Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2012
Op 20 januari heeft de vaste commissie van VWS mij verzocht de inhoudelijke en financiële consequenties te duiden van de omvorming van het CAK, waarbij
de commissie verwijst naar het door de Kamer aangenomen amendement Uitslag ter zake
(32 543, nr. 16). Bij dezen voldoe ik, mede namens de minister van BZK, aan dit verzoek.
Ieder publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (zbo) is overheidswerkgever op
grond van de Wet privatisering ABP (WPA). Omvorming tot een publiekrechtelijk zbo
betekent daarmee normaliter een verplichte overgang naar het ABP, onafhankelijk van
de vraag of de werknemers werkzaam zijn op grond van het ARAR of een eigen CAO.
De achtergrond van deze wet is onder andere de financiële stabiliteit van het ABP
op langere termijn. Een verplichte aansluiting bij het ABP waarborgt het collectieve en solidaire karakter van het fonds, en voorkomt dat individuele
werkgevers zelfstandig op basis van financiële afwegingen kunnen besluiten om uit
dan wel toe te treden tot het fonds.
De algemene lijn van de WPA is dat het personeel van een publiekrechtelijk zbo verplicht
zijn pensioen opbouwt bij het ABP. Overigens wil ik de indruk wegnemen dat een overgang
naar het ABP in het algemeen tot hoge overgangskosten of een slechtere pensioenopbouw
voor werknemers zou leiden. Tevens geldt een ander (financierings)systeem op het terrein van
de werkloosheid. Dit systeem geldt ook voor de andere bij het ABP aangesloten zbo’s
zoals de SVB en de Raad voor de Rechtsbijstand (de zbo’s die ook in het door de Kamer
aangenomen amendement Uitslag zijn genoemd). Het Uwv is de enige uitzondering op dat
(financierings)systeem van pensioen en werkloosheid, vanwege de specifieke historische
achtergrond van het Uwv.
Naar aanleiding van uw verzoek is opnieuw naar de specifieke situatie van het CAK
gekeken. Het amendement Uitslag heeft kennelijk bedoeld een uitzondering voor het
CAK te maken voor overgang naar het ABP. Het CAK zal conform de bedoeling van dit
amendement niet overgaan naar het ABP. Het CAK wordt uitgezonderd als overheidswerkgever
in de zin van de WPA. Het CAK zal, net als het Uwv, werkloosheidspremie afdragen aan
het Algemeen Werkloosheidsfonds. Daarnaast behouden de CAK medewerkers, in afwijking van artikel 15 van de Kaderwet zbo’s, hun privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst
en krijgen zij geen ambtenarenstatus (amendement Uitslag).
De uitzondering voor de overgang naar het ABP heeft tot gevolg dat de omvorming naar
publiekrechtelijk zbo op korte termijn plaats kan vinden, zo mogelijk nog in 2012.
De inhoudelijke consequenties van omvorming van het CAK komen er op neer dat als gevolg
van de omvorming publieke sturingsmogelijkheden ontstaan op deze wezenlijke taken.
Het gaat dan onder andere om benoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden
van het zbo, goedkeuring van het werkprogramma, begroting, jaarverslag en -rekening
en voorschriften op het gebied van financiële verantwoording en beheer. Deze publieke
sturingsmogelijkheden ontbreken in de huidige situatie waarin het CAK een BV is, eigendom
van zorgverzekeraars.
De financiële consequenties van de omvorming van het CAK bestaan uit de kosten die
het CAK moet maken om de omvorming mogelijk te maken (transitiekosten). Het gaat dan
onder andere om de kosten die verbonden zijn aan de financiële en juridische afwikkeling
van de overgang en de communicatie met medewerkers en cliënten van het CAK. In 2011
is hiervoor maximaal € 950 000,- aan het CAK toegekend. Over de transitiekosten die
in 2012 nog extra noodzakelijk zijn wordt overleg gevoerd met het CAK. Er zijn verder
geen kosten voor overgang van arbeidsvoorwaarden en pensioen, omdat de medewerkers
hun eigen CAO behouden en bij het eigen pensioenfonds blijven.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner