Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2013
Hierbij bied ik u het rapport «Watervoetafdruk: bruikbaar voor duurzaamheidsbeleid?»
aan1. Dit rapport is opgesteld door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) naar aanleiding
van de aangehouden motie Hachchi/Ferrier over de Nederlandse watervoetafdruk in het
buitenland (Kamerstuk 32 605, nr. 81, d.d. 5 april 2012). Het rapport is beschikbaar via de website van het PBL.
Het rapport geeft een genuanceerde analyse van de mogelijkheden en beperkingen van
het instrument watervoetafdruk. De watervoetafdruk drukt in cijfers de virtuele hoeveelheid
water uit die in de keten nodig is om te komen tot een eindproduct. Dit concept is
niet geschikt als basis voor het stellen van beleidsdoelen, maar kan wel dienen als
communicatiemiddel om de bewustwording van waterproblematiek onder consumenten, producenten,
handelaren en investeerders te vergroten. Het concept heeft door zijn eenvoud geleid
tot een groot aantal afgeleide activiteiten en netwerken, nieuwe methoden en dataverzamelingen.
Het rapport geeft aan dat de watervoetafdruk niet als duurzaamheidsindicator kan worden
gebruikt. Immers, er dient rekening gehouden te worden met andere factoren, zoals
de beschikbaarheid van water, kwetsbaarheid van waterstroomgebieden en de sociaaleconomische
omstandigheden van haar gebruikers. Daarom is de watervoetafdruk niet geschikt voor
het stellen van doelen en het ontwikkelen van strategieën voor duurzaamheidsbeleid,
en evenmin voor benchmarking, certificering of het monitoren van de voortgang die
bedrijven, landen of consumenten boeken in het verduurzamen van hun watergebruik.
Ondanks de genoemde beperkingen constateert het PBL dat het concept watervoetafdruk
wel degelijk kan bijdragen aan een toenemende aandacht voor de factor water bij bedrijven,
investeerders en andere betrokkenen. Daarmee biedt dit instrument mogelijkheden voor
het stimuleren van duurzaam watergebruik. Op onderstaande drie terreinen sluit dit
aan bij de uitvoering van het speerpunt water in de Nota «De wereld verdient beter».
Ten eerste wijst het rapport erop dat indien de lokale context bekend is, de watervoetafdruk
duurzaamheidsverkenning gebruikt kan worden voor het identificeren van zogenaamde
niet-duurzame hot spots langs de productieketen. Daarmee is dit een potentieel hulpmiddel
bij de verduurzaming van handelsketens. Door het inzichtelijk maken van trends en
risico’s kan het concept ook bijdragen aan de verkenning van conflicten over de toegang
tot water. De methoden en toepassingen voor deze duurzaamheidsverkenning worden ontwikkeld
door het Watervoetafdruk Netwerk, maar bevinden zich nog in een experimenteel stadium.
Ten tweede zijn efficiënt watergebruik in de landbouw, het borgen van waterkwaliteit
en een betere waterverdeling op het niveau van stroomgebieden belangrijke doelstellingen
in het waterbeleid. De in het rapport voorgestelde bredere duurzaamheidsverkenning
zal daarbij worden ingezet. Dit zal bijdragen aan een betere samenwerking tussen overheden,
het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties binnen stroomgebieden.
Tenslotte zal ik de Nederlandse expertise op dit terrein internationaal onder de aandacht
brengen tijdens handelsmissies en conferenties. Voorbeeld hiervan is een film over
de watervoetafdruk die tijdens Wereld Water Dag op 22 maart jl. in Den Haag werd vertoond.
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen