32 500 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011

Nr. 86 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 9 maart 2011

Het Presidium legt hierbij aan u voor een brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken d.d. 17 februari 2011 (zie bijlage). In deze brief wordt de Kamer voorgesteld om aan de Raad voor het openbaar bestuur en aan de Raad voor de financiële verhoudingen advies te vragen over de visienota inzake de inrichting en het functioneren van het binnenlands bestuur die door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onder meer tijdens de begrotingsbehandeling, voor maart 2011 aan de Kamer is toegezegd.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken stelt voorts voor om de eerder genoemde Raden te vragen om deze visienota tevens te toetsen aan enkele nader in de voormelde brief van de commissie genoemde passages uit het regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» en om deze adviezen uiterlijk vier weken na de dag waarop de Kamer de visienota zal hebben ontvangen aan de Kamer aan te bieden.

Het Presidium stelt u voor om met het bovenstaande in te stemmen.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

De griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

BIJLAGE

Aan het Presidium

Den Haag, 17 februari 2011

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft besloten, conform het verzoek van de leden Van Beek, Van der Burg, Heijnen, Koopmans en Schouw, op basis van art. 17 van de Kaderwet adviescolleges en art. 30 RvO-TK, u te verzoeken aan de Kamer het voorstel ter goedkeuring voor te leggen advies te vragen aan de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) over de visienota inzake de inrichting en het functioneren van het binnenlands bestuur die door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onder meer tijdens de begrotingsbehandeling, voor maart van dit jaar aan de Kamer is toegezegd.

De Raden wordt gevraagd te adviseren zoals het hen goeddunkt, maar in hun advies de genoemde visienota tevens te toetsen aan de volgende passages uit het regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» (TK 32 417, nr. 15), elk afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang:

  • Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen beperken zich tot hun kerntaken. De kerntaken van provincies liggen op de gebieden ruimte, economie en natuur.

  • Taken van het bestuur worden op een zo dicht mogelijk bij de burger gelegen niveau gelegd.

  • Per terrein zijn ten hoogste twee bestuurslagen betrokken bij hetzelfde onderwerp.

  • Het kabinet komt met een voorstel tot opschaling van het provinciaal bestuur in de Randstad (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland), ook om nieuwe bestuurlijke hulpstructuren te voorkomen.

  • Het kabinet komt met voorstellen om bevoegdheden op het gebied van vervoer en infrastructuur van rijk, provincies, regio’s en gemeenten in de Randstad over te dragen aan een te vormen Infrastructuurautoriteit.

  • Het kabinet komt met een voorstel dat inhoudt dat gemeenteraden de waterschapsbesturen kiezen.

  • Gemeentelijke herindelingen komen alleen van onderaf tot stand. De provincie heeft een actieve rol bij de oplossing van bestuurlijke en financiële knelpunten.

  • Het kabinet komt met voorstellen tot afschaffing van de WGR+ en deelgemeenten c.q. deelgemeenteraden.

  • Taakdifferentiatie op gemeentelijk niveau wordt vaker mogelijk gemaakt.

  • Sanering van het aantal specifieke uitkeringen wordt voortgezet.

  • Voor het Gemeentefonds en het Provinciefonds wordt, met inachtneming van reeds gemaakte afspraken, het uitgangspunt «trap op, trap af» weer ingevoerd.

De Raden dienen te worden verzocht hun advies uiterlijk vier weken na de dag waarop de Kamer de visienota zal hebben ontvangen aan te bieden.

De commissie verzoekt u conform art. 30 RvO-TK deze adviesaanvraag ter goedkeuring aan de Kamer voor te leggen en, indien goedkeuring wordt verleend, door te geleiden aan genoemde Raden

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken,

Van der Leeden

Naar boven