32 550 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren)

Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2016

In vervolg op het Algemeen Overleg «Sturing van de collectieve sector (Werkgroep Van de Donk, Borstlap, IBO pensioenen)» van 9 november jl. met de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken, voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, informeer ik u als volgt.

In reactie op een vraag van de heer Koolmees (D66) tijdens het Algemeen Overleg heb ik u een brief toegezegd («Sinterklaasbrief») over het tijdpad van de implementatie van het initiatiefwetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren (Kamerstuk 32 550), dat op 8 november jl. door de Eerste Kamer is aangenomen (Handelingen I 2016/17, nr. 6, item 4). Tijdens het Algemeen Overleg heb ik verwezen naar een door de Ambtenarencentrales aangespannen kort geding tegen de Staat. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 17 november jl. de vorderingen van de Ambtenarencentrales afgewezen.

Momenteel loopt er echter een zogenaamd turbospoedappel (een bijzondere spoedprocedure met verkorte termijnen) van de Ambtenarencentrales tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter. Op 23 november jl. is de dagvaarding daarvan betekend en op 12 december a.s. zal het pleidooi (zitting in hoger beroep) plaatsvinden. Het spoedappel beschouw ik als afronding van het kort geding. Ik zal u zo snel mogelijk na ontvangst van de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag nader berichten over de uitspraak en over (de gevolgen daarvan voor) het tijdpad van de implementatie van het initiatiefvoorstel.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 33 566, nr. 95.

Naar boven