Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 32623 nr. 246 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 32623 nr. 246 |
Vastgesteld 27 november 2018
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 11 oktober 2018 inzake de reactie op het verzoek van het lid Omtzigt inzake openbare bronnen over de betrokkenheid van groepen bij de beschieting van de wijk Sheikh Maqsood (Kamerstuk 32 623, nr. 241).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 20 november 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
1
Kunt u een overzicht geven van openbare bronnen over betrokkenheid van de door Trouw en Nieuwsuur geïdentificeerde groepen die door Nederland gesteund zouden zijn, bij de beschieting van de wijk Sheikh Maqsood en andere (vermoedelijke) oorlogsmisdaden of mensenrechtenschendingen? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet doet geen uitspraken over namen en locaties van gematigde gewapende groepen die het al-dan-niet heeft gesteund. De Tweede Kamer is vertrouwelijk geïnformeerd over de Nederlandse steun aan een aantal gematigde gewapende groepen in Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 229).
2
Kunt u van de door Trouw en Nieuwsuur geïdentificeerde groepen die door Nederland gesteund zouden zijn, aangeven of, en zo ja vanaf welk moment, u aanwijzingen had dat deze mogelijk betrokken waren bij (vermoedelijke) oorlogsmisdaden of mensenrechtenschendingen? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet doet geen uitspraken over namen en locaties van gematigde gewapende groepen die het al-dan-niet heeft gesteund. De Tweede Kamer is vertrouwelijk geïnformeerd over de Nederlandse steun aan een aantal gematigde gewapende groepen in Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 229).
3
Herinnert u zich dat u op vraag 119 van de lijst van vragen en antwoorden over steun aan de Syrische oppositie (Kamerstuk 32 623, nr. 229) antwoordde: « Uit openbare bronnen blijkt dat andere groepen binnen Fateh Haleb verantwoordelijk waren voor de beschietingen.»
Klopt het dat in geen van uw aangehaalde bronnen staat dat de Sultan Murad Brigade er niet bij betrokken was?
In de genoemde openbare bronnen wordt de Sultan Murad Brigade niet genoemd als zijnde betrokken bij de beschietingen op woonwijken in Sheikh Maqsoud, waarbij veel burgerslachtoffers vielen. Deze beschietingen worden toegeschreven aan andere groepen binnen Fateh Haleb (Kamerstuk 32 623, nr. 229). De Sultan Murad Brigade had wel presentie in Aleppo en verdedigde zich tegen YPG en het regime (zie antwoord 5).
4
Heeft u kennis genomen van het filmpje https://www.youtube.com/watch?v=KRxoi1rmNZ0&feature=youtu.be dat de Sultan Murad brigader op haar eigen youtube kanaal plaatste op 23 februari 2016 en waarin zij zelf laat zien en vertelt dat zij de wijk Sheikh Maqsood bombardeert?
Ja.
5
Kunt u de tekst van het filmpje van de Sultan Murad brigade vertalen:
https://www.youtube.com/watch?v=KRxoi1rmNZ0&feature=youtu.be.
De titel van het filmpje luidt: «#sultan_murad_brigade: richtend op een locatie van de PKK en Jaish al-Thuwar met «Hamim»-raketten op de frontlijn van Sheikh Maqsoud.
De tekst die in het filmpje wordt uitgesproken luidt: «in de naam van God, de genadige, de barmhartige. Wij zijn de Sultan Murad Brigade. Wij richten op Jaish al-Thuwar en de PKK in het Sheikh Maqsoud-district met «Hamim»-raketten. God is de grootste.»
Het kabinet beschikt niet over aanwijzingen dat de Sultan Murad Brigade op burgerdoelen heeft geschoten.
6
Heeft de Nederlandse regering een strijdgroep gesteund die zelf zegt dat zij een woonwijk bombardeerde en daarmee een oorlogsmisdaad pleegde?
Het kabinet doet geen uitspraken over namen en locaties van gematigde gewapende groepen die het al-dan-niet heeft gesteund. De Tweede Kamer is vertrouwelijk geïnformeerd over de Nederlandse steun aan een aantal gematigde gewapende groepen in Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 229).
7
Is het filmpje https://www.youtube.com/watch?v=KRxoi1rmNZ0&feature=youtu.be afkomstig van het youtube kanaal van de Sultan Murad brigade?
De bovengenoemde link wijst door naar het youtube kanaal van de Sultan Murad Brigade.
8
Hoeveel van de 12 groepen die Nederland in het Zuiden gesteund heeft, zijn door de Nederland gevet?
De Tweede Kamer is in antwoorden op feitelijke vragen over het NLA programma, geïnformeerd over de wijze waarop Nederland de gematigde gewapende groepen selecteerde. Nederland baseerde zich voor de vetting in eerste instantie op lijsten van de VS en het VK. Nederland selecteerde de gematigde groepen van deze lijsten. De selectie van de groepen die onderdeel waren van het grensbewakingsproject in het Zuiden vond plaats in overeenstemming met het VK. Alle groepen voldeden aan de Nederlandse selectiecriteria (Kamerstuk 32 623, nr. 229).
9
Wat was de scope van het interne onderzoek dat is ingesteld naar aanleiding van de onthullingen van Trouw en Nieuwsuur?
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft samen met andere departementen de berichtgeving van Nieuwsuur en Trouw tegen het licht gehouden en gelegd naast de beschikbare informatie. De uitkomsten zijn meegenomen in de (deels vertrouwelijke) beantwoording van de feitelijke vragen (Kamerstuk 32 623, nr. 229).
10
Wat waren de conclusies van het interne onderzoek dat is ingesteld naar aanleiding van de onthullingen van Trouw en Nieuwsuur?
Zie antwoord vraag 9.
11
Zijn de bronnen die u aanhaalt in de brief een waterdicht juridisch bewijs dat Sultan Murad niet betrokken was bij de beschieting van Sheikh Maqsoud?
Het verzamelen van waterdicht juridisch bewijs in een conflictgebied is zeer moeilijk, in het bijzonder in de complexe Syrische context. Nederland acht het verzamelen van bewijsmateriaal voor de vervolging van plegers van misdaden en mensenrechtenschendingen van groot belang. Nederland is dan ook één van de grootste donoren van het International, Impartial en Independent Mechanism (IIIM) van de Verenigde Naties. Het IIIM verzamelt bewijsmateriaal van mogelijke misdaden van alle groepen die actief zijn in Syrië.
12
Heeft u het Candor-rapport teruggevonden in uw archief?
Zoals ook gemeld tijdens het debat met uw Kamer op 2 oktober jl, is er geen rapport van een uitvoerder kwijtgeraakt (Handelingen II 2018/19, nr. 7, item 26).
13
Heeft de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) de beschikking gehad over het Candor-rapport toen zij onderzoek deed naar de Non-Lethal Assistance (NLA)?
De Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) heeft beschikking gehad tot alle bij BZ beschikbare informatie over de White Helmets, AJACS en NLA programma, inclusief rapporten van de uitvoerders. Tevens hebben medewerkers van de IOB gesproken met medewerkers van het Syrië-team in Istanbul en met de uitvoerende organisaties.
14
Klopt het dat Denemarken ook meedeed aan het NLA-programma, zoals de heer Van Dam beweerde in het rondetafelgesprek?
Landen leverden individueel Non Lethal Assistance. Er was – buiten de samenwerking tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk in het Zuiden van Syrië – geen sprake van een gezamenlijk programma. In landen waarvan uit openbare bronnen bekend is dat zij Non Lethal Assistance leverden, waren onderdelen van het programma, net als in Nederland, staatsgeheim. Informatiedeling door landen onderling was dan ook beperkt. Het is het kabinet niet bekend dat Denemarken Non Lethal Assistance leverde in Syrië.
15
Welke NLA steun heeft Duitsland gegeven in Syrie? Uit welke openbare bronnen blijkt dat zij die steun gegeven hebben?
Uit verklaringen van toenmalig Duitse bewindspersonen is op te maken dat Duitsland gedurende 2012–2013 Non Lethal Assistance (NLA) aan Syrische gematigde gewapende oppositiegroepen heeft verstrekt. Het kabinet kan omwille van de vertrouwelijkheid die de Duitse autoriteiten in deze betrachten, hier geen verdere uitspraken over doen.
16
Hoeveel strijders die vervolgd worden door het Nederlandse OM, hebben tot nu toe de verdediging gebruikt dat zij gevochten hebben voor een organisatie die NLA ontving van Nederland?
Voor zover bij het kabinet bekend is in twee zaken door verdachten dit verweer gevoerd, zie voorts de beantwoording van de feitelijke vragen inzake de steun aan gewapende oppositie in Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 229). Overigens is in geen van deze zaken een onherroepelijke uitspraak gedaan.
17
Kunt u het Candor-rapport aan de Kamer doen toekomen, nu het in het archief is teruggevonden?
Zie antwoord 12.
18
Wanneer is het Candor-rapport aan Nederland gegeven?
De uitvoerders van het NLA programma rapporteerden maandelijks, en soms wekelijks, over de uitvoering van het NLA programma. Informatie uit de rapporten van de uitvoerders is gedeeltelijk vrijgegeven naar aanleiding van WOB verzoeken van Nieuwsuur en Trouw. Het rapport dat wordt genoemd in de Nieuwsuur-uitzending van 1 oktober jl., bleek – tezamen met een aantal andere documenten van één van de uitvoerders – per abuis niet verzonden. De documenten zijn nagezonden en geplaatste op rijksoverheid.nl. De Tweede Kamer ontving hierover een notificatiebrief.
19
Wanneer heeft u het Candor-rapport gelezen?
Zie antwoord 18.
20
Bevatte het Candor-rapport voldoende aanleiding om met het NLA-programma te stoppen?
De redenen voor de beëindiging van het NLA programma zijn gegeven in de beantwoording van de feitelijke vragen (Kamerstuk 32 623, nr. 229), ook in het vertrouwelijke deel.
21
Zijn er nog belangrijke zaken over het NLA programma die u wel bekend zijn, maar u nog niet aan de Kamer gemeld heeft? Wilt u die hierbij melden?
Het kabinet heeft de Tweede Kamer conform de eerder met groepen, uitvoerders en internationale partners gemaakte afspraken, zo volledig en transparant mogelijk geïnformeerd.
22
Nam Canada deel aan het NLA-programma, zoals de heer Van Dam meldde in het rondetafelgesprek?
Het is het kabinet niet bekend dat Canada Non Lethal Assistance leverde in Syrië. Zie ook het antwoord 14.
23
Krijgt de Auditdienst Rijk (ADR) de beschikking over het Candor-rapport en andere voortgangsrapportages die geschreven zijn?
De Auditdienst Rijk (ADR) heeft toegang gekregen tot alle beschikbare stukken en de archieven van BZ.
24
Blijft u het antwoord op vraag 119 handhaven, namelijk dat «Uit openbare bronnen blijkt dat andere groepen binnen Fateh Haleb verantwoordelijk waren voor de beschietingen»?
Zie antwoord 3.
25
Welke (oorlogs)misdaden hebben de door Nederland gesteunde groepen gepleegd?
De Tweede Kamer is in de beantwoording op de feitelijke vragen over NLA (deels vertrouwelijk) geïnformeerd over incidenten die hebben plaatsgevonden, en de wijze waarop Nederland hierop heeft gereageerd (Kamerstuk 32 623, nr. 229).
26
Hoe vaak heeft u een intern volkenrechtelijk advies ontvangen over NLA steun in Syrie?
Over dit programma is volkenrechtelijk regelmatig, zowel mondeling en schriftelijk, geadviseerd. Deze advisering valt niet in specifieke aantallen uit te drukken.
27
Heeft u ooit een negatief volkenrechtelijk advies ontvangen over NLA steun aan Syrie?
Nee. In de interne juridische advisering werden wel de juridische risico’s geschetst die het steunen van de gewapende oppositie in Syrië met zich konden brengen. Het interne juridische advies concludeerde dat, omdat voorgesteld werd te voorzien in civiele niet-letale steun, het juridische risico beperkt was. Met deze volkenrechtelijke advisering is terdege rekening gehouden in de politieke besluitvorming over het NLA programma.
28
Heeft Nederland zich aan het internationaal recht gehouden bij de NLA steun in Syrie?
De inzet bij de uitvoering van het NLA programma was om het internationaal recht te respecteren, door het stellen van voorwaarden aan de aard van de goederen en de te steunen groepen. Het kabinet is van mening dat Nederland met het NLA-programma binnen de grenzen van het volkenrecht is gebleven.
29
Op welke punten heeft Nederland het internationaal recht overtreden bij de NLA steun in Syrie?
Zie het antwoord op vraag 28.
30
Valt u ook op dat al uw bronnen spreken over de beschietingen in april, terwijl Sultan Murad juist in februrari zelf verklaarde dat zij de woonwijk beschoot?
De bronnen beslaan de periode februari-juni 2016 met een nadruk op april, toen relatief veel incidenten plaatsvonden.
31
Heeft u openbare bronnen gevonden waaruit blijkt dat andere groepen dan Sultan Murad verantwoordelijk waren voor de beschieting van de Sheikh Maqsood woonwijk in februari? Zo ja, welke?
Zie antwoord 30.
32
Hoe beoordeelt u de beschuldiging dat de Sultan Murad Brigade in 2013 een klooster aangevallen heeft met mortiergranaten (https://reliefweb.int/sites/reliefweb.int/files/resources/Targeting_churches_in_Syria_en.pdf), gezien ook de video die ze hierover zelf op YouTube hebben gezet: https://www.youtube.com/watch?v=lzX2cxTekCI?
Het kabinet vindt de berichten zorgelijk. Het kabinet zet zich in voor de bescherming van (religieuze) minderheden en acht deze bescherming, in het bijzonder in conflictgebieden, van groot belang. Aanvallen op civiele doelen zijn bovendien in strijd met het humanitair oorlogsrecht.
33
Erkent u dat de openbare bronnen die u aanvoert bevestigen dat de Sultan Murad Brigade bij de aanval van rebellengroeperingen op de woonwijk Sheikh Maqsood operationeel samenwerkte met Al Nusra en Ahrar al-Sham? Vormde een dergelijke vorm van operationele samenwerking, in een aanval waarbij volgens de VN onderzoekscommissie naar Syrië oorlogsmisdaden gepleegd zijn (https://documents-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G17/026/63/PDF/G1702663.pdf?OpenElement), een schending van de criteria die Nederland gesteld had als voorwaarde voor het verlenen van niet letale steun? Zo nee, waarom niet?
Eén van de voorwaarden voor selectie van de groepen was het uitsluiten van operationele samenwerking met extremistische groepen. In een complexe conflictsituatie zoals die in Syrië bestaat, met honderden gewapende groepen, werden door de Syrische gematigde strijdgroepen voor bepaalde offensieven en op specifieke locaties, allianties aangegaan met extremistische groepen. Deze samenwerking had een pragmatisch en incidenteel karakter (Kamerstuk 32 623, nr. 229, antwoord 12).
34
Klopt het dat de Sultan Murad Brigade vernoemd is naar de Ottomaanse Sultan Murad II, en in zijn vlag de Shahada vermeldt, waarmee het politiek commitment betracht aan de politieke islam, terwijl het rode deel van de vlag Turks nationalisme uitbeeldt? In hoeverre vormde islamisme als ideologie van rebellengroeperingen een belemmering om in aanmerking te komen voor steun van Nederland?
De Sultan Murad Brigade gebruikt een groen-wit-zwarte «revolutie-vlag», vergelijkbaar met de vlaggen van andere Free Syrian Army-groepen, en een rode vlag met de Shahada. Het kabinet is niet bekend met de beweegredenen voor de keuze van kleuren en tekst door de Sultan Murad Brigade.
Het kabinet doet geen uitspraken over namen en locaties van groepen die het al-dan-niet gesteund heeft. Het hebben van een islamitische grondslag betekent overigens niet per definitie dat een groep extremistisch is. De selectie van de groepen werd gemaakt op basis van de eerder aan uw Kamer gemelde criteria, zoals het nastreven van een inclusieve politieke oplossing (Kamerstuk 32 623, nr. 229). Het nastreven van extremistisch gedachtengoed sluit een inclusieve politieke oplossing uit en zou een groep uitgesloten hebben van ontvangst van NLA.
35
Klopt het dat de groepen betrokken bij de genoemde en vergelijkbare chemische aanvallen op Sheikh Maqshoud in 2016 deel zijn van de High Negotiations Comittee?
De HNC is door de Verenigde Naties erkend als de legitieme Syrische oppositie, en hun inzet wordt als zodanig ook genoemd in VN Veiligheidsraad Resolutie 2254 (unaniem aangenomen op 18 december 2015), welke betrekking heeft op het VN geleide Genève vredesproces.
Het kabinet acht het gebruik van chemische wapens een grove schending van mensenrechten en veroordeelt het gebruik hiervan. Er zijn berichten geweest over het gebruik van chemische wapens bij aanvallen op Sheikh Maqsoud door Ahrar Al-Sham, Jahbat Fateh Al-Sham en/of Jaish Al-Islam. Ahrar Al-Sham en Jaysh Al-Islam maken deel uit van de High Negotiations Committee. Ook de Sultan Murad Brigade maakt deel uit van de SNC (de High Negotiations Committee is sinds begin 2018 onderdeel van de Syrian Negotiations Committee), maar is niet genoemd als zijnde mogelijk betrokken bij gifgasaanvallen op Sheikh Maqsoud. De factfinding missie van de OPCW heeft in dertien gevallen met zekerheid of grote mate van zekerheid kunnen vaststellen dat er sprake was van de inzet van chemische wapens. Sheikh Maqsoud is daar tot nu toe niet een van.
36
Geeft Nederland nog steun aan het High Negotiations Committee?
De High Negotiations Committee is sinds begin 2018 onderdeel van de Syrian Negotiations Committee (SNC). Nederland ondersteunt het VN geleide politieke proces en geeft daarom financiële steun aan de SNC. De Nederlandse steun stelt de oppositie in staat deel te nemen aan het politieke proces (o.a. door een bijdrage aan reiskosten zodat de oppositieleden aanwezig kunnen zijn bij de onderhandelingen in Genève). Steun aan de oppositie is onderdeel van Nederlandse inzet om een politieke oplossing in Syrië dichterbij te brengen. Naast Nederland steunen ook de Verenigde Staten, Denemarken, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie de SNC.
37
Klopt het dat de in deze bronnen genoemde groepen tot op heden directe militaire ondersteuning krijgen van Turkije?
Zie antwoord 41.
38
Hoe beoordeelt u de beweringen van Amnesty (https://www.amnesty.org.uk/press-releases/syria-armed-opposition-group-committing-war-crimes-aleppo-new-evidence) dat de woonwijk Sheikh Maqsood door een breed scala aan rebellengroeperingen van de Fatah Halab coalitie aangevallen werd, met willekeurige aanvallen die geen onderscheid maakten tussen burgers en strijders? Ontkent u dat de Sultan Murad Brigade participeerde in deze aanvallen op de Koerdische woonwijk?
Voor zover bekend bij het kabinet was de Sultan Murad Brigade ten tijde van de beschietingen op Sheikh Maqsoud in het gebied aanwezig. De groep heeft een rol gespeeld bij de verdediging van de stad Aleppo die aangevallen werd en omsingeld dreigde te raken door troepen van het Assad-regime en van de Koerdische YPG. Daarbij is er op YPG doelen op de frontlinie geschoten. Het kabinet beschikt niet over aanwijzingen dat de Sultan Murad Brigade op burgerdoelen heeft geschoten.
39
Hoe beoordeelt u de bewering van Amnesty dat rebellengroeperingen mogelijk chemische wapens ingezet hebben tegen de woonwijk Sheikh Maqsood (https://www.amnesty.org.uk/press-releases/syria-armed-opposition-group-committing-war-crimes-aleppo-new-evidence)? Had de verklaring van Jaysh al-Islam op inzet van niet toegestane wapens die u als openbare bron aanhaalt, mogelijk betrekking op inzet van een chemisch wapen, vermoedelijk chlorine?
Zie antwoord 35. Het verzamelen van waterdicht juridisch bewijs in een conflictgebied is zeer moeilijk, in het bijzonder in de complexe Syrische context. Nederland acht het verzamelen van bewijsmateriaal voor de vervolging van plegers van misdaden en mensenrechtenschendingen van groot belang. Nederland is dan ook één van de grootste donoren van het International, Impartial en Independent Mechanism (IIIM) van de Verenigde Naties. Het IIIM verzamelt bewijsmateriaal van mogelijke misdaden over alle groepen die actief zijn in Syrië.
40
Betekent voor u de beschuldigingen dat Al Nusra, Ahrar al-Sham en Jaysh al-Islam beschietingen hebben uitgevoerd op de woonwijk Sheikh Maqsood dat de Sultan Murad Brigade dan dus geen aanvallen heeft uitgevoerd? Bent u bereid te erkennen dat de openbare bronnen die u aanhaalt, op geen enkele manier de beschuldigingen van Amnesty International over de betrokkenheid van de Sultan Murad Brigade bij aanvallen op de woonwijk Sheikh Maqsood ontkrachten? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord 3, 11, 30, 38 en 39.
41
Was het de regering, in de periode waarin het NLA-programma liep, bekend dat de Sultan Murad Brigade -in strijd met het internationale recht- getraind en bewapend werd door Turkije, dat bovendien zelf een notoire mensenrechtenschender is? Hoe beoordeelt u dit?
Het is bekend dat Turkije steun verleende aan, en samenwerkte met Syrische groepen waaronder de Sultan Murad Brigade. Met deze steun adresseerde Turkije legitieme veiligheidszorgen en bestreed het ISIS in de grensgebieden. Zo heeft het Turkse leger met steun van onder andere de Sultan Murad Brigade, in 2016 ISIS uit Jarablus verdreven. Nederland heeft Turkije er op aangesproken dat Turkse activiteiten in Syrië zich moeten richten op het bestrijden van ISIS.
42
Klopt het dat de Sultan Murad Brigade betrokken was bij Operatie Euphrates Shield, de inval van Turkije in Syrië in 2016? Was betrokkenheid bij deze (illegale) aanval door rebellengroeperingen voor Nederland een reden om NLA-steun in te trekken? Zo nee, waarom niet?
Volgens meerdere bronnen speelde de Sultan Murad Brigade een rol tijdens Operatie Euphrates Shield aan de frontlijnen met ISIS. Het kabinet doet geen uitspraken over namen en locaties van al-dan-niet gesteunde groepen. In het algemeen kan wel gezegd worden groepen die NLA ontvingen een bijdrage leverden aan het bestrijden van extremisme, waaronder het bestrijden van ISIS.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32623-246.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.