32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 297 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2017

Hierbij stuur ik u de vierde Monitor Vestigingsklimaat van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) toe1. Het vestigingsklimaat is van belang voor in Nederland gevestigde bedrijven om concurrerend te zijn op de mondiale markten en voor de aantrekkelijkheid van Nederland als locatie voor buitenlandse bedrijven en investeerders. Deze monitor is een integraal instrument om het inzicht in de kwaliteit van het Nederlandse vestigingsklimaat, voor met name buitenlandse bedrijven en investeerders, te vergroten.

De monitor wordt halfjaarlijks opgesteld door de NFIA en ook besproken in de Werkgroep Vestigingsklimaat, die valt onder de Dutch Trade and Investment Board. Op basis van objectieve internationale bronnen schetst de monitor een overzicht van het Nederlandse vestigingsklimaat op zeven locatiefactoren – infrastructuur, arbeid, fiscaliteit, quality of life, locatie en ligging, governance en innovatie – in vergelijking met onze belangrijkste concurrenten. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met de volgende zeven landen: België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.

De monitor is bedoeld voor beleidsmakers en uitvoeringsorganisaties binnen het Rijk, provincies en gemeenten, die invloed hebben op de diverse locatiefactoren. Er worden geen aanbevelingen gedaan. Wel wordt aangegeven hoe het Nederlandse vestigingsklimaat in vergelijking met omliggende landen scoort op de verschillende locatiefactoren en waar Nederland zich mogelijk kan verbeteren.

Resultaten vierde monitor (voorjaar 2017)

Het Nederlandse vestigingsklimaat staat er goed voor in vergelijking met het gemiddelde in de ons omringende landen. De belangrijkste resultaten uit de monitor zijn als volgt:

  • Op twee factoren, quality of life en locatie en ligging, staat Nederland op nummer één.

  • Op de factor governance staan we derde, maar is het verschil met de best presterende landen zeer klein.

  • Met name op de factoren arbeid en fiscaliteit doen respectievelijk vijf en vier andere landen het beter dan Nederland. Dit zijn, volgens de NFIA-enquête 2016 onder buitenlandse bedrijfsinvesteringen, juist de twee belangrijkste factoren voor buitenlandse investeerders.

  • Deze vierde monitor geeft ook een eerste beeld van de ontwikkeling van het vestigingsklimaat in de afgelopen 2,5 jaar. Hierbij valt op dat vooral op de factoren arbeid en fiscaal de omliggende landen zich relatief hebben verbeterd.

  • Als we naar de ontwikkeling van de ons omliggende landen kijken, valt op dat met name Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk zich positief hebben ontwikkeld.

Eerdere edities van de monitor (Kamerstuk 32 637, nrs. 222, 271 en 283) bevatten ook een tweede deel waarin dieper wordt ingezoomd op een specifiek onderwerp. Voor deze editie is gekeken naar de administratieve lasten bij het deponeren van de jaarrekening en de bewaarplicht van de financiële administratie. Dit heeft geen nieuwswaarde en aanbevelingen opgeleverd. Daarom heb ik, na advies van de Werkgroep Vestigingsklimaat, besloten om dit keer geen tweede deel aan de monitor toe te voegen.

Ik wil me de komende maanden bezinnen op de wijze waarop we ons vestigingsklimaat verder kunnen ontwikkelen met als doel de Nederlandse economie te versterken en de werkgelegenheid te stimuleren. Hier zal ik uw Kamer nader over informeren.

Netherlands Foreign Investment Agency

Zoals aangegeven wordt deze monitor uitgebracht door de NFIA. De NFIA is een uitvoeringsorganisatie, die gezamenlijk door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt aangestuurd, en onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De NFIA helpt en adviseert al bijna 40 jaar bedrijven uit het buitenland bij het opzetten en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. Zij richten zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk vestigingsklimaat en heeft de taak ontwikkelingen op dit vestigingsklimaat te monitoren.

De NFIA richt zich op alle buitenlandse bedrijven die zich met reële economische activiteiten in Europa willen vestigen of willen uitbreiden en waarvoor Nederland een geschikte locatie kan zijn. Om te borgen dat het om bedrijven met reële economische activiteiten gaat, zet de NFIA zich alleen in voor projecten met in Nederland minimaal 5 FTE in dienst en/of een totale investering van minimaal € 0,5 miljoen (na drie jaar). In de periode 2013 tot en met 2016 zijn met ondersteuning van de NFIA in totaal 814 investeringsprojecten naar Nederland gekomen. Deze projecten waren goed voor circa 30.000 banen en een totaal investeringsbedrag van ruim € 8 miljard.

De service en ondersteuning van de NFIA is erop gericht om buitenlandse bedrijven en investeerders wegwijs te maken in Nederland en daarbij de voordelen van het Nederlandse vestigingsklimaat onder het voetlicht te brengen. Deze dienstverlening bestaat daarbij onder meer uit:

  • Het snel en vertrouwelijk verschaffen van up-to-date informatie over Nederland, Nederlandse wet- en regelgeving en mogelijke incentives van de Nederlandse overheid;

  • Het bieden van persoonlijke begeleiding, o.a. bij het zoeken van vestigingslocaties;

  • Het in contact brengen van buitenlandse ondernemingen met relevante zakelijke partners en overheidsinstanties.

Onder de noemer Invest in Holland bundelt de NFIA sinds 2015 haar krachten met verschillende regionale partners in Nederland. Het netwerk profileert Nederland in het buitenland als een aantrekkelijk land om te investeren of een vestiging te openen, en het helpt geïnteresseerde investeerders bij het opzetten en uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland.

Met deze toelichting op de verhouding tussen de RVO en de NFIA en de activiteiten en rollen van NFIA kom ik tegemoet aan de toezegging gedaan tijdens het debat over de totstandkoming van een fiscaal gunstige tegemoetkoming aan chemieconcern ICL van 5 juli jl. met de toenmalig Staatssecretaris van Financiën2.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Handelingen II 2016/17, nr. 96, item 8

Naar boven