32 600 Regels inzake de normering van bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector)

Nr. 6 AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAK

Ontvangen 21 februari 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, onder 7°, vervalt «artikel 1.4 of artikel 1.5,».

2. In onderdeel b, onder 5°, vervalt «artikel 1.4 of artikel 1.5,».

3. In onderdeel c wordt «in de gevallen, bedoeld in de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid» vervangen door: in het geval, bedoeld in artikel 2.1, vierde lid,.

4. In onderdeel k, onder 2°, wordt «in de gevallen, bedoeld in de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid» vervangen door: in het geval, bedoeld in artikel 2.1, vierde lid,.

5. In onderdeel m, onder 1°, vervalt «of artikel 1.4, eerste lid,».

6. In onderdeel m, onder 2°, vervalt «of artikel 1.4, eerste lid,».

II

In artikel 1.2, eerste lid, onderdeel h, vervalt «, of artikel 1.4, eerste lid».

III

Artikel 1.4 vervalt.

IV

Artikel 1.5 vervalt.

V

In artikel 1.6, derde lid, vervalt «of artikel 3.5, derde lid,».

VI

Het opschrift «§ 3 Sectorale bezoldigingsnorm» vervalt.

VII

Artikel 3.1 vervalt.

VIII

Artikel 3.2 vervalt.

IX

Artikel 3.3 vervalt.

X

Artikel 3.4 vervalt.

XI

Artikel 3.5 vervalt.

XII

In artikel 5.4, eerste lid, wordt «de paragrafen 2 en 3» vervangen door: paragraaf 2.

XIII

In artikel 5.5, tweede lid, wordt «de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid» vervangen door: artikel 2.1, vierde lid,.

XIV

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen «onderscheidenlijk artikel 3.1» en «onderscheidenlijk het bedrag, bedoeld in artikel 3.2,».

2. In het tweede lid vervallen «of artikel 1.4, eerste lid,» «onderscheidenlijk artikel 3.1» en «onderscheidenlijk het bedrag, bedoeld in artikel 3.2,».

3. In het derde lid wordt «artikel 2.5, eerste lid, artikel 2.6, tweede lid, of artikel 3.3, tweede lid,» vervangen door «artikel 2.5, eerste lid, of artikel 2.6, tweede lid,», en vervalt: of artikel 1.4, eerste lid,.

4. In het vierde lid vervallen «of 3.3, eerste lid,» en « of artikel 1.4, eerste lid,».

5. In het vijfde lid vervallen «onderscheidenlijk artikel 3.5» en « of artikel 1.4, eerste lid,».

XV

In artikel 7.4 wordt «de artikelen 2.7, 3.2 en 3.4» vervangen door « artikel 2.7» en wordt «die artikelen» vervangen door: dat artikel.

XVI

In artikel 7.6 wordt de aanduiding «tot en met 1.5» vervangen door: en 1.3.

XVII

Aan bijlage 1 worden onder het opschrift «Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport» vier nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 9. De op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen toegelaten instellingen, waaronder begrepen de academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 1.13, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • 10. De organisaties die instellingssubsidie of projectsubsidie ontvangen krachtens de Kaderwet VWS-subsidies en die:

    • a. tot doel hebben door belangenbehartiging, voorlichting of lotgenotencontact de positie, invloed en medezeggenschap te versterken van patiënten, gehandicapten of ouderen op het gebied van gezondheidszorg, gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering of maatschappelijke zorg;

    • b. door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kader van de subsidieverstrekking met de onder a bedoelde organisaties zijn gelijkgesteld;

    • c. tot doel hebben de onder a en b bedoelde organisaties te professionaliseren of te ondersteunen.

  • 11. De rechtspersoon, bedoeld in artikel 3 van de Wet inzake bloedvoorziening.

  • 12. De zorgverzekeraars die zich overeenkomstig artikel 25 van de Zorgverzekeringswet of artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als zodanig hebben aangemeld.

XVIII

Bijlage 3 vervalt.

XIX

Bijlage 4 vervalt.

Toelichting

Dit amendement regelt dat voor alle topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector een bezoldigingsmaximum wordt gesteld. De regimes van een sectorale bezoldigingsnorm en louter openbaarmaking van topinkomens komen te vervallen. Hierdoor gaat voor alle sectoren die onder de wet vallen het zwaarste regime gelden. Op deze manier wordt voor alle sectoren, dus ook de zorgsector, voorkomen dat topfunctionarissen een hogere bezoldiging krijgen dan het gestelde maximum.

In de onderdelen III en IV worden de artikelen 1.4 en 1.5 geschrapt, zodat alleen het zware regime overblijft. Met de onderdelen VI tot en met XI wordt paragraaf 3 geschrapt, waarin regels worden gesteld voor een norm die hoger ligt dan het bezoldigingsmaximum. In de onderdelen XVIII en XIX worden de bijlagen 3 en 4 geschrapt, waarin de zorginstellingen zijn opgenomen waarvoor een lichter regime geldt. Met onderdeel XVII worden deze instellingen toegevoegd aan bijlage 1, waarvoor het bezoldigingsmaximum geldt. De overige wijzigingen betreffen aanpassingen van verwijzingen die noodzakelijk zijn door het schrappen van de artikelen 1.4 en 1.5 en van paragraaf 3.

Van Raak

Naar boven