32 678 Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2012

In de brief van 16 maart jl. (Kamerstuk 32 678, nr. 20) heb ik toegezegd de Kamer jaarlijks te informeren over het aantal integriteitsmeldingen en de maatregelen die naar aanleiding daarvan zijn genomen. Vanaf volgend jaar wordt deze informatie opgenomen in het departementale jaarverslag. Dit jaar voldoe ik met deze brief aan de toezegging. Voorts informeer ik de Kamer hierbij in algemene zin over integriteitsschendingen tijdens internationale missies, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg inzake Integriteit Defensie op 21 maart jl. (Kamerstuk 32 678, nr. 22).

De commissie Integriteitszorg Defensie heeft in haar rapport van 27 oktober 2011 (Kamerstuk 32 678, nr. 13) naar voren gebracht dat Defensie beschikt over de noodzakelijke elementen voor een toereikend integriteitssysteem, maar dat deze nog in onvoldoende mate een samenhangend geheel vormen. In mijn brief van 16 maart jl. heb ik uiteenzet hoe Defensie het integriteitsbeleid zal aanscherpen. Een belangrijk onderdeel van het integriteitssysteem is een goed werkend registratiesysteem. Ik heb op 21 maart jl. tijdens het algemeen overleg aangekondigd dat Defensie het registratiesysteem gaat verbeteren. In het overzicht in deze brief wordt de informatie uit het bestaande registratiesysteem «Melding Voorvallen» weergegeven. De Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) heeft deze gegevens geanalyseerd. Verder ondersteunt de COID de commandanten desgevraagd met advies en trainingen.

Integriteitsmeldingen en genomen maatregelen

De COID heeft op grond van de gegevens uit het systeem «Melding Voorvallen» vastgesteld dat er in 2011 sprake was van 485 (vermoedelijke) integriteitsschendingen. Het betrof hierbij 184 meldingen die betrekking hebben op sociale integriteit en 103 meldingen over schendingen van zakelijke integriteit. De overige meldingen hebben betrekking op uiteenlopende incidenten, zoals drugsgebruik, gebruik van alcohol op militaire objecten en misbruik van persoonsgegevens. Bij de meldingen «agressie, geweld & bedreiging» bij de Koninklijke marechaussee (Kmar) zijn ook voorvallen opgenomen die betrekking hebben op vormen van agressie tegen Kmar-functionarissen. Bij de andere defensieonderdelen hebben de agressiemeldingen vaak betrekking op gedragingen in de vrije tijd. Door de aangekondigde verbeteringen van het registratiesysteem wordt het in de toekomst mogelijk meldingen nauwkeuriger te rubriceren.

Tabel 1: Aantal geregistreerde meldingen bekend bij de COID, Bron: Peoplesoft applicatie ‘Melding Voorvallen’

Tabel 1: Aantal geregistreerde meldingen bekend bij de COID, Bron: Peoplesoft applicatie ‘Melding Voorvallen’

De meldingen van vermoedelijke integriteitsschendingen hebben in 2011 geleid tot 359 onderzoeken door het defensieonderdeel, al dan niet ondersteund door de COID of het Dienstencentrum Juridische Dienstverlening. Daarvan zijn er vorig jaar 211 voltooid. Hierbij is bij 179 onderzoeken vastgesteld dat sprake was van een integriteitsschending. Hierbij zijn de volgende maatregelen genomen:

  • 38 werknemers zijn ontslagen;

  • In 70 zaken is een ambtsbericht opgemaakt of is de medewerker berispt;

  • In twee zaken is geen maatregel genomen;

  • In 34 zaken is een andere maatregel genomen.

In de overige gevallen is de afdoening van het incident niet geregistreerd. In een aantal gevallen is ook aangifte gedaan bij de Koninklijke marechaussee.

Preventie

Een belangrijk onderdeel van het integriteitssysteem is preventie. Commandanten moeten inzicht hebben in de integriteitsgevoeligheid van hun bedrijfsprocessen en in mogelijke integriteitsproblemen binnen hun eenheid om doeltreffende preventieve maatregelen te kunnen treffen. Met de ondersteuning van de COID hebben de commandanten van de defensieonderdelen uiteenlopende activiteiten ontplooid om het integriteitsbewustzijn te verhogen. Zo zijn bij het Commando DienstenCentra trainingen morele oordeelsvorming georganiseerd en worden bij het Commando luchtstrijdkrachten lessen «respectvol samenwerken» gegeven.

Voorts heeft de COID bij enige defensieonderdelen in totaal zeven risicoanalyses uitgevoerd om de kwetsbaarheid voor integriteitsschendingen te verminderen.

Integriteitsschendingen tijdens internationale missies

Tijdens het algemeen overleg op 21 maart jl. heeft het lid Bosman (VVD) vragen gesteld over de behandeling van integriteitsschendingen tijdens missies. Bij militairen van een Nederlandse eenheid in een internationale missie ligt het voor de hand dat de melding van een integriteitsschending wordt gedaan in het systeem «Melding Voorvallen». Wanneer dit systeem niet beschikbaar is, kan de melding op een andere wijze aan Defensie in Nederland worden gedaan. De meldingen worden dan op een later moment in het registratiesysteem verwerkt. Een militair die op individuele basis is geplaatst bij een onderdeel van een bondgenoot kan een beroep doen op de commandant van de desbetreffende eenheid. Wanneer dit niet mogelijk of wenselijk is, kan de hoogste nationale vertegenwoordiger, de Senior National Representative, worden ingeschakeld. Ten slotte kan de militair ook zelf rechtstreeks een melding doen bij het meldpunt van de COID.

Ten slotte

Zoals gezegd beschikt Defensie over elementen voor een toereikend integriteitssysteem maar vormen deze in onvoldoende mate een samenhangend geheel. Op 21 maart jl. heb ik tijdens het algemeen overleg aangekondigd de uitvoering van het integriteitsbeleid vast te leggen in een heldere regeling. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van de commissie Integriteitzorg Defensie. Een belangrijk onderdeel hiervan is het registratiesysteem «Melding Voorvallen». Dit zal zo worden ingericht dat de meldingen beter kunnen worden gerubriceerd en de afdoening duidelijker wordt. Verder zullen ook dit jaar risicoanalyses worden uitgevoerd om kwetsbare organisatiedelen en processen te onderkennen. Zo zullen analyses worden uitgevoerd bij kleine eenheden die op afstand van de moedereenheid moeten werken. Met behulp daarvan worden de commandanten en leidinggevenden in staat gesteld passende maatregelen te treffen.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven