32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2014

Tijdens het debat in mei 2013 over de wetsbehandeling van de wijziging van de Natuurbeschermingswet aanvaardde de Kamer de motie Slob-Geurts (Kamerstuk 32 002, nr. 32). Hierbij verzoekt de Kamer om de gevolgen van de visserijmaatregelen in de offshore Natura 2000 gebieden voor de sector zo gering mogelijk te houden. Ook nam de Kamer een amendement aan dat de aanwijzingsbesluiten voor de offshore Natura 2000-gebieden eerst moeten worden voorgehangen bij de Eerste Kamer en de Tweede Kamer alvorens deze in werking treden.

In deze brief licht ik toe hoe uitvoering is gegeven aan de motie Slob-Geurts (Kamerstuk 32 002, nr. 32 van 23 mei 2013). Tevens voldoe ik met deze brief aan de motie Slob-Geurts (Kamerstuk 32 002, nr. 33 van 23 mei 2013), waarin wordt verzocht de maatregelen voor de offshore Natura 2000gebieden aan uw Kamer voor te leggen alvorens deze aan de Europese Commissie te zenden.

Tenslotte kondig ik hierbij aan de procedure voor de aanwijzing van de Natura 2000-gebieden Friese Front, Klaverbank en Doggersbank te starten.

Na het eerdergenoemde debat en de aanvaarding van de motie Slob-Geurts heb ik mij ingespannen om de gevolgen voor de visserij van de voorgestelde maatregelen, vooral op het Duitse deel van de Doggersbank, zoveel mogelijk te beperken. Op mijn voorstel heeft het Nederlandse bedrijfsleven een onderhoud gehad met Duitsland om te kijken of er ruimte voor aanpassing van de Duitse maatregelen was. Het gesprek is echter zonder resultaat gebleven.

Na dit gesprek heeft mijn Duitse collega mij laten weten dat Duitsland heeft besloten vast te houden aan de eerder voorgestelde maatregelen.

Desalniettemin vind ik dat de betrokken maatregelen uitdrukkelijk rekening houden met de economische kant van de visserijactiviteiten. Zoals blijkt uit rapportage van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) is de schade voor de visserijsector tot een minimum beperkt gebleven. Ook vind ik dat het bedrijfsleven en de natuurbeschermingsorganisaties gedurende het gehele proces in de periode van 2011 tot 2014 voldoende ruimte hebben gekregen om tot overeenstemming te komen.

Alles afwegende ben ik tot de conclusie gekomen dat het voorgestelde maatregelenpakket voldoende evenwichtig is en heb ik besloten over te gaan tot aanwijzing van de Natura 2000 gebieden op de Noordzee (Doggersbank, Klaverbank en Friese Front) als mede tot de procedurele afwikkeling van de voorgestelde maatregelen richting Europese Commissie.

Ontwikkeling tot op heden van het Natura 2000-programma voor de Noordzee

Op grond van Europese verplichtingen heeft Nederland in 2008, in het kader van het Natura 2000 programma, de Klaverbank en de Doggersbank aangemeld bij de Europese Commissie als offshore Natura 2000 gebieden. Beide gebieden zijn aangemeld onder de zogenoemde Habitatrichtlijn. Het Friese Front zal worden aangewezen als vogelrichtlijngebied. Daarvoor geldt geen aanmeldingsplicht bij de Europese Commissie. Daar de grootste effecten op de kwaliteit van deze gebieden te verwachten zijn van de bodemberoerende visserij, is op Nederlands initiatief het FIMPAS-proces gestart in 2009 (Fisheries in Marine Protected Areas). Doel van dat proces is om wetenschappelijk onderbouwd en gezamenlijk met de meest betrokken nationale en internationale belanghebbende stakeholders, om te komen tot een proportioneel en evenwichtig maatregelenpakket.

Uit het door het LEI uitgevoerde onderzoek blijkt dat de economische gevolgen voor de sector als geheel beperkt zijn. Hoewel ik begrip heb voor de zorgen binnen de sector tegen beperkingen van de visserij, en dat een beperkt aantal bedrijven meer last van de beperkingen zal hebben dan andere, noodzaken Europese verplichtingen mij om deze belangen af te wegen tegen de bescherming van de betrokken gebieden. De maatregelen zijn ontwikkeld op basis van wetenschappelijke analyses, door belanghebbenden aangedragen informatie en kennis en de best beschikbare data. Daartoe is bijgevoegd het wetenschappelijk advies van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) over de drie gebieden1.

In kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid zijn lidstaten verplicht om de door hen voorgenomen beschermingsmaatregelen voor te leggen aan derde (lid)staten met visserijbelangen in de betreffende gebieden. Alvorens de maatregelen aan de Europese Commissie te zenden, zal ik de maatregelen voor de Klaverbank en Friese Front voorleggen aan Frankrijk, België en Zweden. De maatregelen voor de Doggersbank zijn in gezamenlijkheid met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Denemarken opgesteld.

Dit is dan nu ook het goede moment om de formele aanwijzingsprocedure te starten voor de betrokken drie Natura 2000-gebieden in de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ). Met ingang van 12 september a.s. liggen de ontwerpaanwijzingsbesluiten voor de gebieden Doggersbank (landelijk nr. 164), Klaverbank (landelijk nr. 165) en Friese Front (landelijk nr. 166) ter inzage, evenals het doelendocument waarin de onderbouwing voor deze besluiten is vervat. Iedereen kan tijdens de zes weken dat de besluiten ter inzage liggen een zienswijze indienen. Mijn reactie op de binnengekomen zienswijzen zal ik opnemen als bijlage in het ontwerp van de besluiten. In lijn met artikel 10a, lid 6 van de Natuurbeschermingswet 1998 zal ik in november van dit jaar die ontwerpen van de besluiten voorhangen bij uw Kamer en de Eerste Kamer.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven