32 500 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2011

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2011

De commissies voor Koninkrijksrelaties uit de Eerste en de Tweede Kamer hebben gevraagd om een reactie van de rijksministerraad op het rapport van de Commissie Democratisch Deficit «Kiezen voor het Koninkrijk» van 11 november 2009, mede in het licht van de toegezegde visie op het Koninkrijk.

Eerder heeft de staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een reactie gegeven op de aanbevelingen die de regering aangaan (Kamerstukken II, 2009/10, 32 123 IV, nr. 22). Daarin heeft zij enkele algemene opmerkingen aan de orde gesteld, omdat zij niet vooruit wilde lopen op de uitgebreide gedachtewisseling tussen de parlementen. Ik acht het niet opportuun nu een afzonderlijke reactie namens de rijksministerraad of Koninkrijksregering te geven op een rapport, dat in opdracht van het Parlementair Overleg Koninkrijksrelaties is opgesteld en waarover nog geen van de Caribische parlementen en regeringen zich hebben uitgelaten.

Zoals de staatssecretaris al schreef in haar reactie van 17 februari 2010, vind ook ik het nog steeds nuttig te vernemen van de verschillende parlementen en regeringen waar precies onduidelijkheden worden ervaren en hoe die verhelderd zouden kunnen worden, waar in de praktijk tekorten worden gevoeld, en zo ja door wie. Als de standpunten van de Kamercommissies en de Caribische regeringen en parlementen daarover bekend zijn, zal ik mijn reactie geven.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven