32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

18 december 2012

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bevoegdheden tot aanpassing en terugvordering van variabele beloningen van bestuurders van bepaalde rechtspersonen en dagelijks beleidsbepalers van financiële ondernemingen wettelijk vast te leggen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 53a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor een coöperatie die een bank is in de zin van artikel 415 waarop geen vrijstelling als bedoeld in artikel 3:111 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is en een onderlinge waarborgmaatschappij die een verzekeringsmaatschappij is in de zin van artikel 427 is artikel 135 van overeenkomstige toepassing.

B

Aan artikel 135 worden vier leden toegevoegd, luidende:

  • 5a. Indien bij een vennootschap, bedoeld in artikel 383b, de vaststelling van de jaarrekening als onderwerp is vermeld bij de oproeping, bedoeld in artikel 114 lid 1, worden de door de vennootschap gedane opgaven, bedoeld in de artikelen 383c tot en met e, gezamenlijk als afzonderlijk onderwerp bij de oproeping vermeld, voorafgaande aan de vaststelling van de jaarrekening.

  • 6. Het orgaan bedoeld in lid 4 is bevoegd de hoogte van een bonus aan te passen tot een passende hoogte indien uitkering van de bonus naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Onder een bonus wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan het niet vaste deel van de bezoldiging waarvan de toekenning geheel of gedeeltelijk afhankelijk is gesteld van het bereiken van bepaalde doelen of van het zich voordoen van bepaalde omstandigheden.

  • 7. Indien aandelen van de vennootschap of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen daarvan zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en een openbaar bod op de aandelen of certificaten daarvan is aangekondigd als bedoeld in artikel 5 van het Besluit openbare biedingen Wft, stelt de vennootschap voor iedere bestuurder afzonderlijk vast of de aandelen, certificaten of rechten om aandelen in het kapitaal van de vennootschap te nemen of te verkrijgen, die hem als bezoldiging zijn toegekend, in waarde zijn gestegen. Daartoe wordt hun waarde bepaald:

    • 1. vier weken voor de dag waarop het openbaar bod is aangekondigd, na beurs,

    • 2. vier weken na de beëindiging van het openbaar bod, na beurs,

    • 3. de dag dat de bestuurder zijn aandelen, certificaten of rechten vervreemdt of de dag dat zijn benoeming eindigt, na beurs.

    Indien de waarde op de dag van vervreemding of beëindiging van de benoeming hoger is dan de waarde vier weken voor de dag waarop het openbaar bod is aangekondigd, wordt deze waardevermeerdering in mindering gebracht op de bezoldiging van de bestuurder, tot ten hoogste de waardevermeerdering tussen de waarde vier weken na de beëindiging van het openbaar bod en de waarde vier weken voor de dag waarop het openbaar bod is aangekondigd. In geval de vennootschap een besluit als bedoeld in onderdeel a, b, of c van artikel 107a lid 1 aan de goedkeuring van de algemene vergadering voorlegt, zijn de vorige zinnen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de waardevaststelling ziet op de waarde die de aandelen, certificaten of rechten hadden vier weken voor de dag waarop dit besluit wordt voorgelegd respectievelijk vier weken na de goedkeuring van dit besluit. In geval de vennootschap een voorstel tot fusie of splitsing aankondigt als bedoeld in artikel 314 lid 3, 333e lid 1 of 334h lid 3, en de bestuurder zijn aandelen vervreemdt of diens benoeming wordt beëindigd vóórdat de fusie of splitsing van kracht wordt, zijn de vorige zinnen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de waardevaststelling ziet op de waarde die de aandelen, certificaten of rechten hadden vier weken voor de dag waarop het voorstel wordt aangekondigd respectievelijk vier weken na het nemen van het besluit tot fusie of splitsing dan wel de dag vóór de dag waarop de fusie of splitsing van kracht wordt indien deze dag eerder is.

  • 8. De vennootschap is bevoegd een bonus geheel of gedeeltelijk terug te vorderen voor zover de uitkering heeft plaatsgevonden op basis van onjuiste informatie over het bereiken van de aan de bonus ten grondslag liggende doelen of over de omstandigheden waarvan de bonus afhankelijk was gesteld. De vordering kan namens de vennootschap ook worden ingesteld door de raad van commissarissen, de niet uitvoerende bestuurders indien toepassing is gegeven aan artikel 129a, of door een bijzondere vertegenwoordiger die is aangewezen door de algemene vergadering. Afdeling 2 van titel 4 van Boek 6 is van overeenkomstige toepassing.

C

Artikel 245 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor een besloten vennootschap die een bank is in de zin van artikel 415 is artikel 135 van overeenkomstige toepassing.

D

Aan artikel 383c wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De vennootschap doet opgave van het bedrag van de aanpassing dan wel terugvordering van de bezoldiging als bedoeld in artikel 135 lid 6 tot en met 8.

ARTIKEL II

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 1:110 wordt een hoofdstuk toegevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 1.7 Overeenkomstige toepassing bevoegdheden aanpassing en terugvordering bonussen bij financiële ondernemingen

Artikel 1:111

  • 1. Voor financiële ondernemingen zijn de bevoegdheden van artikel 2:135, zesde en achtste lid, van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In aanvulling op artikel 2:135, zesde en achtste lid, zijn de bevoegdheden van toepassing bij alle dagelijks beleidsbepalers.

  • 3. De bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid komen bij financiële ondernemingen toe aan het orgaan dat of degene die de beloning vaststelt.

ARTIKEL III

Artikel 135 lid 7 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vervalt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van artikel III dat op 1 juli 2017 in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister van Financiën,

Naar boven