32 563 Oostvaardersplassen

Nr. 40 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2013

Hierbij informeer ik u over de stand van zaken van het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen (Heckrunderen, konikpaarden, edelherten). Daarbij betrek ik ook een uitgebracht advies door de Beheeradviescommissie Oostvaardersplassen (hierna: beheeradviescommissie) over een methode van tellen van de dieren (bijlage 11) en de onlangs ontvangen evaluatie door de beheeradviescommissie van het winterseizoen 2012–2013 (bijlage 22). Het advies en de evaluatie had ik u ook toegezegd (Kamerstuk 32 563, nr. 29).

Ik onderschrijf de bevindingen van de beheeradviescommissie, zoals ik hieronder voor een aantal onderwerpen zal toelichten. Mijn algemene uitgangspunten voor het beleid voor de grazers had ik u al doen toekomen (Kamerstuk 32 563, nr. 29).

Vroegreactief beheer

Staatsbosbeheer past sinds het winterseizoen 2010–2011 vroegreactief beheer toe in de Oostvaardersplassen om onnodig lijden door de grote grazers te voorkomen. Bij vroegreactief beheer worden op basis van beoordeling van de conditie van individuele dieren en van omgevingsomstandigheden tijdig dieren geschoten waarvan het aannemelijk is dat zij het eind van de winter niet zullen halen. Eerder meldde ik tussentijdse sterfte- en afschotcijfers voor het winterseizoen 2012–2013 (Kamerstuk 32 563, nr. 29).

De cijfers over het gehele winterseizoen (periode 1 november 2012-4 mei 2013)3 staan in onderstaande tabel.

 

Sterfte door afschot

Sterfte door natuurlijke dood

Totaal waargenomen sterfte

Aandeel afschot in de totaal waargenomen sterfte (%)

Heckrund

113

37

150

75

konikpaard

235

48

283

83

edelhert

1.141

160

1.301

88

totaal

1.489

245

1.734

86

Onder «sterfte door natuurlijke dood» vallen de dieren die door Staatsbosbeheer dood zijn gevonden, maar niet waren geschoten. De totaal waargenomen sterfte over het gehele seizoen ligt nog iets hoger dan ik recent had meegedeeld (Kamerstuk 32 563, nr. 39). Staatsbosbeheer had namelijk nog vier dode Heckrunderen aangetroffen en, na een aanvullende inventarisatie van het natte deel van de Oostvaardersplassen, nog 40 dode edelherten. Deze dieren zijn overigens niet afgevoerd.

De combinatie van kou en droogte maakte de winter van 2012–2013 tot een buitengewone winterperiode. De winter was vrij koud met drie sneeuwperioden en het voorjaar was zeer koud. Het totaal aantal afgeschoten dieren lag op het hoogste niveau sinds de introductie van de grote grazers. Het afschot bedroeg naar schatting 37% van de populatie en dat is volgens de beheeradviescommissie niet onverwacht na deze lange winterperiode. De populatieomvang lijkt voor een tweede jaar achtereen te dalen. Een dalende populatietrend was al door de commissie-Gabor voorzien.

Ondanks een grote inzet door medewerkers van Staatsbosbeheer, lag het aandeel afschot in de totaal waargenomen sterfte bij alle drie de diersoorten onder de door de commissie-Gabor aanbevolen ondergrens van 90%. De beheeradviescommissie gaat daar nader op in voor de drie afzonderlijke soorten, maar stelt ook pas definitieve uitspraken te kunnen doen over oorzaken en eventuele maatregelen ter verbetering na bespreking van een binnenkort door Staatsbosbeheer op te leveren jaarevaluatie.

Ik wacht die definitieve uitspraken door de beheeradviescommissie af.

Beschutting

Een kernpunt van het bevorderen van het welzijn van de grote grazers is het bieden van voldoende adequate beschutting, zodat de dieren zich door middel van hun gedrag kunnen aanpassen aan de omstandigheden in het gebied. De beheeradviescommissie vraagt aandacht voor de ontwikkeling van de beschuttingsmogelijkheden in en grenzend aan het Oostvaardersplassengebied. Tegelijk geeft de beheeradviescommissie aan nog over onvoldoende gegevens te beschikken om daar nu verdergaande conclusies over te trekken.

Ik vind voldoende beschuttingsmogelijkheden belangrijk. Ik heb in een breder kader inmiddels met de gemeente Lelystad gesproken en daar de vraag gesteld of er vanuit een integrale visie op recreatie en natuur niet kansen zouden liggen voor het begeleid toelaten van edelherten uit de Oostvaardersplassen in een deel van het Hollandse Hout, waarbij bovendien multifunctioneel bos in stand blijft. Belangrijke constatering daarbij is dat de aanwezigheid van edelherten in een gebied evident recreatieve en economische waarden vertegenwoordigt. Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad beraadt zich nu op deze vraag.

Tellingen

Vanuit beheer en communicatie is er behoefte aan goede cijfers over aantallen grote grazers in de Oostvaardersplassen. De commissie-Gabor oordeelde in het najaar van 2010 echter dat tot dan toe gepresenteerde cijfers onvoldoende betrouwbaar waren, behalve als indicatie voor trends, en adviseerde voortaan twee keer per jaar tellingen te laten doen vanuit een helikopter (Kamerstuk 32 500 XIV, nr. 13). Tot nu toe zijn in 2011 en 2012 in de herfst helikoptertellingen verricht (Kamerstukken 32 563, nrs. 26 en 29). Omdat de provincie Flevoland geen vergunning verleende voor een helikoptertelling in het voorjaar van 2012, heeft de beheeradviescommissie toen een voorlopige next best-methode geadviseerd. Mijn ambtsvoorganger heeft de beheeradviescommissie daarop nog eens om advies gevraagd, maar dan over een telwijze die ook een langere termijn stand kan houden.

De beheeradviescommissie adviseert mij nu de volgende door Staatsbosbeheer voorgestelde methode over te nemen, waarbij de voor het beheer en communicatie noodzakelijke gegevens worden gegenereerd. In het najaar wordt vanuit een helikopter geteld, waarbij alleen onderscheid wordt gemaakt naar diersoort. Daarnaast wordt in het voorjaar en najaar ook vanuit auto’s geteld en daarbij wordt onderscheid gemaakt naar soort, leeftijdscategorie en geslacht. Ik volg de beheeradviescommissie hierin en ga er vanuit dat Staatsbosbeheer de methode verankert in het Managementplan voor het gebied.

Overige punten

Voor het overige is er bij het opstellen van Natura 2000-beheerplan voor de Oostvaardersplassen expliciet aandacht voor raakvlakken tussen het beheer van de Oostvaardersplassen als Natura 2000-gebied voor vogels en het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.

Verder constateert de beheeradviescommissie dat Staatsbosbeheer zorg en aandacht besteedt aan de omgang met diverse groepen belanghebbenden en betrokkenen bij het grotegrazersbeheer in de Oostvaardersplassen. Ik heb daar met instemming kennis van genomen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

De cijfers zijn hier omwille van de vergelijkbaarheid vanaf 1 november 2012 gepresenteerd, omdat over de winterseizoen vanaf 2010–2011 naar de Kamer ook steeds cijfers per 1 november zijn gerapporteerd. Staatsbosbeheer is echter overgegaan op het rapporteren van cijfers met 1 december als start van een winterseizoen.

Naar boven