32 701 Intrekking van de Wet werk en inkomen kunstenaars

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 14 maart 2011, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 27 december 2010, nr. 10.003605, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 16 februari 2011, nr. W12.10.0584/III, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De redactionele kanttekeningen van de Afdeling zijn, op een uitzondering na, verwerkt in het voorstel van wet. Artikel 14f van de Algemene bijstandswet komt met ingang van 1 juli 2011 te vervallen op grond van artikel 2 van het Besluit van 23 december 2010 (Stb. 839). Gelet op de beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel (1 januari 2012) behoeft artikel 14f van de Algemene bijstandswet derhalve niet te worden aangepast.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de memorie van toelichting enkele technische aanvullingen en verbeteringen op te nemen.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven