Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Enig artikel
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel A, derde onderdeel, komt te luiden:
3. De begripsomschrijving van «geluidsgevoelige terreinen» wordt vervangen door: geluidsgevoelig terrein: bij algemene maatregel
van bestuur als zodanig aangewezen terrein dat vanwege de bestemming of het gebruik daarvan bijzondere bescherming tegen geluid
behoeft;.
2. Na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 67, derde lid, vervalt.
2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Een geluidreductieplan wordt voorbereid met overeenkomstige toepassing van de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
geregelde procedure, met dien verstande dat in afwijking van artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht, een ieder zienswijzen
naar voren kan brengen.
4. Burgemeester en wethouders stellen een geluidreductieplan niet vast dan nadat de gemeenteraad een ontwerp van het geluidreductieplan
is toegezonden en deze in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en zienswijze ter kennis van burgemeester en wethouders te
brengen.
Toelichting
Het eerste onderdeel herstelt een kleine wetstechnische onvolkomenheid: de betreffende wijzigingsopdracht wordt in het meervoud
gesteld in plaats van in het enkelvoud.
Het tweede onderdeel ziet op artikel 67, derde lid, van de Wet geluidhinder. In dit artikel werd artikel 123 van diezelfde
wet van overeenkomstige toepassing verklaard. Artikel 123 vervalt echter met de inwerkingtreding van de Invoeringswet geluidproductieplafonds.
De inhoud van artikel 123 wordt daarom als twee nieuwe leden aan artikel 67 toegevoegd.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma