32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2011

Met deze brief informeren wij u over de besluitvorming in de Noord Atlantische Raad over de beëindiging van de NAVO-operatie Unified Protector (OUP) in Libië.

Op 28 oktober jl. heeft de Noord Atlantische Raad besloten de operatie Unified Protector (OUP) in Libië op 31 oktober te beëindigen. Het besluit volgt op de VN Veiligheidsraadresolutie 2016 die op 27 oktober jl. is aangenomen. Daarin wordt het mandaat voor de bescherming van de burgerbevolking en de handhaving van de No Fly Zone per 31 oktober as. beëindigd. Het wapenembargo blijft voorlopig van kracht, maar de NAVO zal hierop na de beëindiging van OUP geen toezicht meer houden. Toezicht is nu een verantwoordelijkheid van de individuele VN-lidstaten. De Libische Overgangsraad heeft geen bezwaar tegen de beëindiging van OUP per 31 oktober a.s.

De operatie, die tot doel had de burgerbevolking te beschermen en toezicht te houden op de naleving van een No Fly Zone en het wapenembargo, is hierin succesvol geweest. Het is nu aan de Libiërs om de volgende fase invulling te geven.

Zoals gesteld in de artikel 100-brief van 21 september jl. (kamerstuk 32 623, nr. 47) komt met het einde van OUP per 31 oktober ook een einde aan de Nederlandse bijdrage.

Over de Nederlandse bijdrage aan OUP ontvangt u zoals gebruikelijk binnen zes maanden na beëindiging van de missie een eindevaluatie.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven