Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2023
Met deze brief bied ik uw Kamer de eindrapportage van Berenschot en Kalavasta aan
waarin een inschatting is gemaakt van de effectiviteit van zes varianten voor het
individuele CO2-systeem voor de glastuinbouwsector en informeer ik uw Kamer over de variantskeuze
volgend uit de resultaten van de modelberekeningen.
Het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022–2030 (Kamerstuk 32 627, nr. 43) van de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Economische Zaken
en Klimaat (EZK) en Financiën en van Glastuinbouw Nederland en Greenports Nederland
bevat afspraken en maatregelen om de CO2-uitstoot van de glastuinbouw in de periode naar 2030 aanzienlijk te verminderen.
In het convenant is afgesproken dat op 1 januari 2025 het huidige CO2-sectorsysteem wordt vervangen door een individueel CO2-systeem. Dit systeem moet borgen dat de restemissiedoelstelling voor de glastuinbouw
in 2030 gehaald wordt. Hiervoor verwijs ik naar de kamerbrief van 26 april 2023 aangaande
de voorjaarsbesluitvorming klimaat. Tevens vormt dit systeem de beoogde tegenprestatie
voor het ingroeipad afschaffen verlaagde energiebelasting glastuinbouw. In het huidige
sectorsysteem is de prikkel voor de individuele tuinder om te verduurzamen beperkt,
omdat de heffing vooraf niet bekend is en afhangt van de prestatie van de gehele sector.
Dit wordt in het nieuwe individuele CO2-systeem verbeterd.
In opdracht van het Ministerie van LNV hebben Berenschot en Kalavasta een representatief
model ontwikkeld. Voor het model zijn data verzameld over onder meer bedrijfstypen,
energiegebruik en verduurzamingsopties bij Wageningen Economic Research, Agro Energy
en AAB.nl. Ook is gebruik gemaakt van de jaarlijkse klimaat- en energieverkenning
(KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving. Met het model is een inschatting gemaakt
van de effectiviteit van zes varianten voor het individuele CO2-systeem. De resultaten zijn besproken door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers
van de convenantspartijen en een ondernemersgroep en vastgelegd in de bij deze brief
gevoegde eindrapportage.
Het kabinet heeft gekozen voor de variant «vlakke heffing». Belangrijkste argument
voor deze keuze is het gelijk belasten van elke ton CO2. Daarnaast speelt de relatief minder complexe uitvoering een rol. Glastuinbouw Nederland
staat achter deze keuze. De variant «vlakke heffing» wordt uitgewerkt in wetgeving
onder het Belastingplan.
De heffingshoogte zal voor inwerkingtreding bepaald worden, opdat onder andere actuele
inzichten over de uitwerking van de fiscale maatregelen en ontwikkelingen in de gasprijzen
meegenomen kunnen worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema