Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2022
In de procedurevergadering van 7 september 2022 heeft de commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport mij verzocht om een reactie op de brief met betrekking tot behoud
van een volwaardige ziekenhuiszorg in Zoetermeer. Middels deze brief voldoe ik aan
dit verzoek. Gezien het complexe proces waarbij veel partijen zijn en waren betrokken
en de vele ontwikkelingen de afgelopen tijd, is een reactie op deze commissiebrief
eerder uitgebleven. Overigens heb ik uw Kamer op 7 november 2022 wel over de situatie
bij de Reinier Haga Groep (RHG) per brief geïnformeerd.1
Ik begrijp uit de brief van de gemeente Zoetermeer, mede namens SGZ, Huisartsen Vereniging
Zoetermeer en verloskundigen, dat er zorgen bestaan over de toekomst van het LangeLand
Ziekenhuis. In hun brief vragen ze hulp bij het waarborgen van volwaardige zorg voor
de mensen in Zoetermeer en in de omgeving van het LangeLand Ziekenhuis.
De afgelopen periode heb ik de situatie gevolgd via de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa), Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) en via contacten van mijn departement
met de betrokken partijen. Op 20 oktober jongstleden heeft de NZa, volgens de vroegsignaleringsafspraken2, opgeschaald richting het Ministerie van VWS omdat de duur van de ontvlechting van
de Reinier Haga Groep (RHG) mogelijk risico’s met zich mee zou brengen voor de continuïteit
van zorg, met name voor het LangeLand Ziekenhuis. Naar aanleiding daarvan heb ik met
verschillende stakeholders contact gehad. Ik heb uw Kamer hier op 7 november 2022
per brief over geïnformeerd.3
Veranderingen in het zorglandschap gaan vaak gepaard met onzekerheden, dat blijkt
ook uit de brandbrief. Goede betrokkenheid van de verschillende partijen verdient
in dergelijke situaties dan ook extra aandacht.
Inmiddels is er een belangrijke stap gezet om de ontvlechting daadwerkelijk te bewerkstelligen
en ik verwacht dat deze stap bijdraagt aan zowel rust voor het personeel, betrokken
partijen als voor de patiënten. Ik blijf de situatie in ieder geval actief volgen
tot alle partijen formeel akkoord zijn met het hoofdlijnenakkoord voor de ontvlechting.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers