32 588 Wijziging van de Crisis- en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen)

D VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 7 december 2011

Algemeen

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. De leden van de GroenLinks-fractie hebben nog enkele nadere vragen inzake artikel IVA van het wetsvoorstel, dat het gevolg is van een door de Tweede Kamer aangenomen amendement2.

Artikel IVA

De leden van de fractie van GroenLinks constateren dat de regering in de memorie van antwoord stelt dat het amendement, waarmee de referentiedatum voor vrijstelling van de vergunningsplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt verschoven van 7 december 2004 naar 31 maart 2010, in overeenstemming is met de Habitatrichtlijn. Immers, de vrijstelling is niet van toepassing voor projecten met mogelijke significante gevolgen. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) dient de ecologische onderbouwing te leveren voor vergunningvrijstelling van het bestaand gebruik.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben een aantal nadere vragen. Is de regering het met deze leden eens dat in het geval van projecten in en nabij Natura2000-gebieden vrijwel altijd significante effecten zijn, en dat er dus geen vrijstelling van vergunningsplicht zal zijn in deze gevallen?

Hoe wordt beoordeeld of bestaand gebruik wel of geen project is, en of er wel of geen significantie is? De regering stelt in een brief van 6 september 20113 dat de regering de inzet van het Tweede Kamerlid Koopmans om bestaand gebruik dat plaatsvond op 31 maart 2010 te legaliseren kan ondersteunen en dat in het kader van PAS hieraan gewerkt wordt. Op grond van welke criteria wordt gelegaliseerd? Hoe geschiedt controle en handhaving?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts dat indien PAS de ecologische onderbouwing niet kan leveren, welke consequenties dit heeft.

Tot slot vragen deze leden welke consequentie de uitspraak van de Raad van State van 7 september 2011 heeft, waarin als referentiedatum de invoeringsdatum van Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn wordt voorgeschreven, hetgeen terug kan gaan tot 1994.

De vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening kijkt met belangstelling uit naar de reactie van de regering. De commissie verzoekt om toezending van de nota naar aanleiding van het verslag op uiterlijk 9 december 2011 15.00 uur.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening,

M. de Graaff

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening,

De Boer


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Noten (PvdA), Putters (PvdA), Essers (CDA), Slagter-Roukema (SP), Engels (D66), Nagel (50PLUS), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD) (vice-voorzitter), Koffeman (PvdD), Schaap (VVD), Smaling (SP), Vliegenthart (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Martens (CDA), Van Boxtel (D66), Vos (GL), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Vlietstra (PvdA), M. de Graaff (PVV) (voorzitter), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Dijk (PVV), Ester (CU) en Schouwenaar (VVD).

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 32 588, nr. 16.

X Noot
3

Kamerstukken II 2010/11, 32 588, nr. 21.

Naar boven