32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2018

Hierbij ontvangt u, op verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een reactie op het rapport «PAS Landelijke Monitoringsrapportage Natuur 2017» van het PAS-Bureau.

De Landelijke Monitoringsrapportage Natuur 2017 bevat gegevens over de omvang van stikstofgevoelige habitattypen en stikstofgevoelige leefgebieden van soorten, de uitvoering van herstelmaatregelen, veldbezoeken en aanvullend onderzoek. De herstelmaatregelen die in het kader van het PAS worden getroffen, vormen een essentieel en onlosmakelijk onderdeel van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De herstelmaatregelen moeten de natuur bestendiger maken tegen een overbelasting van stikstof. Tijdige uitvoering is belangrijk, daarom hebben wij als PAS-partners met elkaar afgesproken om de voortgang van de uitvoering en zodra dat mogelijk is het effect jaarlijks te monitoren.

In het eerste PAS-tijdvak (2015 – 2021) is de realisatie van ruim 2.200 ecologische herstelmaatregelen gepland. Op peildatum 31 maart 2017 – na 1,5 jaar PAS – is ruim 9% van de in het eerste PAS-tijdvak uit te voeren herstelmaatregelen afgerond, waar dat in 2016 nog 4% was. Een deel van de nog niet afgeronde maatregelen bevindt zich in de uitvoeringsfase, een groot deel in de voorbereidingsfase. Voor 98% van de maatregelen is de verwachting dat deze tijdig uitgevoerd zullen zijn. Voor iets minder dan 2% van de maatregelen geldt dat de tijdige uitvoering onder druk staat. Hier hebben de bevoegde bestuursorganen beheersmaatregelen getroffen om tijdige uitvoering te bewerkstelligen. Op basis van de voortgangsmonitoring van de herstelmaatregelen constateer ik dat de uitvoering vooralsnog op koers ligt. Er ligt nog wel een stevige opgave. Voor de toekomst blijf ik samen met mijn PAS-partners dus alert en werken wij hard aan tijdige uitvoering.

Er kan op dit moment nog weinig gezegd worden over de effecten van de herstelmaatregelen die al uitgevoerd zijn en de ontwikkeling van de natuurkwaliteit. Het duurt immers lang voordat effecten in de natuur zichtbaar worden. De rapportage presenteert zodoende nog geen gegevens over de effecten van de maatregelen en de ontwikkeling van de natuurkwaliteit. Dit is in lijn met het Monitoringsplan PAS. Er zijn geen signalen die erop duiden dat de doelen met betrekking tot de gewenste ontwikkeling niet gehaald zullen worden.

Bij de jaarlijkse veldbezoeken in alle 118 PAS-gebieden wordt gekeken naar opvallende, zichtbare ontwikkelingen in de stikstofgevoelige habitattypen en stikstofgevoelige leefgebieden van soorten. Doel is om hiermee jaarlijks vinger aan de pols te houden. Uit de veldbezoeken van 2017 komt naar voren dat in 116 van de 118 PAS-gebieden de natuurkwaliteit zich op de geïnspecteerde locaties ontwikkelt zoals verwacht. Soms is de ontwikkeling zelfs boven verwachting. In twee gebieden wordt een onverwachte (negatieve) ontwikkeling geconstateerd (zoals het opnieuw uitgroeien van verwijderd struweel). De voortouwnemers en terreinbeheerders nemen in deze gebieden aanvullende maatregelen. Tijdens de veldbezoeken in het voorgaande jaar, 2016, werden er in 6 gebieden opvallende ontwikkelingen gezien. Uit de actuele rapportage blijkt ook dat de acties die naar aanleiding van deze signalen benoemd zijn om ervoor te zorgen dat de natuurdoelen in deze gebieden op termijn kunnen worden gehaald, inmiddels succesvol zijn afgerond of op korte termijn worden uitgevoerd. Dit laat zien dat de PAS-partners concrete acties ondernemen wanneer er signalen zijn en dat de veldbezoeken een waardevolle aanvulling op de monitoring vormen.

Zoals afgesproken vindt er ook in 2018 monitoring van de uitvoering van herstelmaatregelen en veldbezoeken plaats, alsmede een eerste monitoring van de effecten van getroffen herstelmaatregelen aan de hand van procesindicatoren. Het is van belang dat we de komende jaren flinke voortgang blijven boeken op de uitvoering van de herstelmaatregelen. Ik zal daar de komende jaren dan ook samen met mijn PAS-partners op sturen en hier met regelmaat bij u op terugkomen. Na de zomer – halverwege het eerste tijdvak van het programma- ontvangt u ook een tussentijdse PAS-evaluatie zoals die in het PAS is aangekondigd. Dit betreft een tussentijdse externe beoordeling van de monitoringsuitkomsten tot nu toe voor wat betreft de natuur- en stikstofmonitoring en van de monitoringssystematiek.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven