32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2019

In deze brief informeer ik uw Kamer over de invulling van een aantal toezeggingen uit het plenaire debat over de stikstofproblematiek van 17 oktober jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 15, Debat over de stikstofproblematiek) waarover ik op korte termijn invulling zou geven. Tevens informeer ik uw Kamer over mijn toezegging uit het Vragenuur van 29 oktober jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 16, Vragen Futselaar).

Volgende week informeert het kabinet uw Kamer over de maatregelen die worden genomen om de vergunningverlening voor de woningbouw op korte termijn weer vlot te trekken. Tijdens de regeling van werkzaamheden van 31 oktober jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 18, Regeling van werkzaamheden) heeft uw Kamer een debat aangevraagd over de maatregelen die het kabinet treft. De brief die ik uw Kamer volgende week stuur kan bij dit debat worden betrokken. In die brief informeer ik uw Kamer ook over de afspraken die het kabinet heeft gemaakt met de provincies.

Verder heeft het kabinet besloten om begrotingsreserve in te stellen van € 500 miljoen om de stikstofproblematiek aan te pakken. Ik ga met de provincies in overleg om te vragen wat hun bijdrage kan zijn.

Nadere informatie naar aanleiding van debat 17 oktober jl.

Actie op de korte termijn

Vergunningverlening is weer mogelijk. Dit heeft het kabinet uw Kamer op 13 september (Kamerstuk 32 670, nr. 165) en 4 oktober jl. (Kamerstuk 32 670, nr. 167) gemeld. In 10 van de 12 provincies is vergunningverlening weer mogelijk (alleen in Friesland en Drenthe nog niet). Zo kan toestemming worden aangevraagd op basis van een ecologische beoordeling, intern salderen, extern salderen (met uitzondering van de veehouderij) en de ADC-toets. Inmiddels is een handreiking voor initiatiefnemers gereed en is een informatiepunt beschikbaar voor iedereen met vragen over stikstof.

Door de nieuwe maatregelen, zoals het afromen bij extern salderen, helpen nieuw verleende toestemmingen nu al met het verlagen van de totale hoeveelheid depositie. Per provincie zijn inmiddels enkele vergunningen verstrekt en vanwege de doorlooptijd van zes weken zal dit aantal geleidelijk toenemen. Het kabinet en provincies zetten per direct een «vliegende brigade» in om verder in de toestemmingverlening te ondersteunen en waar mogelijk te versnellen.

Hieronder schets ik uw Kamer welke acties het kabinet op de korte termijn neemt:

  • Volgende week komt het kabinet met een set aan maatregelen om op de kortst mogelijke termijn de woningbouw vlot te trekken.

  • Het kabinet werkt aan een breder pakket met bronmaatregelen om een generieke drempelwaarde mogelijk te maken. Ik heb bij de Raad van State voorlichting gevraagd over het invoeren van zo’n generieke drempelwaarde. Deze voorlichting komt in december. Aansluitend hierop vindt besluitvorming plaats.

  • De gebiedsgerichte aanpak met de provincies is van start gegaan en deze wordt deze maand verder vormgegeven, zodat ook op deze manier projecten weer doorgang kunnen vinden.

  • Het kabinet wil binnenkort tot een bestuursakkoord komen met de provincies. Hierin worden afspraken gemaakt over snelle en effectieve uitvoering van de gebiedsgerichte aanpak en toestemmingsverlening om projecten weer mogelijk te maken. Het kabinet en de provincies willen uiterlijk 1 december eenduidige afspraken hebben over de beleidsregels.

  • Het kabinet komt met een regeling voor de vrijwillige, warme sanering van boerenbedrijven. Het wetsvoorstel dat dit mogelijk moet maken ligt momenteel bij de Raad van State.

  • Begin december komt een rapportage van de provincies beschikbaar over de voortgang van de (tijdens het PAS ingezette) natuurherstelmaatregelen in Natura 2000-gebieden.

  • Een volgende versie van de rekentool om voor alle situaties de stikstofdepositie te berekenen wordt in januari 2020 beschikbaar gesteld.

  • In 2019 is het meetnet op twintig locaties uitgebreid met stikstofdioxidenmetingen in natuurgebieden. Binnenkort wordt het meetnet voor stikstof verder uitgebreid met droge depositiemetingen van ammoniak op twee locaties. Hiermee wordt de verspreiding en depositie van stikstof nog beter in beeld gebracht. Ook heb ik een commissie ingesteld om het meetsysteem verder onder de loep te nemen. Deze commissie geeft in januari 2020 een eerste advies en een vervolgadvies medio juni 2020. Op basis van deze adviezen bekijkt het kabinet waar metingen nog meer nodig zijn. Zie ook de passage later in deze brief.

  • Het Adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van Johan Remkes komt begin december met een vervroegd advies over de luchtvaartsector. En met een tussenadvies over beweiden en bemesten. Het kabinet wil snel duidelijkheid geven over beweiden en bemesten, zodat boeren tijdig kunnen anticiperen op het volgende weide- en mestseizoen.

  • In mei 2020 wordt het laatste advies opgeleverd door het Adviescollege-Remkes. Hierin wordt onder andere geadviseerd over de systematiek voor de langere termijn en aanvullende maatregelen.

  • Ten slotte meld ik dat in de zomer van 2020 de beleidsevaluatie van het PAS wordt opgeleverd, zoals eerder toegezegd aan de Eerste Kamer.

Vragen bij het informatiepunt stikstof

Sinds 14 oktober is onder regie van BIJ12 het stikstofinformatiepunt voor iedereen telefonisch en online beschikbaar. Tussen 14 en 29 oktober zijn 311 vragen binnengekomen. Voor de meeste vragen lukt het om de vragen binnen de standaardtermijn van drie werkdagen te beantwoorden. De meeste vragen betreffen de onderwerpen toestemmingverlening, handelingsperspectieven en AERIUS. Dit informatiepunt wijst initiatiefnemers ook op de mogelijkheden die er al zijn voor het verkrijgen van toestemming. Provincies organiseren bijeenkomsten in het land over dit thema. Het informatiepunt kan de betreffende initiatiefnemers hiernaar doorverwijzen. Meer informatie over de onderwerpen en de achtergronden daarvan zijn in de bijlage1 in te zien.

Instellen commissie over verbeteren meet- en rekenmethode stikstof

Zoals gezegd stel ik een wetenschappelijke commissie in die beoordeelt of de bestaande meet- en rekenmethodiek voor stikstofdepositie voldoende onderbouwing biedt voor het stikstofbeleid. De commissie betrekt bij haar werk ook buitenlandse meet- en rekenmethoden (in ieder geval de Deense, Duitse en Vlaamse methoden). In het bijzonder heeft de commissie aandacht voor de componenten die de relatie tussen de emissie(bron) en de schade aan de natuur maximaal kan versterken. Een betere onderbouwing van deze relatie kan helpen om een drempelwaarde beter te onderbouwen. Met de instelling van deze commissies geef ik ook uitvoering aan de gewijzigde moties van de leden Lodders en Geurts en de motie van de leden Geurts en Lodders (Kamerstuk 35 300 XIV, nrs. 55 en 22).

De commissie voert haar werk in twee fasen uit. In de eerste fase geeft zij een advies over de huidige meet- en rekenmethode (inclusief vergelijking met het buitenland). Zij beschrijft in deze fase welke verbeteringen nodig zijn, de relevantie daarvan en binnen welke termijn die realiseerbaar zijn. Deze fase wordt afgerond in januari 2020. In de tweede fase werkt de commissie eventuele verbetermogelijkheden verder uit, zodanig dat deze beoordeeld en geïmplementeerd kunnen worden. Deze fase wordt medio juni 2020 afgerond.

Als voorzitter van deze commissie heb ik prof. dr. Leen Hordijk bereid gevonden. De commissie zal verder bestaan uit minstens vijf personen. De definitieve samenstelling vindt in overleg met de voorzitter plaats. De leden hebben op persoonlijke titel zitting in de commissie. Rond de commissie wordt een klankbordgroep van maatschappelijke partijen gevormd die kan reageren op (tussen)resultaten van de commissie. Voor deze klankbordgroep zal, naast een evenwichtige vertegenwoordiging van landbouw- en natuur- en milieuorganisaties, ook het Mesdagfonds een uitnodiging krijgen.

In de motie van de leden Lodders en Geurts wordt om een herhaling van de validatie van de methodologie van het RIVM en om extra meetpunten gevraagd. De resultaten van de herhaalde validatie worden opgenomen in de rapportage aan uw Kamer na fase 1 van het werk van de wetenschappelijke commissie. Wat betreft de uitbreiding van het aantal meetpunten heeft dit in 2019 al plaatsgevonden en worden binnenkort extra meetpunten toegevoegd. De wetenschappelijke commissie kan hier eveneens een uitspraak over doen.

Reconstructie opstellen beleidsregels

Ik heb in samenspraak met de provincies een tijdlijn gemaakt met betrekking tot de beleidsregels van provincies. Deze tijdlijn vindt u in de bijlage2. Ik geef hiermee invulling aan mijn toezegging aan het lid Klaver (GroenLinks) in het debat van 17 oktober jl.

Verslagen van overleg met provincies

In het Vragenuur van 29 oktober 2019 heb ik in antwoord op vragen van het lid Futselaar (SP) toegezegd dat ik de verslagen van de bestuurlijke overleggen, zoals deze ook op rijksoverheid.nl zijn gepubliceerd naar aanleiding van een Wob-besluit, naar uw Kamer toe zal sturen. Deze verslagen vindt u bijgaand. Tevens stuur ik uw Kamer de vastgestelde verslagen die niet in het kader van het Wob-besluit op rijksoverheid.nl zijn gepubliceerd, voor zover die betrekking hebben op bestuurlijke overleggen die hebben plaatsgevonden sinds de verwijzingsuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 mei 2017. Bij de openbaarmaking van deze verslagen heb ik dezelfde systematiek toegepast als bij de publicatie van de documenten die reeds op rijksoverheid.nl zijn gepubliceerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven