Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2013
In mijn brief van 9 januari jl. (Kamerstuk 32 645, nr. 44), heb ik u ter informatie het Nederlandse Nationaal Actieplan, als vervolg op de
nucleaire stresstest, gestuurd. Hierbij informeer ik u, zoals toegezegd, over de uitkomsten
van de Europese «peer review» ervan en mijn opmerkingen daarover.
Als vervolg op de nucleaire stresstest hebben alle Europese landen met kerncentrales
(plus de buurlanden Zwitserland en Oekraïne) Nationale Actieplannen opgesteld. In
deze plannen wordt beschreven hoe de na het ongeval in Fukushima Daiichi nationaal
en internationaal geïdentificeerde en aanbevolen maatregelen ter verdere vergroting
van de nucleaire veiligheid worden opgepakt en met welke planning, en hoe daarover
wordt gecommuniceerd.
In de week van 22 t/m 26 April in Brussel hebben de Europese nucleaire veiligheidsautoriteiten1 in Brussel de actieplannen aan elkaar gepresenteerd en besproken («peer review»).
Tijdens de bijeenkomst werd ook ingegaan op de vragen die in de periode hieraan voorafgaand
waren gesteld over de nationale actieplannen door de lidstaten en het publiek.
Als bijlagen2 bij deze brief treft u: (i) het «Summary report» van ENSREG over de «peer review»,
(ii) het deelrapport dat specifiek over het Nederlandse Actieplan gaat3 en (iii) een samenvatting, in het Nederlands, van het «Summary report».
In deze documenten worden de bevindingen van de «peer review» uiteengezet en de geidentificeerde
«goede praktijken» en «uitdagingen» bij de implementatie van de actieplannen in Europa
opgesomd.
Bevindingen voor Nederland
Het Nederlandse actieplan is goed ontvangen. In het bijzonder werd waardering uitgesproken
voor: de lange ervaring in Nederland met periodieke veiligheidsevaluaties (de zogenaamde
10EVA’s) die sinds de jaren »80 hebben geleid tot belangrijke aanpassingen aan de
kerncentrale Borssele (waaronder de «bunker» met aanvullende veiligheidsystemen);
de duidelijkheid en transparantie waarmee alle (nationale, Europese en internationale)
maatregelen en aanbevelingen zijn opgepakt en voorzien van een duidelijke en ambitieuze
planning; het feit dat het Parlement periodiek geïnformeerd wordt over de vorderingen.
Belangrijk voor de kerncentrale Borssele is de aanbeveling om informatie uit te wisselen
met andere kerncentrales over de resultaten van de studies naar mogelijkheden om,
in het geval dat er een kernsmelt plaatsvindt, de beschadigde reactorkern «vast te
houden». Onderzoek hiernaar is, overigens reeds voor Fukushima, geëist in de nu lopende
10-jaarlijkse veiligheidsevaluatie bij de Kerncentrale Borssele en wordt nu uitgevoerd.
Ik ben verheugd over de positieve waardering van de Europese veiligheidsautoriteiten
voor de Nederlandse aanpak. Ik zal erop toezien dat de voor Nederland geïdentificeerde
goede praktijken worden voortgezet en de genoemde aanbeveling wordt uitgevoerd door
de vergunninghouder EPZ.
Ik steun ook het voorstel van de Europese veiligheidsautoriteiten om een vervolg «peer
review» te houden na voltooiing (in 2015) van de meeste studies en analyses om de
resultaten ervan met elkaar te bespreken alsmede de vorderingen van implementatie
van concrete aanpassingen aan installaties. Hiermee wordt overzicht gehouden van de
voortgang in alle landen, en wordt een transparante besluitvorming bevorderd.
Zoals toegezegd tijdens het dertigledendebat van 6 maart jl. over de Europese kerncentrales,
zal ik u in september nader informeren over de voortgang van de implementatie van
de verbetermaatregelen voortvloeiend uit de stresstest.
De minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp