32 645 Kernenergie

Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2011

Naar aanleiding van het Algemeen Overleg Kernenergie van 21 april 2011 met de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, heeft de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

schriftelijke vragen (2011Z08764/2011D21752) gesteld over de veiligheidstoestand van de zeewering nabij de kerncentrale te Borssele. Onderstaand doe ik de antwoorden toekomen die betrekking hebben op de veiligheid van de dijkring waarin de kerncentrale Borssele ligt1.

24

Hoe is het precies gesteld met de actuele veiligheid in de dijkring waarin de kerncentrale Borssele ligt?

Conform de Waterwet is de derde toetsing op veiligheid uitgevoerd door het waterschap Scheldestromen en de provincie Zeeland. Uit het resultaat van deze toetsing blijkt dat de grasbekleding van de waterkering in de directe nabijheid van de kerncentrale, onvoldoende scoort. Dit betekent dat in formele zin deze waterkering niet voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm.

De voorzitter van het waterschap heeft over het resultaat van deze toetsing opgemerkt dat er geen acuut gevaar dreigt, maar dat deze waterkering wel verbeterd dient te worden.

Het Rijksoordeel over het resultaat van de derde toetsing op veiligheid is nog in bewerking.

25

Waarom is de veiligheid van deze dijkring gebaseerd op 1:4000 jaar in plaats van 1:10 000 jaar, zoals wel het geval is in de Randstad?

Over de hoogte van de veiligheidsnormen van de dijkringen in Nederland is destijds geadviseerd door de eerste Deltacommissie. Vervolgens zijn deze veiligheidsnormen uiteindelijk in 1996 vastgelegd in de Wet op de waterkering, die eind 2009 is opgenomen in de Waterwet. Hierover zijn de relevante partijen geconsulteerd.

26

Hoe snel kan de veiligheid van de dijkring Borssele weer boven iedere twijfel verheven zijn?

In overleg tussen het Rijk en het waterschap Scheldestromen is overeengekomen om deze verbetering versneld uit te voeren. Dit is goed mogelijk aangezien op dit moment voor de aangrenzende waterkering de verbetering van de steenbekleding wordt voorbereid in het kader van het project Zeeweringen. Het vervangen van de grasbekleding door een steenbekleding is te realiseren door het uitbreiden van de bestaande scope ten behoeve van de verbetering van de aangrenzende waterkering. Ik heb inmiddels opdracht gegeven tot uitbreiding van de scope van deze verbetermaatregel. De uitvoering van de benodigde werkzaamheden is voorzien in 2012. De kosten van de extra werkzaamheden worden door het waterschap voorgefinancierd. Terugbetaling zal geschieden op basis van de afspraken die worden gemaakt voor het HWBP-3, die vallen onder het Bestuursakkoord Water.

27

Wat betekent het veiligheidsprobleem met de dijk voor het functioneren van de kerncentrale?

De kerncentrale zelf kent voldoende eigen maatregelen tegen hoge waterstanden, dat wil zeggen dat de kerncentrale een waterstand van 7.30 meter + NAP kan weerstaan in het geval van een dijkdoorbraak. Dat is ruim hoger dan de stormvloedstand in 1953 van 4.30 meter + NAP. De kerncentrale is dus niet van de dijk afhankelijk voor de eigen (nucleaire) veiligheid.

Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

De vragen 1 t/m 23 zijn reeds beantwoord bij brief van 11 mei 2011, Kamerstuk 32 645, nr. 5.

Naar boven