32 500 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2011

Nr. 91 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2011

In antwoord op vragen van het lid Van Haersma Buma (CDA) over het bericht «Geen nieuwe regels opstaan advocaten» (Vergaderjaar 2009–2010, Aanhangsel 2182, 19 april 2010) heeft de toenmalige Minister van Justitie onder meer aangegeven met de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal te overleggen of het nodig is expliciet normen te ontwikkelen met betrekking tot het door advocaten te betonen respect voor de rechterlijke macht. Dit overleg heeft plaatsgevonden. Over de uitkomsten hiervan en de gevolgtrekkingen informeer ik u als volgt.

Het overleg had tot doel te bezien of er binnen de advocatuur sprake is van zodanig ongewenste ontwikkelingen en gedragingen met betrekking tot het respect dat advocaten aan de rechtelijke macht dienen te betuigen, dat het wenselijk is om fatsoensnormen op dit punt te expliciteren. Zowel het College als de Raad hebben mij aangegeven dat van zodanige ontwikkelingen en gedragingen thans geen sprake is. De zaak die aanleiding vormde voor de bedoelde vragen en antwoorden staat volgens alle betrokkenen geheel op zichzelf. Tot op heden zijn er geen vergelijkbare zaken gemeld. Alle betrokkenen zijn het er over eens dat advocaten eerbied dienen te betonen voor de rechterlijke autoriteiten. Dat is ook met zoveel woorden vastgelegd in de eed die iedere advocaat moet afleggen (artikel 3, tweede lid, van de Advocatenwet. Daarmee en met het optreden van de rechter zelf (de rechter is attent op mogelijke aantasting van zijn ambt), alsook met de mogelijkheid om zonodig de tuchtrechter het gedrag van een individuele advocaat in de rechtszaal te laten beoordelen en sanctioneren, is het vereiste respect voor de rechterlijke autoriteiten voldoende gewaarborgd. In de opleiding voor de advocatuur wordt hier nog expliciet aandacht aan besteed.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven