32 625 Vaststelling van overgangsrecht en wijziging van diverse wetten ten behoeve van de invoering van de wet van … tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van de geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds) (Invoeringswet geluidproductieplafonds)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK

Ontvangen 7 juni 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel II, onderdeel P, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3 wordt «vierde en vijfde lid» vervangen door: zesde en zevende lid.

2. Na onderdeel 3 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

3a. Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 4. Een geluidproductieplafond wordt ambtshalve verlaagd met 0,5 dB per 1,5 dB van het totaal van de geluidbeperkende maatregelen, genomen sinds de eerste vaststelling van dat geluidsproductieplafond.

  • 5. Het vierde en zevende lid zijn niet van toepassing op saneringsmaatregelen als bedoeld in artikel 11.63, eerste lid, en voor wegen of spoorwegen waar de geluidsproductieplafonds zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 11.45, eerste en derde lid,voor de eerste 1,5 dB aan maatregelen na de eerste vaststelling van het geluidproductieplafond.

3. In onderdeel 4 wordt «het vierde lid» vervangen door: het zesde lid.

4. In onderdeel 5 wordt «het vijfde lid (nieuw)» vervangen door «het zevende lid (nieuw)», «het vijfde lid» vervangen door «het zevende lid» en «het vierde lid» vervangen door: het zesde lid.

Toelichting

Om te voorkomen dat het geluidproductieplafond wordt overschreden kunnen diverse maatregelen worden genomen zoals het toepassen van een ander type wegdek of het plaatsen van geluidschermen. Omdat lang van te voren kan worden voorzien wanneer een geluidproductieplafond ongeveer zal worden overschreden kan tijdig een pakket maatregelen worden voorbereid.

Met dit amendement wordt voorgesteld om na het uitvoeren van maatregelen met een geluidreductie van 1,5 dB het geluidproductieplafond structureel te verlagen met 0,5 dB. Hierbij kan het tevens gaan om een som van maatregelen die, al dan niet tegelijk genomen, tezamen een geluidsreductie van 1,5 dB opleveren. Door deze structurele verlaging van het geluidsproductieplafond hebben omwonenden ook op lange termijn daadwerkelijk winst van de genomen maatregelen. Het gevolg van dit voorstel is een geleidelijke verlaging van de geluidproductieplafonds. Dit stimuleert het nemen van bronmaatregelen.

Een uitzondering wordt gemaakt voor de saneringsmaatregelen als bedoeld in artikel 11.63, eerste lid. Dit omdat in de invoeringswet is geregeld dat de geluidsproductieplafonds worden verlaagd overeenkomstig het effect van de saneringsmaatregelen. Verder wordt ook een uitzondering gemaakt voor de eerste 1,5 dB aan maatregelen voor de wegen of spoorwegen waar het geluidsproductieplafond op huidig +1,5 wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11.45 eerste en derde lid.

Wiegman-Van Meppelen Scheppink

Naar boven