelijk gepland?

Hoe komt het dat VWS later dan voorgenomen is begonnen met het doorvoeren van de vorig jaar toegezegd structurele verbeteringen?

Kunt u toelichten welke oorzaken er aan ten grondslag liggen, dat de gerealiseerde verbetering van het subsidiebeheer in 2010 aanzienlijk, maar minder groot dan begin 2010 was voorgenomen?

VWS is – later dan voorgenomen – in 2010 begonnen met het doorvoeren van de vorig jaar toegezegde structurele verbeteringen. De gerealiseerde verbetering van het subsidiebeheer in 2010 is aanzienlijk, maar minder groot dan begin 2010 was voorgenomen. Dit houdt mede verband met de beleidsdruk op het departement die het afgelopen jaar uitzonderlijk hoog is geweest door de Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO’s), de heroverwegingsonderzoeken, de val van het vorige kabinet en de kabinetsformatie. Die moesten worden gerealiseerd met een inmiddels fors afgeslankte bezetting van de beleidskern. De verbetering van het subsidiebeheer heeft door de onvoorziene extra beleidsdruk minder prioriteit kunnen krijgen.

12

Welke concrete maatregelen gaat de minister nemen om de benodigde verbeteringen bij het inkoopbeheer en de informatiebeveiliging te realiseren?

Voor de onvolkomenheid in het inkoopbeheer stelt VWS een plan van aanpak op waarover vóór de zomer wordt besloten in de Bestuursraad Bedrijfsvoering. Voor de uitvoering is capaciteit vrijgemaakt. Over de aanpak van de onvolkomenheden informatiebeveiliging heeft de Bestuursraad Bedrijfsvoering van 26 mei 2011 besloten. Er wordt in 2011 vervolg gegeven aan het project informatiebeveiliging 2011, informatiebeveiliging wordt geborgd in de planning & controlcyclus en VWS komt met ACBG en RIVM tot afspraken ter verbetering van de sturing en verantwoording op informatiebeveiliging.

13

Klopt het dat de ARK geen rechtmatigheidsonderzoek doet naar de uitgaven en inkomsten van organisaties die subsidie van het ministerie van VWS hebben gekregen? Is de ARK hiertoe wel in staat? Wat zou de meerwaarde kunnen zijn van dergelijk aanvullend onderzoek?

De Algemene Rekenkamer doet rechtmatigheidsonderzoek naar de uitgaven en ontvangsten op de begroting van VWS. Daarbij steunt ze op de uitkomsten van de controles door de interne auditfunctie van VWS. De organisaties die subsidie van het ministerie van VWS hebben gekregen worden op grond van het geldende single auditbeleid gecontroleerd door de huisaccountants van die organisaties. Daarnaast voert VWS in het kader van de verlening en de vaststelling van subsidies bepaalde administratieve controles uit. De interne auditfunctie van VWS voert elk jaar een aantal reviewonderzoeken uit in het gesubsidieerde veld om te beoordelen of het instrument subsidieverklaring dat VWS heeft ingezet als onderdeel van het subsidiebeleid voldoet. De Algemene Rekenkamer beoordeelt in het kader van het rechtmatigheidsonderzoek of dit controlesysteem voldoende heeft gefunctioneerd. De Algemene Rekenkamer heeft de bevoegdheid om onderzoeken bij die organisaties te doen, maar maakt daar in de praktijk zelden gebruik van.

14

Klopt het dat de ARK geen rechtmatigheidsonderzoek doet naar de uitgifte van premiegerelateerde zorguitgaven, het Budgettair Kader Zorg? Is de ARK hier wel toe in staat? Wat zou de meerwaarde kunnen zijn van dergelijk aanvullend onderzoek?

De ARK onderzoekt in het kader van het rechtmatigheidsonderzoek (artikel 82 CW) de uitgaven en ontvangsten op de begroting van VWS. Daartoe behoren ook een aantal rijksbijdragen aan de zogenaamde premiesector. De ARK kan deze uitgaven, mede op basis van het onderzoek door de interne auditfunctie, op het ministerie van VWS onderzoeken en hoeft hiervoor niet bij andere organisaties in de zorgsector onderzoek te doen. Daarnaast heeft de ARK op grond van artikel 91 lid 1d CW bevoegdheden om onderzoek te doen bij organisaties in de zorgsector die een bij wet geregelde taak uitoefenen.

15

Onderzoek van de Rekenkamer geeft aan dat de prestatieindicator «Cliënttevredenheid over indicatiestelling CIZ» om verschillende redenen onbruikbaar is. In hoeverre geldt deze conclusie ook voor de andere prestatie-indicatoren die in het Jaarverslag van VWS worden gebruikt?

De conclusie geldt alleen de onderzochte prestatie-indicator.

16

Op welke manier wordt de bruikbaarheid van de beleidsinformatie verbeterd zodat deze informatie meer inzicht geeft in bijvoorbeeld de toegankelijkheid van de zorg?

VWS heeft sinds het jaarverslag 2007 meegedaan aan het experiment van het ministerie van Financiën ter verbetering en vereenvoudiging van begroting en jaarverslag. De minister van Financiën heeft 22 maart jl. een evaluatie van dit experiment aan de Tweede Kamer gestuurd. De evaluatie van dit experiment geeft aan dat de maatregelen uit het experiment niet de oplossing bieden voor al de gesignaleerde problemen. Wel biedt de evaluatie een aantal lessen voor de toekomst voor verdere verbetering van begroting en jaarverslag.

Het kabinet wil betere en compactere begrotingen en jaarverslagen. Bij een «Compacte Rijksdienst» horen ook compacte begrotingen. Het kabinet wil dit bovendien realiseren met een kleinere overheid. Met de voorstellen uit «Verantwoord begroten» kan dit worden gerealiseerd.

Voor de beleidsinformatie zal er een uitruil komen tussen het verminderen van het aantal weinig/nietszeggende indicatoren en het gerichter inzetten van beleidsdoorlichtingen en het beschikbaar hebben van gerichte beleidsinformatie over het beleid van een minister.

17

Op welke wijze wordt de Kamer geïnformeerd over de afzonderlijke scores inzake de cliënttevredenheid over de indicatiestelling door het CIZ in relatie tot het in het jaarverslag opgenomen gemiddelde rapportcijfer, teneinde een volledig beeld te verkrijgen over die cliënttevredenheid?

De afzonderlijke scores inzake de cliënttevredenheid staan in het Landelijk klanttevredenheidsonderzoek CIZ onder AWBZ-zorgvragers 2008. Dit onderzoek is in opdracht van CIZ door het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde uitgevoerd. Ik doe het rapport u bijgaand toekomen.2

18

Op basis waarvan concludeert de ARK dat informatiebronnen die voor het Jaarverslag van VWS worden geraadpleegd niet deugdelijk tot stand gekomen zijn?

Uit het rapport van de Algemene Rekenkamer kan niet worden geconcludeerd dat informatiebronnen niet deugdelijk tot stand zijn gekomen. De Algemene Rekenkamer wijst er in het rapport alleen op dat het onderzoek door de Rijksauditdienst van de niet-financiële informatie, overeenkomstig het interdepartementale auditbeleid in deze, niet betrekking heeft op de informatiebronnen zelf.

19

Kunt u aangeven of u de toelichting bij de indicator «Cliënttevredenheid over indicatiestelling CIZ», die niet overeenkomt met de wijze waarop het gepresenteerde cijfer tot stand is gekomen, nogmaals gaat overwegen en zo ja, of u dientengevolge de cliënttevredenheid op een andere manier zult toelichten?

Over het jaar 2006 is één gemiddeld rapportcijfer gepresenteerd voor de cliënttevredenheid over de indicatiestelling CIZ, door hetzelfde onderzoeksbureau, het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, langs dezelfde onderzoeksmethodiek. Om de onderlinge vergelijkbaarheid mogelijk te kunnen maken, is ook voor het jaar 2008 gekozen voor één gemiddeld rapportcijfer. In overleg met het CIZ zal opnieuw gekeken worden naar de presentatie van de cijfers van de cliënttevredenheid over het jaar 2010.

20

Klopt de conclusie dat het programma «Regelhulp» niet tot lagere administratieve lasten leidt? Wat is de reden het programma te continueren?

Nee, deze conclusie klopt niet. Regelhulp bespaart de burger veel zoektijd bij een hulp of zorgvraag. Het ondersteunt mensen in het proces van hulpverlening, omdat men stap voor stap van hulpvraag naar mogelijke oplossingen wordt geleid en direct de juiste informatie beschikbaar is. Overheidsdienstverlening wordt hiermee toegankelijker. De Rekenkamer constateert dat het aantal digitale aanvragen beperkt is. Dat klopt. Met de bekendheid van Regelhulp zal het aantal aanvragen naar verwachting stijgen, maar dit is geen doel op zich. De wens om tot meer zelfredzaamheid van mensen te komen, waar dat mogelijk is, is leidend bij de continue verbetering van Regelhulp. De doelgroep is tevreden over Regelhulp. Deze zomer verschijnen de uitkomsten van klant- en gebruikersonderzoeken. Ook wordt onderzocht wat er in het verlengde van Regelhulp verder nodig is om de ergernissen zoals verwoord door de Rekenkamer op te lossen.

21

Hoe komt het dat de gemiddelde tevredenheid van cliënten over het CIZ gedaald is van 8,0 in 2008 naar 7,2 in 2009?

De gemiddelde cliënttevredenheid is gedaald van 7,5 in 2006 naar 7,2 in 2008. Over het jaar 2009 is geen onderzoek uitgevoerd. De streefwaarde voor het jaar 2010 is 8.0.

22

Kunt u alsnog de overschrijding van de totale uitgave van het programma «Regelhulp» ter grootte van € 200 000 toelichten?

Gezien de positieve ontwikkelingen bij het aansluiten van gemeenten op Regelhulp en het belang hiervan voor de klant, heeft VWS ervoor gekozen € 700 000 i.p.v. € 500 000 te besteden aan de implementatie van Regelhulp in dat jaar. Het gaat om een intensivering van de implementatie bij gemeenten, zodat lokale informatie ook beschikbaar is op Regelhulp .

23

Hoe gaat u de ergernissen van cliënten in het gebruik van www.regelhulp.nl verbeteren, teneinde de website beter te laten aansluiten op de beoogde doelgroep?

Respondenten hebben bij de toets van Rekenkamer aangegeven dat zij in de toekomst de website blijven gebruiken en dat zij deze aan anderen aanraden. Regelhulp draagt bij aan het oplossen van de ergernissen en sluit aan bij de doelgroep. Dit is deze maand opnieuw gebleken uit diverse gesprekken met de klant. Deze zomer verschijnen de uitkomsten van recente klant- en gebruikersonderzoeken.

27

Wat verstaat men concreet onder «onvolkomenheid» en «ernstige onvolkomenheid» bij de beheerdomeinen? Kan er een aantal voorbeelden gegeven worden?

De Algemene Rekenkamer spreekt van een onvolkomenheid wanneer een bedrijfsvoeringsproces niet goed is ingericht dan wel niet goed wordt uitgevoerd door een ministerie. Als het geconstateerde probleem meer is dan een incident en ook enig (financieel) gewicht heeft, dan merkt de Algemene Rekenkamer dit probleem aan als een onvolkomenheid. Of een onvolkomenheid als «ernstig» wordt gekwalificeerd, hangt af van de frequentie en de zwaarte van de problemen (groot financieel belang en/of problemen die zich op meer plekken bij een ministerie voordoen). De uiteindelijke kwalificatie als onvolkomen of ernstig onvolkomen is het resultaat van de interne oordeelsvorming van het College van de Algemene Rekenkamer.

28

Is er een ander ministerie waarbij de RAD in 54% van de gecontroleerde subsidies een tekortkoming vindt?

Het ministerie van VWS heeft geen inzicht in de uitkomsten van de controles van subsidies op de andere ministeries. De RAD doet bij VWS geen controle op een aselecte steekproef, maar selecteert te controleren dossiers op basis van risico’s. De 54% is het totaal aan onvolkomenheden in het financieel beheer van de risicodossiers. Dit bestaat uit 14% zware onvolkomenheden, 26% gemiddelde onvolkomenheden en 14% lichte onvolkomenheden. Overschrijdingen van een termijn (bijvoorbeeld een subsidievaststelling te laat verzonden) zijn gemiddelde onvolkomenheden.

29

Wat moet men verstaan onder «onzekerheid over de rechtmatigheid van 45 miljoen als gevolg van mogelijke staatssteun bij de subsidiëring van schippersinternaten? Waar is dit geld voor gebruikt?

De subsidie voor schippersinternaten is gebruikt voor de opvang van kinderen van ouders met een trekkend of varend bestaan. De gekozen juridische vorm voor de subsidieverlening leidt er, na gedegen juridische analyse, toe dat er mogelijke sprake is van staatssteun. Hierdoor is de rechtmatigheid van de subsidieverlening volgens de interne auditfunctie onzeker.

30

Kunt u toelichten hoeveel te laat ingediende subsidieaanvragen uiteindelijk zonder motivatie toch in behandeling zijn benomen?

In enkele gevallen komt het voor dat te laat ingediende aanvragen zonder motivatie toch in behandeling worden genomen. VWS heeft hier aandacht voor en werkt er aan om geen te laat ingediende subsidieaanvragen zonder motivatie toch in behandeling te nemen. De bevoorschotting van alsnog gehonoreerde instellingssubsidies wordt opgeschort in relatie tot de mate van het te laat indienen van de aanvraag. Projectsubsidies mogen worden aangevraagd tot het moment van de aanvang van het project. Bij alsnog honoreren van te laat ingediende projectsubsidies worden de gemaakte kosten van de periode voorafgaande aan de datum van de indiening van de aanvraag buiten beschouwing gelaten bij vaststellen van het subsidiebedrag.

31

Er is een speciaal bedrijfsvoeringsberaad bijeen gekomen in 2010 met het oog op geconstateerde tekortkomingen vanuit de interne controle en / of van de controle door de Rijksauditdienst. Echter, tijdens deze bijeenkomst is niet gesproken over de door de Rijksauditdienst geconstateerde tekortkomingen en / of resultaten van de interne controle. Waar is dan wel over gesproken tijdens dit beraad? Waarom is niet gesproken over de zaken die tot de focus van dit beraad hoorden?

De Bestuursraad Bedrijfsvoering is met ingang van september 2010 een tweewekelijks overleg dat sturend en besluitvormend is op strategische bedrijfsvoeringzaken en organisatieontwikkeling VWS. In 2010 is het overleg vijf keer gehouden. De navolgende onderwerpen/dossiers zijn in die overleggen besproken: Bezuinigingen rijksdiensten en consequenties voor VWS, Controlfunctie BR-bedrijfsvoering (2x), Plaatsonafhankelijk werken, Projectplan aanbesteding arbodienstverlening, Juridische functie, Training Social Media, Frauderisico’s, Overzicht APK-taakstelling concern VWS, Subsidieinstrument VWS, Samen zorgen voor Beter/@nders (2x), Verbetering vlootschouw, Implementatieplan functiegebouw Rijk, Huisvestingsplan concern VWS en Organisatieontwikkeling IGZ.

32, 33 en 34

De onvolkomenheid in het inkoopbeheer van het kerndepartement bestaat al sinds 2006. Welke acties zijn in de tussentijd ondernomen door het ministerie, welke kosten waren hiermee gemoeid en waarom hebben deze niet tot het gewenste resultaat geleid?

Welke maatregelen worden genomen om de onvolkomenheid in het inkoopbeheer van het kerndepartement te verbeteren?

Bij bijna de helft van de gecontroleerde inkoopdossiers zijn fouten geconstateerd/ deze fouten zijn het gevolg van onzorgvuldigheden in administratieve processen. Vanwege het grote aantal geconstateerde fouten rijst de vraag of er binnen het minister wel voldoende kennis bestaat ten aanzien van de juiste handelswijze bij administratieve processen.

Jaarlijks wordt aan de hand van de rapporten van de Algemene Rekenkamer gekeken welke mogelijkheden er zijn om de gesignaleerde tekortkomingen aan te pakken. De oplossingen en verbeteringen worden uit bestaande middelen gerealiseerd. Er zijn geen extra investeringen gepleegd.

In 2006 is de inkoopexpertise binnen het departement gebundeld in de afdeling Inkoop. De afdeling Inkoop heeft opdracht heeft gekregen om alle inkopen boven de € 50 000 uit te voeren. Naar aanleiding van een risicoanalyse van het inkoopproces is in 2007 een departementsbreed inkoopbeleidsplan vastgesteld. De speerpunten van dit beleid waren een verdere professionalisering van de inkooporganisatie van VWS, de implementatie van duurzaam inkopen en het gezamenlijk inkopen met andere ministeries (categorie management).

In 2008 zijn de beschrijvingen van het inkoopproces, waaronder de Europese aanbestedingen, geactualiseerd. Verder is in 2008 speciale aandacht aan de communicatie over dit onderwerp besteed, die er voor moeten zorgen dat alle belanghebbenden op de hoogte zijn van de inkoopprocedures, alsmede het belang ervan, waardoor de doelmatig- en rechtmatigheid verbetert.

Net als in 2007 zijn in 2008 een aantal opdrachtverstrekkingen ten onrechte niet volgens de geldende Europese aanbestedingsregels aanbesteed.

In 2009 is op het gebied van Inkoop veel aandacht besteed aan het invoeren van Duurzaam Inkopen binnen VWS. Ook is veel energie gestoken in de verbetering van de toegankelijkheid van informatie over regelgeving en raamovereenkomsten. Dit draagt bij aan een verbetering van de recht- en doelmatigheid van inkopen.

In 2010 is gestart met het opstellen van een veranderplan voor het inkoopbeheer. De ambitie is om een efficiënte, professionele en klantgerichte organisatie te zijn. Deze ambitie is in diverse doelstellingen geoperationaliseerd. Zo wordt er o.a. een nieuw handboek inkoop opgesteld en leveranciersmanagement ingevoerd.

In 2011 gaat VWS verder met de uitvoering van het verbeterplan voor het inkoopbeheer waarin de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer worden betrokken. Dit bijgestelde plan zal zo snel mogelijk doch uiterlijk voor de zomer voor besluitvorming in de Bestuursraad Bedrijfsvoering worden geagendeerd. In het verbeterplan zal ook aandacht zijn voor de uitvoering van de administratieve processen.

35

Kunt u toelichten waarom er gekozen is voor een weliswaar transparante, maar niet rechtmatige handelswijze in het Europese aanbesteden?

Het komt voor bij aanbesteding dat de opdracht dusdanig specifiek is dat op voorhand bekend is dat er slechts één partij de opdracht kan uitvoeren of dat calamiteiten zich voordoen waarbij snelheid van handelen van groot belang is. In dergelijke gevallen is het volgens de letter volgen van de aanbestedingsregels niet uitvoerbaar. De inkoopprocedure van VWS voorziet er in deze gevallen in dat op het hoogste ambtelijke niveau kan worden besloten af te wijken van de regels.

36

Kunt u het aantal de omvang van mondelinge opdrachten, geschat op € 0,5 miljoen, die niet zijn vastgelegd toelichten?

Het betreft 264 betalingen/facturen voor een totaalbedrag van € 0,5 miljoen waarbij een controleerbare vastlegging van de bestelling mogelijk ontbreekt. Het gaat om kosten van representatieve aard. De betaling van deze facturen is volgens de reguliere interne procedures verlopen.

37

De uitgaven aan de inhuur van extern personeel en het aandeel van de inhuur van extern personeel in de totale personeelsuitgaven zijn de afgelopen jaren toegenomen tot 64 mln respectievelijk 17,4%. Dit in tegenstelling tot de doelstelling – een stapsgewijze afbouw tot 13% in 2011. Wat is de reden voor deze stijging? Zijn er door het ministerie maatregelen genomen om wel te komen tot een afbouw? Zo ja, welke en waarom hebben deze niet gewerkt? Zo nee, waarom niet?

De reden voor het hoge niveau van externe inhuur hangt samen met de FTE-taakstelling Balkenende IV van 20% voor VWS en het feit dat in 2010 niet in voldoende mate taken zijn geschrapt. Vooral bij de baten-lastendiensten zoals het RIVM en CIBG is extra inhuur gepleegd. Het hoge percentage wordt ook beïnvloed door extra werkzaamheden van tijdelijke duur zoals de uitvoering van het elektronisch patiënten dossier. Dit zal in 2011 fors lager zijn.

38

De onvolkomenheid in de informatiebeveiliging bestaat al sinds vorig jaar. Hiertoe zijn acties ondernomen, zonder het gewenste resultaat te bereiken. Welke kosten waren gemoeid met deze acties? Welke conclusies zijn hieruit getrokken ten behoeve van toekomstige acties om de informatiebeveiliging op orde te krijgen?

De onvolkomenheid in de informatiebeveiliging (IB) bestaat er uit dat er onvoldoende inzicht is in de staat van de IB bij VWS en er onvoldoende coördinatie op concernniveau plaatsvindt. Deze onvolkomenheden worden in 2011 weggewerkt. Actuele IB plannen worden opgesteld en uitgevoerd. De coördinatie van de informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens (IB/BP) wordt geborgd door de vereiste capaciteit op IB/BP gebied te beschrijven en aan te stellen.

39

Wat is de reden dat het ministerie van VWS in 2010 niet geslaagd onder het maximum van 13% externe inhuur te blijven? Welke specialismen zijn ingehuurd en welke lonen werden betaald?

Het hoge niveau van externe inhuur hangt samen met de fte-taakstelling Balkenende IV van VWS van 20% zonder dat in voldoende mate taken konden worden geschrapt. Hierdoor is met name bij de baten-lastendiensten zoals het RIVM en CIBG extra inhuur gepleegd. Het hoge percentage wordt ook beïnvloed door extra werkzaamheden van tijdelijke duur zoals de uitvoering van het elektronisch patiënten dossier.

Voor de ingehuurde specialismen verwijs ik u naar de bijlage inhuur externen bij het Jaarverslag van VWS. Deze bijlage geeft een overzicht van de uitgaven en kosten (voor baten-lastendiensten) voor inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel (inhuur externen) conform de rijksbrede definitie in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2011.

40

Kunt u toelichten hoe het komt dat de inhuur van extern personeel op het ministerie van VWS hoger is dan op andere ministeries?

De taken van de ministeries lopen uiteen, de diversiteit in werkprocessen is erg groot en daarmee varieert de omvang van de externe inhuur. De inhuur van VWS betreft inhuur bij het kerndepartement (inclusief de adviesraden, de inspecties en het SCP) en de baten-lastendiensten. De uitgaven betreffen zowel programma- als apparaatskosten. De hoogte van de inhuur bij VWS wordt in het bijzonder veroorzaakt door specifieke projecten en onvoorziene piekbelasting. Zo is ingehuurd voor de registratie van de toelating van zorginstellingen, de opzet van het project Zichtbare Zorg, de benodigde specifieke kennis voor het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) en het Unieke Zorgverleners Identificatie (UZI)-register. Het percentage inhuur van VWS wordt daarnaast beïnvloed door eenmalige en onverwachte gebeurtenissen zoals in 2009 met de Nieuwe Influenza A (H1N1) en de Q-koorts.

41

Hoe kan het dat de ARK stelt dat de financiële informatie in het Jaarverslag 2010 voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt, terwijl het ARK ook aangeeft dat het totaalbedrag van alle geconstateerde fouten en onzekerheden in de verplichtingen 706,3 miljoen omvat en daarmee de tolerantiegrens in het jaarverslag als geheel heeft overschreden?

De hoofdeis die aan financiële informatie in het Jaarverslag 2010 wordt gesteld is dat deze overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften is opgesteld en of de erin opgenomen financiële informatie deugdelijk is weergegeven en rechtmatig tot stand is gekomen. Het oordeel van de Algemene Rekenkamer is zo geformuleerd dat wordt toegelicht welk deel van de financiële informatie niet voldoet aan deze eisen. In dit geval is dit met name het deel dat betrekking heeft op subsidies die worden verleend op grond van de subsidieregeling academische functie. De Algemene Rekenkamer heeft dit nader toegelicht op blz. 33/34 van het rapport bij het jaarverslag. Het grootste deel van de financiële informatie voldoet volgens de Algemene Rekenkamer wel deze eisen. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Jaarverslag 2010 van VWS in het onderdeel overige bedrijfsvoeringaspecten is aangegeven wat de reden is waarom er sprake is van onrechtmatigheid. Het Wetsvoorstel aanvulling instrumenten bekostiging WMG (AIB WMG; Kamerstukken II, 32 393), dat inmiddels voor plenaire behandeling is geagendeerd, voorziet in oplossing van de onrechtmatigheid.

43

Kunt u aangeven of er met betrekking tot het voorstel voor wetswijziging van de WMG een nieuw voorstel ingediend zal worden bij de Tweede Kamer? Zo nee, hoe wilt u dit rechtmatigheidsprobleem op een andere manier oplossen?

Er wordt geen nieuw voorstel ingediend. De materie is meegenomen in het Wetsvoorstel aanvulling instrumenten bekostiging WMG (AIB WMG; Kamerstukken II, 32 393), dat inmiddels voor plenaire behandeling is geagendeerd.

47

Wat is de reden dat de minister geen concrete toezeggingen doet om te voldoen aan de voorschriften voor informatiebeveiliging?

In de reactie van VWS op de nota van bevindingen van de Algemene Rekenkamer voor het deelonderzoek informatiebeveiliging is de aanpak van VWS verwoord. De reactie geeft concreet aan wat VWS in 2011 doet. Deze aanpak is op 26 mei 2011 door de Bestuursraad Bedrijfsvoering vastgesteld en is nu in uitvoering genomen.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Smeets, P.E. (PvdA), Voorzitter, Smilde, M.C.A. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Veen, E. van der (PvdA), Gerven, H.P.J. van (SP), Burg, B.I. van der (VVD), Ouwehand, E. (PvdD), Agema, M. (PVV), Leijten, R.M. (SP), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Wolbert, A.G. (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Uitslag, A.S. (CDA), Elias, T.M.Ch. (VVD), Ondervoorzitter, Dijkstra, P.A. (D66), Dille, W.R. (PVV), Gerbrands, K. (PVV), Mulder, A. (VVD), Venrooy-van Ark, T. (VVD), Bruins Slot, H.G.J. (CDA), Voortman, L.G.J. (GL) en Klaver, J.F. (GL).

Plv. leden: Dijkgraaf, E. (SGP), Kuiken, A.H. (PvdA), Omtzigt, P.H. (CDA), Berndsen, M.A. (D66), Klijnsma, J. (PvdA), Ulenbelt, P. (SP), Liefde, B.C. de (VVD), Thieme, M.L. (PvdD), Mos, R. de (PVV), Kooiman, C.J.E. (SP), Arib, K. (PvdA), Vermeij, R.A. (PvdA), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Toorenburg, M.M. van (CDA), Lodders, W.J.H. (VVD), Ham, B. van der (D66), Beertema, H.J. (PVV), Bosma, M. (PVV), Straus, K.C.J. (VVD), Miltenburg, A. van (VVD), Ormel, H.J. (CDA), Sap, J.C.M. (GL) en Tongeren, L. van (GL).

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven