32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 213 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2018

In deze brief blikt het kabinet terug op een aantal specifieke humanitaire crises en de Nederlandse inzet op een aantal prioritaire thema’s, en informeert het kabinet uw Kamer over de besteding van humanitaire hulp in 2017. De brief geeft daarnaast een eerste inzicht in de beleidsaccenten voor 2018. Een meer uitgebreide beleidsbrief volgt later dit jaar, als ook de nieuwe nota voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is verschenen.

In de brief van 7 december jl. over de besteding van de extra middelen noodhulp en opvang in de regio1 heeft het kabinet uw Kamer al geïnformeerd over de geplande besteding van EUR 345 miljoen noodhulp in 2018. EUR 60 miljoen hiervan, zoals gemeld in mijn brief van 7 december jl., is gereserveerd voor noodhulp in chronische crises. Deze brief beschrijft hoe deze EUR 60 miljoen zal worden verdeeld2.

Terugblik 2017

Humanitaire noden in 2017

Het wereldwijde humanitaire VN-appeal bedroeg in 2.017 USD 23,6 miljard ten behoeve van het lenigen van de noden van ruim 100 miljoen mensen. Per eind november 2017 was USD 13 miljard, ofwel 52% van de benodigde fondsen ontvangen.

De noden zijn, mede als gevolg van aanhoudende conflicten (in onder andere Syrië, Irak, Jemen, Zuid-Soedan) en (dreigende) hongersnood in het noordoosten van Nigeria, Somalië, Zuid-Soedan en Jemen, in het afgelopen jaar opnieuw gestegen. Jemen kende de grootste humanitaire crisis in 2017 en ontving om die reden wereldwijd de meeste fondsen, gevolgd door Syrië, Zuid-Soedan en Nigeria.

Honger

Volgens het rapport «State of food security and nutrition 2017» van de VN Food and Agriculture Organization (FAO) is het aantal ondervoede mensen gestegen van 777 miljoen in 2015 tot 815 miljoen mensen in 2016. Dit is een trendbreuk met voorgaande decennia, waarin een daling van de ondervoeding te zien was. Deze trendbreuk is vooral het gevolg van het grote aantal chronische crises in de wereld, die op grote schaal tot lagere landbouwproductie en gedwongen ontheemding hebben geleid. De FAO verwacht dat, zolang er geen einde komt aan de langdurige conflicten, het aantal ondervoede mensen verder zal toenemen.

De dreigende hongersnoden in 2017 in Jemen, Nigeria, Somalië en Zuid-Soedan zijn dankzij extra middelen en tijdig ingrijpen door humanitaire organisaties afgewenteld3. Ook door Nederland zijn in 2017 extra middelen aan de crises in deze vier landen toegekend.4 Overigens blijft de humanitaire situatie inclusief de voedselonzekerheid in deze landen uiterst zorgwekkend.

Rohingya vluchtelingencrisis

In het najaar ging de aandacht ook uit naar de acute Rohingya vluchtelingencrisis. Meer dan 650.000 mensen zijn in de laatste maanden van 2017 vanuit Myanmar naar Bangladesh gevlucht na het opgelaaide geweld eind augustus. Er was een grote behoefte aan snelle hulpverlening op het gebied van voedsel, fatsoenlijk onderdak, gezondheidszorg, water en sanitaire voorzieningen. In 2017 besteedde Nederland EUR 7 miljoen aan acute humanitaire hulp via de Dutch Relief Alliance (DRA), Rode Kruis, ICRC en het Wereldvoedselprogramma van de VN. Nederland deelt de zorg van uw Kamer over de ondervoeding van gevluchte Rohingya-kinderen en vraagt hier in internationaal verband aandacht voor. De bijdragen aan het Wereldvoedselprogramma en het Rode Kruis komen ook ten goede aan voedselhulp voor ondervoede kinderen. Hiermee beschouwt het kabinet invulling te hebben gegeven aan de motie van de leden Kuzu en Van den Hul over ondervoeding onder gevluchte Rohingya-kinderen. Vanzelfsprekend blijft het kabinet werk maken van het terugdringen van acute ondervoeding onder gevluchte Rohingya-kinderen (Kamerstuk 34 775 XVII, nr. 44).

Jemen

De humanitaire situatie in Jemen bleef dramatisch slecht. De VN schat in dat inmiddels ruim 22 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben en dat ruim 8 miljoen mensen op de rand van hongersnood verkeren. Twee miljoen kinderen zijn acuut ondervoed. Ruim 15 miljoen mensen hebben geen toegang tot schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen of elementaire gezondheidszorg. Daar bovenop kwam de grootste wereldwijde cholera-uitbraak in de recente geschiedenis waardoor meer dan 1 miljoen mensen werden getroffen. De verwachtingen voor 2018 zijn helaas niet beter en het bedrag dat de VN voor hulpverlening in Jemen nodig heeft is verhoogd van USD 2,3 miljard naar USD 2,5 miljard.

Nederland heeft in 2.017 EUR 22,4 miljoen uitgegeven aan noodhulp voor Jemen via de VN, het Rode Kruis, de Dutch Relief Alliance en het Wereldvoedselprogramma. Daarnaast heeft Nederland op verzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie via Dutch Surge Support (DSS) voor enkele maanden ondersteuning een WASH-expert uitgestuurd. Via het VN Central Emergency Response Fund (CERF) is in 2.017 USD 25 miljoen voor Jemen vrijgemaakt. Nederland is één van de grootste donoren van dit fonds.

Inzet in 2017 op specifieke thema’s

–Meer samenwerken

Het samenwerkingsverband tussen Nederlandse NGO’s ten behoeve van humanitaire hulp, de Dutch Relief Alliance (DRA), is in 2017 uitgebreid met twee partners: SOS Kinderdorpen en Stichting Red een Kind. De DRA heeft in 2017 een strategie voor de periode 2018–2021 opgesteld met ambitieuze doelen op het gebied van verantwoording, innovatie, samenwerking en het versterken van lokale responscapaciteit. Ook bouwt de strategie voort op de aanbevelingen van de evaluatie over de periode 2015–2017, die in het najaar van 2017 werd afgerond. Het budget voor de DRA in 2017 bedroeg EUR 60 miljoen. Daarvan is EUR 57,8 miljoen uitgegeven. Het restantbedrag wordt in 2018 besteed.

–Innovatie

Op 22 december 2017 werd in bijzijn van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties in Den Haag het UNOCHA Centre for Humanitarian Data geopend. Het centrum is onderdeel van de Nederlandse inzet op innovatie gericht op meer impact en efficiëntie in de humanitaire hulp. Door wereldwijde gegevens te verzamelen, te analyseren en breed toegankelijk te maken kan in de toekomst nog sneller en beter hulp geboden worden. Ook middels steun aan de Dutch Coalition for Humanitarian Innovation, is bijgedragen aan het tot stand brengen van een netwerk van bedrijven, humanitaire organisaties, overheid en kenniscentra. DCHI faciliteert uitwisseling van ideeën tussen al deze partijen, helpt bij het formuleren van de vraag naar vernieuwing en draagt bij een het vinden van nieuwe, creatieve antwoorden daarop. Hiernaast is door Nederlandse steun de Humanitarian Impact Bond tot stand gekomen die het Internationale Rode Kruis in staat stelt lange-termijn programmering te doen voor rehabilitatiecentra.

–Lokaal paraat

In 2017 is een begin gemaakt met het uitwerken van Nederlands beleid ten aanzien van het versterken van de lokale responscapaciteit. Het lopende paraatheidsproject met het Nederlandse Rode Kruis biedt concrete aanknopingspunten om bijvoorbeeld al in actie te komen nog voordat de ramp zich voordoet (forecast based finance), eventuele milieueffecten mee te nemen in lokale responsplannen en responsplannen voor specifieke rampen uit te werken in nauwe samenwerking met lokale en nationale overheden.

Inzet «in-kind»

In 2017 zijn 25 Nederlandse waterexperts via het Dutch Surge Support mechanisme (DSS Water) uitgezonden om technische assistentie te verlenen bij kleinere en grotere crises. Deze experts zijn op verzoek van Unicef en het Nederlandse Rode Kruis (NRK) ingezet in Bangladesh, de Centraal Afrikaanse Republiek, Angola en Zambia. DSS Water is een samenwerkingsverband van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse watersector en het Nederlandse Rode Kruis.

Op verzoek van de regering van Dominica hebben de Zr.Ms Pelikaan, Zr.Ms Zeeland en de Zr.Ms Karel Doorman hulpgoederen geleverd aan de door de orkaan Maria getroffen bevolking op Dominica. Specialisten, die door Nederland beschikbaar zijn gesteld aan het VN Disaster Assessment & Coordination (UNDAC) mechanisme, zijn door de VN in het Caraïbische gebied ingezet bij de coördinatie van hulp na de orkanen Irma en Maria.

Inzet Nederlandse noodhulpmiddelen in 2017

Nederland heeft in 2017 in totaal EUR 405 miljoen besteed aan humanitaire hulp. Dit bedrag is besteed aan het lenigen van humanitaire noden via algemene ongeoormerkte bijdragen aan humanitaire organisaties, bijdragen aan specifieke humanitaire crises, thematische bijdragen zoals hiervoor genoemd en in-kind noodhulp.

Tabel 1 Totale noodhulpbijdragen 2017

Uitgaven 2017 (EUR mln)

 

Algemene ongeoormerkte bijdragen

258

Geoormerkte bijdragen

131

Thematische bijdragen

5

Overig (in-kind)

11

TOTAAL

405

Algemene ongeoormerkte bijdragen

Het kabinet hecht aan grotere voorspelbaarheid van humanitaire hulp door het beschikbaar stellen van ongeoormerkte bijdragen aan hulporganisaties. Ongeoormerkte bijdragen versterken de responscapaciteit van organisaties en stellen hen in staat snel te reageren in noodsituaties en bij acute crises direct te starten met de hulpverlening. Ongeoormerkte bijdragen zijn ook essentieel voor de humanitaire respons in zogenoemde «vergeten crises».

Tabel 2 Ongeoormerkte noodhulpbijdragen 2017

Organisatie

Ongeoormerkte bijdrage

(EUR mln)

1.

United Nations Central Emergency Fund (CERF)

67

2.

International Committee of the Red Cross (ICRC)

40

3.

World Food Programme (WFP)

49

4.

United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR)

46

5.

United Nations Children Fund (UNICEF)

17

6.

Nederlandse Rode Kruis (NRK)

13

7.

United Nations Relief and Works Agency (UNRWA)

19

8.

Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA)

7

9.

TOTAAL

258

Geoormerkte bijdragen aan chronische en acute crises

De Nederlandse geoormerkte middelen zijn ingezet daar waar de noden het hoogst waren (humanitair imperatief). Bij het bepalen van de inzet hebben factoren als kwetsbaarheid van de bevolking, eigen capaciteit van een land om de noden te lenigen, het aantal slachtoffers en het tekort in de financiering van de noden eveneens een rol gespeeld.

Tabel 3 Geoormerkte bijdragen aan specifieke crises

Crisis

Bijdrage incl. DRA (excl. Nederlandse Rode Kruis)

(EUR mln)

DRA

1.

Afghanistan

4,3

4,3

2.

Bangladesh/Myanmar

5,2

2,7

3.

CAR

5,4

2,9

4.

DRC

3,0

5.

Ethiopië

0,3

0,3

6.

Grote Merenregio

1,7

7.

Irak

11,8

5,8

8.

Jemen

22,4

8,9

9.

Nigeria

14,9

6,9

10.

Oekraïne

1,8

1,8

11.

Somalië

10,0

3,0

12.

Syrië-regio

25,5

8,1

13.

Tsjaad

3,8

14.

Zimbabwe

2,6

2,6

15.

Zuid-Sudan

18,4

10,5

TOTAAL

131,1

57,8

Korte vooruitblik 2018

Begin december 2017 is het VN Global Humanitarian Needs Overview voor 2018 gepubliceerd. De VN geeft aan in 2.018 USD 22,5 miljard nodig te hebben om hulp te kunnen bieden aan ruim 91 miljoen mensen verspreid over 26 landen. De verwachting is dat het aantal mensen in voedselonzekerheid door aanhoudende conflicten en als gevolg van klimaat-gerelateerde crises zal stijgen.

Zoals toegezegd tijdens de behandeling van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dd. 23 november jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 26, items 4 en 18) continueert Nederland staand beleid om de donorbasis van humanitaire fondsen te verbreden. Tijdens de pledging conferentie van het Central Emergency Response Fund (CERF) en de VN donorbijeenkomsten over Country Based Pooled Funds in december 2017 heeft Nederland hiertoe opgeroepen. OCHA neemt de opdracht de donorbasis te verbreden zeer serieus. Het heeft daartoe een strategie ontwikkeld om (potentiële) donoren meer informatie te geven over behaalde resultaten, hun zichtbaarheid te vergroten en gericht nieuwe donoren aan te spreken voor een bijdrage. In 2016, bijvoorbeeld, trad Irak toe tot het CERF als nieuwe donor en in 2017 keerden zeven voormalige donoren terug5. Eind 2017 wist het CERF voor het eerst een bijdrage binnen te halen van een zogenoemde zakat-instelling6. Het kabinet zal zich blijven inspannen om andere landen te betrekken bij het CERF conform de toezegging aan uw Kamer.7

In december 2017 werd het subsidiebeleidskader Nederlandse Noodhulp NGO’s 2018–2021 gepubliceerd. Nieuw hierbij is dat er afspraken worden gemaakt over Result Based Finance. De jaarbijdrage aan individuele noodhulpprogramma’s kan op grond van prestaties in het kader van de afspraken in de Grand Bargain voor een volgend jaar met maximaal 25% variëren. Hierbij wordt onder andere gedacht aan de mate waarin er via lokale organisaties wordt gewerkt, er gebruikt wordt gemaakt van hulpverlening via cash en vouchers en in hoeverre slachtoffers van crisis betrokken zijn bij de planning en evaluatie van de hulpverlening. Nederland overweegt in de komende jaren ook in VN verband meer resultaatgericht te financieren.

In 2018 zal via humanitaire diplomatie stevig ingezet worden op de aanpak van schendingen van internationaal humanitair recht en het bevorderen van toegang tot hulpverlening en bescherming van burgers en hulpverleners. Ook zal vernieuwing van de humanitaire sector hoog op de agenda blijven staan, onder meer door het consequent uitvoeren van de Grand Bargain afspraken8, het bevorderen van innovatief gebruik en breed beschikbaar stellen van humanitaire data, het verder vorm geven van de samenwerking met de private sector en het ontwikkelen van nieuwe manieren van financiering.

Planning besteding intensiveringsmiddelen aan chronische en acute crises in 2018 Door het feit dat het Relief Fund eind december is afgelopen is de uitgangspositie voor 2018 wezenlijk anders dan in 2017 en voorgaande jaren. Voor 2018 is in totaal EUR 345 miljoen beschikbaar, bestaande uit het regulier budget van EUR 205 miljoen en de in december jl. voor 2018 beschikbaar gestelde intensiveringsmiddelen van EUR 140 miljoen.

In de brief van 7 december jl. over besteding van extra middelen voor noodhulp en opvang in de regio9 is aan uw Kamer gemeld dat een deel van de intensiveringsmiddelen, te weten een bedrag van EUR 60 miljoen, wordt gereserveerd voor financiering van chronische crises. Daarvan zal EUR 2 miljoen worden gereserveerd voor nieuwe verplichtingen in het kader van Dutch Surge Support Water en mogelijke «in-kind» inzet van Nederlandse expertise en capaciteit, zoals het Urban Search en Rescue Team (USAR).

Bij het bepalen van de inzet van deze middelen hebben factoren als de ernst van de humanitaire noden, kwetsbaarheid van de bevolking, eigen capaciteit van een land om de noden te lenigen, het aantal slachtoffers en het tekort in de financiering van de noden een rol gespeeld. Op basis van vijf indexen10 is een «ranking» opgesteld van landen waar de nood het hoogst is.

Het voor specifieke crises beschikbare budget van EUR 58 miljoen zal als volgt worden besteed:

Tabel 4

Crisis

Bijdrage 2018

(EUR mln)

1.

Syrië

12

2.

Jemen

11

3.

Zuid-Soedan

8

4.

DRC

7

5.

Irak

7

6.

Nigeria

7

7.

Somalië

6

Subtotaal

58

8.

In-kind

2

TOTAAL

60

Het kabinet werkt momenteel aan een nieuwe beleidsnota voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking waarin ook de beleidsprioriteiten voor noodhulp worden meegenomen. Uw Kamer wordt daarover voor de zomer geïnformeerd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 34 775 XVII, nr. 49.

X Noot
2

Hiermee voldoet het kabinet aan het verzoek van de Kamer om een overzicht van de besteding van humanitaire hulp in 2017 en een planning van de bestedingen voor 2018 en de toezegging in de brief van 7 december jl. over de besteding van de extra middelen noodhulp en opvang in de regio.

X Noot
3

OCHA Global Humanitarian overview 2018: http://interactive.unocha.org/publication/globalhumanitarianoverview/.

X Noot
4

Kamerbrief 32 605, nr. 204 dd. 5 april 2017 betreffende aanvullende informatie over de Nederlandse bijdrage aan Somalië, Zuid-Soedan, Jemen en Nigeria.

X Noot
5

Bhutan, Colombia, Ivoorkust, Tsjechië, Litouwen, Qatar en Sri Lanka.

X Noot
6

Islamitische vrijwillige bijdrage voor een goed doel.

X Noot
7

Toezegging van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om zich diplomatiek te blijven inspannen om andere landen te blijven betrekken bij CERF en de Kamer hierover per brief te informeren – begrotingsbehandeling BHOS d.d. 23 november 2017.

X Noot
8

Afspraken gemaakt tijdens de World Humanitarian Summit in mei 2016 tussen de grootste donoren en humantaire organisaties over het vergroten van de efficientie van noodhulp.

X Noot
9

Kamerstuk 34 775 XVII, nr. 49.

X Noot
10

«Ranking»-indexen van humanitaire crises 2018: Inform index, PiN (People in Need), ICRC 2018, UN 2018 Appeal, UN 2017 Gap.

Naar boven