Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt tussen «Artikel I» en «A» ingevoegd:
De Crisis- en herstelwet wordt als volgt gewijzigd:.
B
In artikel I, onderdeel D, komt subonderdeel 4 te luiden:
4. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. de Waterwet, met uitzondering van hoofdstuk 5, artikel 6.5, aanhef en onder c, juncto paragraaf 2 van hoofdstuk 6;.
C
In artikel VII wordt «c. de Waterwet;» vervangen door:
c. de Waterwet, met uitzondering van hoofdstuk 5, artikel 6.5, aanhef en onder c, juncto paragraaf 2 van hoofdstuk 6;
Toelichting
Onderdeel A
Deze wijziging is (louter) van wetstechnische aard. Abusievelijk ontbrak dit opschrift in de tekst van het wetsvoorstel.
Onderdelen B en C
Ingevolge het wetsvoorstel wordt de experimenteerbepaling uitgebreid tot de Waterwet. Deze uitbreiding bevat nog geen clausulering
met het oog op waterveiligheid (bescherming tegen overstromingen en wateroverlast). Het is vanuit veiligheidsoogpunt onwenselijk
indien zonder vergunning van de waterbeheerder kan worden geëxperimenteerd met de bij hem in beheer zijnde (primaire) waterkeringen.
Om die reden worden hoofdstuk 5 en artikel 6.5, aanhef en onder c, en paragraaf 2 van hoofdstuk 6 met de daarop berustende
bepalingen in het desbetreffende artikel uitgezonderd, op de wijze zoals eerder is gebeurd met de regels voor luchtkwaliteit.
Op waterkeringen in beheer bij de waterschappen was de experimenteerbepaling al niet van toepassing.
Bij de wel mogelijke experimenten met de Waterwet is adequate betrokkenheid van de waterbeheerder of gedeputeerde staten (bevoegd
voor grote onttrekkingen of infiltraties) wenselijk, om ongewenste inbreuken op het watersysteem en negatieve gevolgen daarvan
te kunnen voorkomen. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om het tegengaan van verslechtering van de watertoestand in strijd
met Europese eisen, bescherming van waterwingebieden en innamepunten ten behoeve van de drinkwatervoorziening, het voorkomen
van schade door wijzigingen in de grondwaterstand, bescherming van (natte) natuur, landbouw, vaarwegen en dergelijke.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus