32 627 (Glas)tuinbouw

27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2015

Mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken informeer ik u over de uitvoering van de aangenomen motie Bosman en Lodders (Kamerstuk 27 858, nr. 259). Zoals gevraagd in deze motie, is in overleg met de sector een tijdsplanning gevonden die gelet op de economische situatie van de glastuinbouw uitvoerbaar is en tegelijkertijd invulling geeft aan de noodzakelijke verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Daarnaast wordt u geïnformeerd over de uitvoering van de aangenomen motie Dik-Faber (Kamerstuk 27 858, nr. 254) die vraagt om via een pilot te onderzoeken hoe tot verdere kostenbeheersing van het zuiveringsproces kan worden gekomen.

Uitkomsten bestuurlijk overleg

Een bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden, waarvoor LTO Glaskracht, de Unie van Waterschappen, Nefyto, Natuur en Milieu en het Ctgb zijn uitgenodigd. Bij dit overleg zijn de uitkomsten van een onderzoek van Wageningen UR (LEI) betrokken. Het onderzoeksrapport «Betaalbaarheid zuivering lozingswater glastuinbouw» is recent gepubliceerd1. Het overleg heeft opgeleverd dat de sector een haalbaar tijdpad voor de investeringen kan worden geboden, terwijl toch het tussendoel voor de waterkwaliteit voor 2018 zoveel mogelijk wordt behaald. Het waterkwaliteitsdoel van 2023 staat niet ter discussie.

Dit wordt bereikt met de volgende aanpak:

  • De zuiveringsplicht zal in plaats van 1 januari 2016 op 1 januari 2018 in werking treden, voor zowel individuele als collectieve zuiveringen.

  • Het voorgeschreven zuiveringsrendement wordt 95% in plaats van 75%.

  • Een bestuurlijk akkoord wordt gesloten om te zorgen dat op 1 januari 2018 de glastuinbouwbedrijven direct voldoen aan de zuiveringsverplichting.

Planning

Voor de verbetering van de waterkwaliteit is het zuiveren van het afvalwater van de glastuinbouw een noodzakelijke maatregel die volgens de nota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst» uiterlijk in 2016 zou moeten worden ingevoerd. Het in plaats daarvan in werking treden van de zuiveringsplicht op 1 januari 2018 is onder andere gebaseerd op het onderzoek van het LEI naar de betaalbaarheid voor de sector. De norm voor wat in dit onderzoek als betaalbaar is aangehouden is 1% saldoverlies, dat in de huidige economische situatie van deze sector overeenkomt met 12,5% inkomensverlies. Voor 50–60% van de bedrijven geldt dat ze in 2018 aan deze betaalbaarheidsnorm voldoen. Dit percentage zal aanzienlijk worden vergroot, onder andere doordat bedrijven gezamenlijk kunnen komen tot een (goedkopere) collectieve zuiveringsinstallatie. Naar schatting is het potentieel daarvan circa 15% van de bedrijven. De verwachting is verder dat de kosten door innovatie de komende jaren lager zullen worden en daardoor de betaalbaarheid verbetert. Voor kleine bedrijven kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de inzet van mobiele zuiveringsinstallaties. Ten slotte worden bedrijven die geen afvalwater lozen of geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken niet verplicht om te zuiveren.

Zuiveringsrendement

Het minimale zuiveringsrendement dat zal worden voorgeschreven is 95%.

Volgens eerdere berekeningen zou een getrapte invoering van zuiveringsrendementen mogelijk zijn om de waterkwaliteitsdoelen van de nota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst» te realiseren. Een zuiveringsrendement van 75% bij invoering in 2016 zou volstaan om in 2018 het aantal normoverschrijdingen te halveren. Vervolgens zou een zuiveringsrendement van 95% bij invoering in 2021 nodig zijn zodat in 2023 nagenoeg geen normoverschrijdingen meer voorkomen. Uit het recente onderzoek van het LEI bleken de kosten voor een installatie met een zuiveringsrendement van 75% en van 95% nagenoeg gelijk, zodat een getrapte invoering geen kostenbesparing oplevert. Het voordeel van het hogere zuiveringsrendement van 95% dat zal worden voorgeschreven, is dat daarmee een grotere reductie van normoverschrijdingen wordt bereikt. Het direct voorschrijven van een rendement van 95% heeft ook als voordeel dat bedrijven slechts één keer hoeven te investeren. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de toelating van individuele gewasbeschermingsmiddelen voor de glastuinbouw in Nederland. Een generiek zuiveringsrendement van 75% is waarschijnlijk onvoldoende om individuele middelen toe te kunnen laten.

Bestuurlijk akkoord

Met de betrokken partijen is afgesproken een bestuurlijk akkoord te sluiten. Dit akkoord bevat acties voor de verschillende partijen om te komen tot het tijdig invoeren van de zuiveringstechnieken per 2018. Dit bestuurlijk akkoord zal zich onder andere richten op het informeren en motiveren van de glastuinbouwers en het benutten van beschikbare financiële instrumenten. Behalve de deelnemers aan het bestuurlijk overleg, zullen ook vertegenwoordigers van provincies en gemeenten worden uitgenodigd voor dit bestuurlijk akkoord. Naar verwachting wordt het bestuurlijk akkoord na de zomer gesloten.

Relatie met toelatingen

Er is een relatie tussen de generieke zuiveringsplicht en de zuiveringsplicht als toepassingsvoorwaarde voor individuele gewasbeschermingsmiddelen. Met het Ctgb zal daarom worden nagegaan wat nodig is om bij (her)beoordelingen van middelen rekening te kunnen houden met de planning om de zuiveringsplicht op 1 januari 2018 in werking te laten treden.

Voor middelen op basis van de werkzame stof imidacloprid geldt sinds mei 2014 al een zuiveringsplicht. Zoals de Staatssecretaris van EZ mede namens mij in haar brief van 27 oktober 2014 (Kamerstuk 27 858, nr. 276) heeft aangegeven is de zuiveringsplicht via de toelating van deze middelen belangrijk om de waterkwaliteit te verbeteren onder meer vanwege de zorg over een mogelijke correlatie met de afname van insectenetende vogelpopulaties. De noodzaak van de zuiveringsplicht voor imidacloprid staat dan ook niet ter discussie. Tijdens het plenair debat over glyfosaat en neonicotinoïden op 28 mei 2015 heb ik toegezegd dat ik de sector zal aanspreken op haar verantwoordelijkheid om bij het gebruik van imidacloprid de toepassingsvoorwaarden na te leven en dat ik de toezichthouders zal vragen hierop te handhaven.

Aansluiting op de riolering

Op dit moment zijn de meeste glastuinbouwbedrijven niet aangesloten op de riolering. De huidige rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) bieden enig zuiveringsrendement voor enkele stoffen, maar niet voor alle. Omdat het aansluiten van meer glastuinbouwbedrijven op de riolering daardoor slechts een verdunnend effect heeft en de problematiek verplaatst, komt dit alleen als volwaardig alternatief voor individuele en collectieve zuivering in aanmerking als de betreffende rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) is toegerust om gewasbeschermingsmiddelen te zuiveren. Dit is op dit moment nergens het geval. Het aanpassen van de RWZI’s is zeer kostbaar en zal niet op korte termijn worden gerealiseerd. Afwenteling van kosten op de maatschappij is daarbij ongewenst.

Voor het geval dat in bepaalde gevallen binnen afzienbare tijd toch een aanpassing van een RWZI wordt gerealiseerd, wordt in het Activiteitenbesluit milieubeheer de mogelijkheid opgenomen voor de waterkwaliteitsbeheerder en de gemeente om maatwerk toe te kunnen passen voor de zuiveringsplicht. Voorwaarde is dat het aanpassen van de RWZI in combinatie met het lozen van het afvalwater op de riolering binnen afzienbare tijd tot een gelijkwaardig zuiveringsrendement leidt.

Waterkwaliteitsdoelen nota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst»

Om de effecten van de maatregelen op de waterkwaliteitsdoelen te beoordelen, wordt gekeken naar mogelijkheden om bij de tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst de monitoringsgegevens van 2018 mee te nemen.

De zuiveringsplicht in de glastuinbouw is een belangrijke maatregel om het tussendoel voor de waterkwaliteit uit de nota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst» (50% minder normoverschrijdingen in 2018) te realiseren, maar daarnaast worden ook andere maatregelen getroffen die al eerder leiden tot een verbetering van de waterkwaliteit. Het betreft het opstellen en uitvoeren van emissiereductieplannen (in uitvoering), het verbieden van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen (2016), het verbreden van de teeltvrije zone (2016) en het verminderen van de drift (verwaaiing) naar oppervlaktewater (2016).

Activiteitenbesluit milieubeheer

De zuiveringsplicht zal via een wijziging van het Activiteitenbesluit worden ingevoerd. Via deze wijziging zullen ter bescherming van het oppervlaktewater ook voorschriften worden opgenomen voor de aanscherping van de driftreductie en de verbreding van de teeltvrije zone voor granen en gras. Volgens de planning ontvangt u eind van dit jaar een conceptbesluit. De voorschriften voor de driftreductie en de teeltvrije zone kunnen dan bij inwerkingtreding direct gelden, de voorschriften voor de waterzuivering zullen per 1 januari 2018 gelden.

Pilots kostenbesparing

Er lopen verschillende initiatieven om collectieve zuiveringsvoorzieningen te ontwikkelen, waardoor mogelijk goedkopere alternatieven ten opzichte van individuele zuiveringsvoorzieningen beschikbaar komen. Daarmee wordt invulling gegeven aan de motie Dik-Faber. Hierbij worden enkele voorbeelden genoemd. In het project «Glas Zuiver Water», dat uitgevoerd wordt in Emmen / Klazienaveen, wordt onderzocht of met natuurlijke maatregelen zoals verschillende typen begroeiing van de oevers van watergangen het oppervlaktewater in een glastuinbouwgebied kan worden gezuiverd. In het glastuinbouwgebied Nieuw Prinsenland te Dinteloord wordt een pilot-installatie gebouwd om bedrijfsafvalwater apart in te zamelen en te zuiveren. In de Bommelerwaard is een samenwerkingsverband van gemeenten, waterschap, sector en Dunea bezig met de planvorming voor een soortgelijk systeem. AquaReUse te Bleiswijk is een systeem waarbij het stedelijke afvalwater van circa 10 glastuinbouwbedrijven wordt gezuiverd. AquaReUse is inmiddels gerealiseerd, waarbij wordt onderzocht of het water te zuiveren is tot gietwater.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven