Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 32545 nr. 210 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 32545 nr. 210 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2024
Hierbij ontvangt u een overzicht waarmee ik uw Kamer informeer over de wijze waarop ik een motie en zeven toezeggingen op het terrein van de financiële markten heb uitgevoerd, of wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering. Volledigheidshalve geef ik hierbij aan dat dit geen uitputtend overzicht is van alle moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten.
De Minister van Financiën, E. Heinen
Uitvoering moties en toezeggingen najaar 2024
Betreft |
Reactie |
---|---|
Nader gewijzigde motie van het lid Bruins verzoekt maatregelen en aanscherpingen in risicobeleid te onderzoeken die passend zijn voor een sector waarvan de continuïteit uiteindelijk door de overheid wordt gewaarborgd. Kamerstukken II 2019–2020 35 107, nr. 15. Aangenomen 30 juni 2020. |
In maart 2024 heeft mijn voorganger het onafhankelijk ambtelijk rapport Beleidsrichtingen voor een weerbare bankensector aan de Tweede Kamer verzonden.1 In dit rapport wordt geconcludeerd dat Nederlandse banken er financieel relatief goed voor staan, maar dat er ook aandachtspunten zijn met betrekking tot risico’s in de wereldwijde, Europese en Nederlandse bankensector. In het rapport zijn ook mogelijke beleidsopties beschreven die mogelijk kunnen bijdragen aan het versterken van de weerbaarheid van de bankensector en het beperken van de risico’s voor de belastingbetaler. |
Betreft |
Reactie |
---|---|
De Minister zegt een brief toe over hoe de bankensector in de gedragscode de betrokkenheid van rekeninghouders gaat verankeren. Kamerstukken II 2019–2020, 35 107, nr. 16 |
De bancaire sector heeft via de Nederlandse Vereniging van Banken in 2010 de Code Banken ingevoerd en deze in 2014 geactualiseerd. In de Code Banken staat het belang van een afweging van de belangen van álle stakeholders, zoals klanten, waaronder rekeninghouders, medewerkers, aandeelhouders, andere kapitaalverschaffers en de samenleving als geheel, centraal. Zo is bepaald dat de raad van bestuur verantwoord gedrag en een gezonde cultuur bevordert en daarbij oog heeft voor het belang van de klanten van de bank en andere stakeholders en dat de raad van commissarissen daarop toe ziet. In 2021 heeft de bancaire sector de Code Banken aangevuld met een passage over de borging van maatschappelijke belangen. Hiertoe is in de Code Banken expliciet tot uitdrukking gebracht dat een bank bij het opstellen van een strategie, doelstellingen en beleid borgt dat de belangen van stakeholders in kaart worden gebracht en zorgvuldig worden gewogen (pagina 4 Code Banken). Daarnaast is een passage toegevoegd over het meewegen van het maatschappelijk draagvlak bij beloningen (pagina 13 Code Banken), in het verlengde van de wettelijke bepaling daartoe (artikel 1:118, tweede lid, onderdeel e, Wet op het financieel toezicht). Verder geeft de bancaire sector aan dat zij andere initiatieven ontplooit om haar maatschappelijke betrokkenheid te bevorderen, zoals het intensiveren van de dialoog met stakeholders om te komen tot een breder, direct en informeel gesprek tussen banken, klanten en maatschappelijke (vertegenwoordigers)organisaties over maatschappelijke vraagstukken. Hierbij kan gewezen worden op het Denkdiner van 10 oktober 2023 met stakeholders, waaronder wetenschappers en maatschappelijke organisaties, over de Toekomstbestendige Bankensector met o.a. vragen over hoe banken hun maatschappelijke impact kunnen vergroten en hun maatschappelijke rol goed kunnen oppakken. In 2024 staat verder een jongerendiner gepland waarbij bankbestuurders in gesprek gaan met jongerenvertegenwoordigers over hoe zij de maatschappelijke rol van banken zien, evenals een ronde tafel over het thema discriminatie. |
De Minister zegt toe om het gesprek met de sector aan te gaan over de voortgang inzake bredere dan alleen financiële verslaglegging en koppelt hierover terug naar de Kamer. Kamerstukken II 2021–2022, 33 977, nr. 40. |
Eind 2022 is de Europese richtlijn duurzaamheidsrapportering 2022/2464 (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD) vastgesteld. De CSRD verplicht bepaalde ondernemingen om in hun bestuursverslag ook te rapporteren over duurzaamheidskwesties. Hiermee komt de status van duurzaamheidsinformatie meer op één lijn te staan met de financiële informatie in de jaarrekening. De richtlijn geeft een kader voor de informatie die in de duurzaamheidsrapportering moet worden opgenomen, die door de Europese Commissie in duurzaamheidsrapporteringsstandaarden wordt uitgewerkt. De wetgeving ter implementatie van de CSRD is door de Ministeries van Financiën en van Justitie en Veiligheid publiek geconsulteerd. Via de consultatie is input opgehaald van stakeholders. De CSRD treedt gefaseerd in werking waarbij de eerste groep grote ondernemingen moet rapporteren over boekjaar 2024. Er zijn verschillende initiatieven om het bedrijfsleven te ondersteunen bij het uitvoeren van deze nieuwe rapporteringsverplichting, waaronder een QenA-platform van de SER, webinars van de SER en de Raad voor de jaarverslaggeving en een communicatiepakket van VNO-NCW en MKB-Nederland. Ook verkent het kabinet aanvullende ondersteunende maatregelen, zoals het stimuleren van sectorale samenwerking. |
De Minister zegt toe om de eventuele wens van mkb ondernemers om toegang te krijgen tot Kifid nader te onderzoeken. Kamerstukken II 2022–2023, 35 727, nr. 9 |
In november 2022 vond een rondetafelgesprek plaats op het ministerie van Financiën met onder meer ondernemersorganisaties, de AFM, de NVB, Adfiz en het Verbond van Verzekeraars over de mogelijke uitbreiding van toegang tot Kifid voor ondernemers. Uit dit gesprek bleek niet dat deze behoefte bij ondernemers bestaat. Om ook direct van ondernemers hun visie hierop te kunnen horen is in de zomer van 2023 een enquête uitgezet via een ondernemerspanel van ONL. Ondanks promotie en het langer openstellen van de enquête was de respons laag (namelijk 26, waarbij het panel uit 88 ondernemers bestaat). Uit deze enquête kwamen tevens geen specifieke wensen van ondernemers om toegang te krijgen tot Kifid. Een deel van de ondernemers die heeft deelgenomen aan de enquête heeft wel eens een geschil gehad met een financiële dienstverlener, maar dit geschil werd in bijna alle gevallen met de financiële dienstverlener zelf opgelost. Nu de behoefte tot toegang tot Kifid vanuit de ondernemers niet uit het rondetafelgesprek en de enquête blijkt, wordt deze toezegging afgedaan en is – voor nu – verder onderzoek niet nodig. Met Kifid wordt doorlopend besproken welke type klachten en geschillen geschikt zijn om bij Kifid te behandelen. Indien er signalen zijn dat toegang voor ondernemers noodzakelijk is, zal dit nader worden bezien. |
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over de acties (die nog komen) en uitkomsten met betrekking tot risicogericht werken die parallel worden gehouden aan het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen, vóór de formele behandeling van het wetsvoorstel. Kamerstukken II 2022–2023, TZ20230-087 |
Afgelopen april is de Tweede Kamer met de brief over de stand van zaken van de toezeggingen over de aanpak van witwassen (Kamerstukken II 2023–2024, 31 477, nr. 100) geïnformeerd over de acties die worden ondernomen om de risicogebaseerde aanpak van banken te verbeteren. Sinds deze brief heeft de Nederlandse Vereniging van Banken ook een standaard gepubliceerd voor de ontwikkeling en toepassing van innovatieve technologieën in Know Your Customer-processen.2 |
De Minister zegt toe om de Kamer te informeren over de uitkomsten van de rondetafel over defensie-investeringen. Kamerstukken II 2023–2024, TZ202403-037 |
Op 26 maart 2024 vond er een ronde tafel plaats bij de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Naast de NVB zelf waren diverse banken aanwezig. Vanuit de Rijksoverheid waren er vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Er waren ook vertegenwoordigers vanuit de defensie-industrie aanwezig. Het doel van de bijeenkomst was om meer inzicht te krijgen in hoe banken omgaan met defensiebedrijven en waar er mogelijke knelpunten liggen. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen bancaire dienstverlenging aan defensiebedrijven (openen van bankrekeningen, etc.) en financiering van defensiebedrijven. Voor wat betreft dienstverlening, blijkt uit de ronde tafel dat in relatie tot de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) de defensie-industrie – net als diverse andere sectoren – door banken wordt gezien als een sector met verhoogde risico’s. Defensieklanten krijgen daarom vaker te maken met extra vragen en intensiever onderzoek. Bij de defensie-industrie leefde het idee dat defensiebedrijven meer additionele vragen krijgen dan andere hoogrisicosectoren, maar de banken geven aan dat dit niet het geval is. Vertegenwoordigers van de defensie-industrie zeiden diverse casussen te kennen van bedrijven die geen bankrekening konden openen. Banken herkenden dit niet. Afgesproken werd dat per bank een contactpersoon wordt doorgegeven aan de NIDV om concrete gevallen te bespreken. Belangrijk om hierbij te noemen is dat banken individueel cliëntenonderzoek dienen te doen op basis van de Wwft. Het categoraal uitsluiten van klantengroepen volgt niet uit de Wwft.3 Voor wat betreft financiering kwam naar voren dat met name een goede business case de belangrijkste voorwaarde is om financiering rond te krijgen. Ook kwam naar voren dat regelgeving op het gebied van duurzame financiering de defensie-industrie niet uitsluit en daarmee geen belemmering vormt. Wel lijkt het eigen beleid van een bank omtrent maatschappelijk verantwoord ondernemen of de eigen interpretatie van ESG-regels4 een rol te spelen in de bereidbaarheid van banken om financiering aan bepaalde soorten defensiebedrijven te verstrekken. Hier lijkt ook de jarenlange maatschappelijke visie op de defensie-industrie een rol te hebben gespeeld. Deze ronde tafel is onderdeel van een onderzoek dat de Taskforce Productiezekerheid in februari jl. is gestart om zicht te krijgen op mogelijke financieringsknelpunten voor middelgrote bedrijven in de (Nederlandse) defensie-industrie. Het doel van dit onderzoek is knelpunten te identificeren en tot doeltreffende initiatieven te komen die de overheid kan nemen om het financieringsklimaat voor de defensiemarkt te verbeteren. Als onderdeel van dit onderzoek wordt met diverse partijen gesproken. Zie voor meer informatie over de voorlopige conclusies van dit onderzoek de Kamerbrief Actieagenda productie- en leveringszekerheid munitie en defensiematerieel van 7 juni 2024.5 De Kamer zal nog apart, uiterlijk in het derde kwartaal, nader worden geïnformeerd over de definitieve uitkomsten van dit onderzoek. Naast de gesprekken binnen het kader van de Taskforce Productiezekerheid, agendeert het Ministerie van Financiën dit thema ook regelmatig bij (reguliere) overleggen met de sector. |
De Minister zegt toe om een onderzoek uit te zetten om de risico’s voor consumenten bij het handelen in cryptoactiva in kaart te brengen en beter te begrijpen en uw Kamer hier voor het einde van het jaar over te informeren. Kamerstukken II 2023–2024, 27 879, nr. 95 |
Omdat er meer tijd nodig was voor de aanbestedingsprocedure, is er te weinig tijd om een kwalitatief voldoende onderzoek voor het einde van het jaar af te ronden. De Kamer zal daarom in het voorjaar van 2025 worden geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek. |
De Minister zegt in antwoord op vragen van de TK toe nader te onderzoeken wat nodig is om het voor ingezetenen van Caribisch Nederland mogelijk te maken om een eurobetaalrekening te openen bij een Europees-Nederlandse bank. Hij is met de sector in gesprek om vast te stellen welke hindernissen er precies zijn en wat er moet gebeuren om deze te nemen. |
Om het aanbod van bancaire dienstverlening in Caribisch Nederland te verbeteren is het per 1 juli jl. mogelijk voor banken met een zetel in Europees Nederland om, zonder aanvullende vergunning, betaal- of spaarrekeningen in euro vanuit Europees Nederland aan te bieden in Caribisch Nederland. Hiertoe is het Besluit financiële markten BES gewijzigd. Door het wegnemen van deze vergunningsverplichting is een drempel voor Europees-Nederlandse banken om diensten aan te bieden in Caribisch weggenomen, wat hopelijk gaat leiden tot betere dienstverlening. |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32545-210.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.