32 550 Voorstel van wet van de leden Koşer Kaya en Van Hijum tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren)

Nr. 30 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN ORTEGA-MARTIJN EN HEIJNEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 6 juni 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt in artikel 3, onderdeel f, «artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, en tweede lid,» vervangen door: artikel 3.

II

In artikel I vervalt in artikel 16, eerste en tweede lid, telkens «of artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993».

III

In artikel I wordt in artikel 17, eerste lid, «deze wet of artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993, zoals deze luidden» vervangen door: deze wet, zoals deze luidde.

IV

In artikel II, onder 1, wordt «artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, en tweede lid» vervangen door: artikel 3.

V

In artikel II, onder 2, wordt «artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, en tweede lid» vervangen door: artikel 3.

VI

In artikel IIa wordt in onderdeel A, «artikel 2, onderdelen a, c en d» vervangen door: artikel 2.

VII

Artikel IIa, onderdeel B, vervalt.

VIII

Artikel IIb vervalt.

IX

In artikel IIc, onder 1, wordt «artikel 2, onderdelen a, c en d» vervangen door: artikel 2.

X

In artikel IIc, onder 2, wordt «artikel 2, onderdelen a, c en d» vervangen door: artikel 2.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de motie Slob/Kuiken (30 880, nr. 43) ingediend naar aanleiding van de behandeling van de nieuwe Politiewet (Politiewet 200.) volledig wordt uitgevoerd. De aangenomen motie hield in dat alle ambtenaren van politie worden uitgezonderd van het wetsvoorstel 32 550. De nadere specificatie die in de tweede nota van wijziging van het wetsvoorstel Koşer Kaya en Van Hijum wordt gemaakt maakt onderscheid tussen het uitvoerend en ondersteunende deel van de politie. Dit onderscheid doet echter geen recht aan de praktijk op de werkvloer. Zo voeren sommige politieambtenaren, die formeel behoren tot de ondersteunende categorie, in de praktijk vaak vrijwel alleen uitvoerende taken uit. Daarnaast is een dergelijke scheiding niet wenselijk omdat dit de arbeidsmobiliteit tussen het uitvoerende en ondersteunend personeel zou bemoeilijken. Het amendement verruimt de betrokken passages daarom tot het volledige artikel 3 van de Politiewet 1993 en het volledige artikel 2 van de Politiewet 200.. Hiermee worden alle politieambtenaren uitgezonderd op basis van het voorgestelde artikel 3 van de Ambtenarenwet 201.. In verband hiermee worden ook enige verwijzingen met betrekking tot de Politiewet 1993 en de Politiewet 200. aangepast.

Het amendement wordt gewijzigd om enige redactionele verbeteringen door te voeren.

Ortega-Martijn Heijnen

Naar boven