32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 73 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2013

Bij deze reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken van 14 mei 2013 waarin mij enkele aanvullende vragen zijn gesteld over de uitvoering van de motie Geurts c.s. (Kamerstuk 33 037, nr. 62) met betrekking tot het aanwijzen van Natura 2000-gebieden in relatie tot haalbaarheid en betaalbaarheid.

In mijn brief van 8 mei jl. (Kamerstuk 32 670, nr. 71) heb ik u aangegeven dat ik uw dilemma rondom de aanwijzingsbesluiten begrijp. Ik heb daarom ook besloten een drietal gebieden (Binnenveld, Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, Wierdense Veld) pas na de zomer aan te aanwijzen. In deze brief wil ik ingaan op de keuzes die ik heb gemaakt rondom de indeling van de gebieden in verschillende tranches en waarom ik het noodzakelijk acht nu door te gaan met het aanwijzen van gebieden, ook waar exacte gevolgen van de besluiten nog niet volledig in beeld zijn. Uw Kamer heeft mij ook gevraagd middels de motie Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 400 XIII, nr. 89) door te gaan met het aanwijzen van alle gebieden.

U vraagt mij in kaart te brengen in welke Natura 2000-gebieden, buiten de hierboven genoemde gebieden, er nog discussie bestaat over de haalbaarheid en betaalbaarheid van maatregelen, en in welke gebieden de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) geen oplossing biedt. Voor alle gebieden geldt dat bij voortgang op dit dossier steeds duidelijker zal worden wat de effecten zijn van Natura 2000. Maar ook hoe eventuele problemen opgelost kunnen worden. Uiteraard is de afgelopen jaren helder geworden wat «makkelijke» en wat «moeilijkere» gebieden zijn. Voor de aanwijzingsbesluiten die ik voor de zomer wil nemen heb ik op basis hiervan de volgorde van aanwijzen bepaald. Bij de gebieden die ik reeds afgelopen maand aangewezen heb (1e tranche), is mijn inziens de problematiek beperkt en overzichtelijk. Dit geldt ook voor de gebieden die ik begin juni aan ga wijzen (2e tranche).

In de geplande derde tranche zit nog een aantal gebieden waar de discussie nog niet volledig is uitgekristalliseerd. Zo is voor Botshol de oplossing in zicht, maar loopt de laatste uitwerking nog. De gebiedsanalyses waar nu in het kader van de PAS aan gewerkt wordt, bieden hierover meer duidelijkheid.

Als mij de komende weken signalen bereiken dat er ernstige twijfel is of in een dergelijk gebied tot een oplossing gekomen kan worden, zal ik waar dit helpt voor dit gebied aanwijzing uitstellen tot na de zomer. Dit uitstel zal ik altijd doen in afstemming met de bevoegde gezagen, waar voortgang van vergunningverlening soms juist wacht op de aanwijzing.

Financiering Natura 2000 / PAS

Onderdeel van uw zorgen is niet alleen of passende maatregelen gevonden kunnen worden, waarmee de doelen bereikt kunnen worden, maar ook of hier voldoende financiële dekking voor is. Hierover heb ik voor het jaar 2013 reeds overeenstemming bereikt met de provincies (Kamerstuk 30 825, nr. 189, 17-01-2013). Voor de jaren hierna lopen de gesprekken nog, waarbij het een gezamenlijk uitgangspunt is dat Natura 2000 en de PAS gedekt worden.

Ik acht het verantwoord om nu door te gaan met het aanwijzen van gebieden. Duidelijkheid over het moment van aanwijzen is van belang voor betrokkenen, zodat zij weten waar ze aan toe zijn. Hier word ik door bevoegde gezagen, bedrijfsleven en de Europese Commissie om gevraagd.

Voortgang in het aanwijzen is ook nodig voor de afronding van de beheerplannen om daarmee tot duidelijkheid en oplossingen voor gebieden te komen. Daarbij blijf ik nu, maar ook in de toekomst, oog houden voor de mogelijke consequenties van Natura 2000 voor het gebied en de omgeving. Hierbij zal ook de geplande evaluatie van 2015 (evaluatie Doelen Natura 2000) een belangrijke rol spelen.

Ik zal me blijven inzetten voor het vinden van oplossingen voor knelpunten die alsnog kunnen ontstaan. Hierin zal ik nadrukkelijk gezamenlijk optrekken met de provincies, aangezien zij voor het merendeel van de gebiedsprocessen en te nemen maatregelen aan de lat staan.

Engbertsdijksvenen

Naast bovenstaande heeft u mij ook gevraagd in te gaan op de huidige situatie in Engbertsdijksvenen. Zoals u eerder aan uw Kamer gemeld (Algemeen Overleg 17 april 2013) heb ik hier een proces in werking gezet waarbij samen met de provincie nog eens kritisch wordt gekeken naar de benodigde maatregelen om de Natura 2000-doelen hier op termijn te behalen. Dit proces loopt nog en zal naar verwachting voor de zomer worden afgerond. Op het moment dat duidelijk is welke maatregelen genomen moeten worden komen ook de bijbehorende consequenties voor ondernemers in beeld. Dan zal ook het gesprek met de betrokken ondernemers hierover worden gevoerd. Samen met de provincie zal ik bekijken welk perspectief er voor deze ondernemers is.

Ik streef er naar dit proces in gezamenlijkheid met de provincie en andere betrokkenen zo snel mogelijk af te ronden. Zoals u toegezegd zal ik u over de uitkomst hiervan informeren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven